AFFR: de liefde voor beton
Het Architecture Film Festival in Rotterdam (AFFR) had de liefde voor betonnen gebouwen als invalshoek. Het modernisme van Le Corbusier, ook wel brutalisme, of nog fraaier: béton brut.
Het festival, mede gesponsord door Stroom Den Haag, bood afgelopen weekend heel veel documentaires over architectuur. Het AFFR wordt om de twee jaar gehouden in Lantaren-Venster op het Kop van Zuid – zelf ook een architectonisch apart gebouw. Voor de filmrecensies over dit festival verwijs ik naar mijn eerdere stukken op Indebioscoop.com.
Discussie: is lelijk ook mooi?
Het thema dit keer was ‘City for Sale’. De discussie is dat we te simpel kijken naar de lelijkheid van bepaalde modernistische gebouwen. Zie hieronder voor een paar voorbeelden, maar eerst (in het kort) de geschiedenis.
Betonnen bebouwing geïnspireerd op betonmeester Le Corbusier was in de jaren vijftig, zestig en zeventig dé oplossing om goedkoop te bouwen. En ook een mogelijkheid om utopische stadscentra te ontwerpen, met groen en sociaal gevoel.
Denk aan de karakteristieke flats van de Bijlmermeer. Maar ook de stad Brasilia. Veel steden hebben zulke buitenwijken en gebouwen gebouwd.
Om uiteenlopende redenen werd het vaak geen succes. In de meeste grote steden worden deze wijken gezien als mislukt. Sloop is dan een makkelijke oplossing. Hele wijken gaan eraan.
Zie ook de twee voorbeelden van de Bijlmer: Toulouse-le-Mirail en Park Hill in Sheffield. Of het Londense Aylesbury-Estate. Of Red Road in Glasgow.
De Bijlmer heeft zelf ook nog maar een paar van zijn flats over. En in Moskou gaan ze niet minder dan 10 % van de flats neerhalen.
De andere kant van brutalisme
Achterstallig onderhoud en negatieve beeldvorming in de media doen dit soort projecten meestal de das om. De bewoners waren vaak best tevreden, maar hun woorden zijn weinig waard.
Zo verdwijnt het ene na de andere karakteristieke vorm van sociale woningbouw. Om met een spreker op AFFR te spreken: ‘Misschien is te snel gezegd dat die gebouwen lelijk zijn.’
Die afbraak is hoe je het went of keert in het voordeel van projectontwikkelaars. De grond van die flats is namelijk wél populair. Het sociale en utopische idee verdwijnt met het slopen van de gebouwen.
Mensen met hogere inkomens trekken in meestal veel duurdere woningen. Dus vallen er woorden als gentrification en social cleansing.
Deskundigen op het filmfestival zoeken vooral de nuances over ‘brutalisme’. Dat is goed in een lawine van negatief nieuws. Aan de andere kant moet je ook soms eerlijk zijn: brutalisme kan ook echt lelijk zijn.
Schrijver Theodore Dalrymple maakt er bijvoorbeeld korte metten mee. Het Maupoleum in Amsterdam was ook iedereen liever kwijt dan rijk. En wie Le Corbusiers waanzinnige Plan Voisin voor Parijs ooit heeft gezien, moet Dalrymple gelijk geven: dit is vooral het bruut van het brutalisme.
De discussie over mooi en lelijk, beton slopen of renoveren, sociale woningbouw of particulier, die zal de komende jaren nog wel door blijven gaan.
Wonen in een blokkendoos: Bloki
Na jaren van haat, krijgen betonnen modernisten in dit decennium voor het eerst weer eens te maken met liefde. Sommige betonnen kolossen krijgen een make-over (zoals het eerder gememoreerde Park Hill Estate).
Maar in Polen hielden mensen al tijden van hun ‘bloki’, hun blokkenflats. En dat niet alleen: nieuwe generaties lijken de rauwheid van de flats ook te waarderen.
In Bloki kijken architecten terug op die tijd dat ze gebouwd werden. Hoewel ze zich niet echt schamen, zijn ze ook niet echt trots.
Waren ze dan echt zo slecht, die flats? Klein wel ja, maar de flats van de jaren vijftig en zestig werden nog wel met oog voor kwaliteit en samenhang gebouwd. Pas later werd het ‘een karikatuur van zichzelf’, zoals iemand het in de film uitdrukt.
Bovendien vind je er een gemeenschapszin die je niet vindt in de moderne woningen, die veelal verstopt zitten achter hekken en toegangspoorten met camera’s en alarmknoppen. Volgens de regisseur, die zelf opgroeide in een ‘bloki’, weerklonk bij hen altijd het geluid van spelende kinderen.
Misschien wat veel pratende hoofden maar hoe dan ook een charmante film.
Vakanties vieren in Kroatië: Slumbering Concrete
In Slumbering Concrete kijken we naar het lot van betonnen hotels in Kroatië. Bijvoorbeeld hotel Marina Lučica in Primošten. In de jaren zeventig een drukte van jewelste, nu een ruïne. Toen en nu. In beide gevallen mooi! Ook mooie voorbeelden zijn hotels Haludovo en Belvedere in Dubrovnik.
Sinds de oorlog staan ze leeg en worden ze aan hun lot overgelaten. De brutalistische, utopische gebouwen op krankzinnige schaal (sommigen zijn zo groot als een klein dorp) zijn dan alleen te bezoeken door ruïneliefhebbers.
Betonnen hotels hoeven niet perse lelijk te zijn, is wat je van deze documentaire leert. Vooral deze in Kroatië, die gebouwd waren door een architect die van de megastructuren interessante en intelligente complexen maakte, die bijna natuurlijk opgingen in het landschap.
Een interessante en goed gemaakte docu die je aan het denken zet hoe tijdsgebonden alles toch wel is. Wat het ene moment een vakantieparadijs is, is het andere moment een locatie voor een horrorfilm.
Een bizar theater: The Novgorod Spaceship
In Novgorod, een van de oudste steden in Rusland, staat een theatergebouw zoals nergens anders ter wereld. Onderwerp van de film The Novgorod Spaceship.
Hoe kon dit gebouw in 1974 in bureaucratisch Sovjet-Unie gebouwd worden? En waarom is het niet wereldberoemd? Antwoord op de eerste vraag: de architect improviseerde een beetje tijdens de bouw. Antwoord op de tweede vraag: dat is een raadsel.
Het theater, nog daadwerkelijk in gebruik voor toneelstukken, is nu helaas in slechte staat. In de film kijken we naar hoe het gebouw leeft in Novgorod (bepaald niet) en ontmoeten we de kunstenaar-architect.
The Novgorod Spaceship heeft regisseur Andrei Rozen maar liefst vijf jaar gekost om te maken. Het probleem zat hem in het alsmaar ontevreden zijn met de montage. Toen koos hij voor de vorm van een script, een persoonlijk en subjectief verhaal en een voice-over. Dat pakt goed uit. De documentaire heeft trouwens ook een eigen website.
Argentijns fascistische architectuur: Mundo Salamone
In de jaren dertig bouwt een geëmigreerde Siciliaan in vier jaar tijd het ene na het andere gebouw in Argentinië. Alles ziet eruit alsof het had kunnen figureren in de klassieker Metropolis van Fritz Lang.
Pleinen, begraafplaatsen, raadhuizen, slachthuizen. Ze vallen allemaal op door hun eigen, typische stijl: wit, rond, opvallende torens, fraaie letters.
Ja, hij had de wind mee want hij kreeg opdrachten van het toenmalige fascistische regime. Daardoor is hij later ook in de vergetelheid geraakt. Maar zijn ontwerpen zijn fantasierijke gebouwen die de wereld van het fascisme ver achter zich lieten. Kijk en oordeel zelf.
Overal in de Pampas kom je die bizarre gebouwen tegen. 72 gebouwen in vier jaar tijd maakte hij.
Nu begint langzaam maar zeker een herwaardering van zijn werk. Wat je ook van hem vindt, wie ó wie zou een nog dramatischer entree dan deze kunnen maken van een begraafplaats in de stad Azul?
AFFR is een prima, interessant en knus festival. De tiende editie volgt in oktober 2018. Maar half november krijgen we alweer een shot docu’s over architectuur want dan begint de IDFA.