Invest Week Interview #17 Niek Hendrix
Niek Hendrix is beeldend kunstenaar en zowel oprichter als drijvende kracht van webmagazine Lost Painters. Daarnaast stelt hij zo nu en dan een tentoonstelling samen. Als veelzijdig spin in het web van de kunsten nodigt Stroom Den Haag hem uit als één van de professionals i.h.k.v. de Stroom Invest Week. Per mail gingen wij in gesprek over hoe deze verscheidenheid aan activiteiten elkaar beïnvloeden en de manier waarop hij daarin te werk gaat.
Met je loopbaan als beeldend kunstenaar gaat het goed; op dit moment ben je verbonden aan de Jan van Eyck in Maastricht en je werk is regelmatig te zien in verschillende tentoonstellingen door het land. Tegelijkertijd onderhoud je je eigen webmagazine Lost Painters bijna dagelijks met
voornamelijk verslagen van tentoonstellingen in binnen- en buitenland (die ik lees met plezier). En tussendoor cureer je ook nog af en toe een tentoonstelling. Het lijkt er niet op dat het een onder het ander te lijden heeft. Hoe beïnvloeden al deze activiteiten elkaar?
Ik ben geïnteresseerd naar de werking van beeld. Hoe gedraagt beeld zich en hoe interpreteren we dat vervolgens in taal en denken. De beelden die er al zijn beschouw ik als open source. Je kunt met bestaande beelden nieuwe kiertjes maken in hoe we onze werkelijkheid construeren. Dat kan door hun werkingen te omschrijven, te reproduceren of die beelden in te zetten. Veel heeft te maken met context (zowel retinaal als conceptueel) maar eveneens het onder druk zetten van voor aannames en verwachtingspatronen. Voor mij is er in die zin weinig verschil tussen al die activiteiten. Het zijn andere uitwerkingen van steeds dezelfde vraagstelling. Vervolgens
is het natuurlijk ook zo dat al die verschillende activiteiten verschillende vormen kennis bevatten die je vervolgens in verschillende hoedanigheden kan inzetten. Het vrijwel dagelijks bijhouden van Lost Painters is een enorme katalysator geweest voor mijn eigen werk. Door na te denken en vervolgens
te schrijven over het werk van anderen ga je automatisch ook over je eigen werk nadenken. Aanvankelijk was het vooral een soort van inventarisatie van wat er zoal aan hedendaagse kunst gebeurt, ik zat immers nog op de academie en daar kregen we er niet zo veel van mee. Het werd een soort on-line dagboek met wat er zoal te zien is, welke vraagstukken er spelen of van toepassing zijn op bepaald werk. Nog steeds is Lost Painters voor mij een soort van dagboek met aantekeningen, inzichtelijk voor een groot publiek.
Een aspect dat snel onderbelicht blijft is dat het ook vooral leuk is om te doen. Wat je ook doet, een vorm van plezier is van essentieel belang. Anders moet je volgens mij iets anders gaan doen.
Je hebt een aantal tentoonstellingen samengesteld, en naar eigen zeggen sprong Stupid as a Painter, in 2015 te zien geweest in de Jan van Eyck, eruit als die met de meest serieuze opzet. Kun je mij iets meer over deze opzet vertellen en hoe je te werk bent gegaan? (natuurlijk heb je hierover al het een en ander geschreven, maar wie weet kan je er meer over kwijt, en misschien een link leggen met de andere manieren waarop je eerder te werk bent gegaan)
Als curator heb ik de opvatting dat een werk autonoom kan functioneren en een representatie is van een positie van de kunstenaar. Als ik een tentoonstelling samenstel probeer ik dus niet zozeer een bepaald narratief samen te stellen als curator, maar juist te werken vanuit de traditionele rol ervan. Dus het ondersteunen van de kunstenaar en deze een uitdaging geven of een vraagstelling. Het werk dat daaruit komt is dus op basis van de kunstenaar al bij voorbaat geslaagd binnen de tentoonstelling als overkoepelend gegeven en als werk zal dat nooit illustratief zijn voor de tentoonstelling als geheel. Een goed voorbeeld is hoe ik te werk ging bij Stupid as a Painter, een tentoonstelling op basis van de schildergeschiedenis van de Jan van Eyck en Maastricht. Omdat de ruimte best groot is en vraagt om een ruimtelijke indeling heb ik Vincent Verhoef (die daar tot 2014 artist in residence was) gevraagd om een ruimtelijke ingreep te doen. Verhoef is niet zo zeer een schilder maar eerder iemand die vanuit het schilderkunstige werkt. Omdat ik wist op welke plek het werk te zien zou zijn, en vertrouwde op het werk dat ik reeds van hem kende, wisten we op voorhand dat het goed zou komen. Maar waar hij uiteindelijk mee aan kwam wist ik toen nog niet. Juist dat maakt zo’n tentoonstelling ook interessant voor de kunstenaar; als er een uitdaging is waar je binnen je eigen artistieke autonomie nog alle kanten mee op kan. althans, dat denk ik zelf vanuit deze positie. Wederzijds vertrouwen is dus essentieel.
I.h.k.v. de Stroom Invest Week ben je uitgenodigd atelierbezoeken af te leggen (en meer?) aan de pas afgestudeerde kunstenaars die onlangs een PRO Invest Subsidie toegekend hebben gekregen. Wat kunnen ze van jou verwachten?
Uit eigen ervaring zijn de meest waardevolle ateliergesprekken vaak die waar de meeste wrijving ontstaat. Een goed luisterend oor is soms fijn, maar niet een positie die aan mij besteed is. Ik neem graag een polemische houding aan maar wel altijd vanuit kennis en betrokkenheid van het kunstenaarschap.
Links: Niek Hendrix, Lost Painters
In aanloop naar de aanstaande Invest Week in juni presenteert Jegens & Tevens in samenwerking met Stroom Den Haag een reeks persoonlijke portretten. Jonge kunstenaars die een Pro Invest subsidie hebben ontvangen en een selecte groep (inter)nationale curatoren worden door Jegens & Tevens geïnterviewd. Het doel van de jaarlijkse Invest Week is dat de kunstenaars feedback en reflectie op het eigen werk ontvangen van een groep ervaren curatoren, critici en kunstenaars uit binnen- en buitenland. Tot aan 27 juni 2016, als de Invest Week start, komen alle deelnemende kunstenaars en curatoren hier uitgebreid aan bod. Meer informatie over de Invest Week is binnenkort te vinden via www.stroom.nl.