Detective spelen met Vermeer
Ruim 320 jaar na zijn vertrek, keert Het Straatje van Vermeer tijdelijk terug op het oude honk. Het werk hangt in het museum Prinsenhof Delft en gaat samen met een nieuwe app en een controverse over welk huis het nou is, dat Vermeer daar schilderde.
Vermeer komt Thuis is een grappige benaming voor een kunstenaar die al een paar eeuwen is overleden. Exacter zou zijn Vermeer maakt een reis, om precies te zijn het beroemde doek Het Straatje van Vermeer uit 1658, dat een reisje heeft gemaakt van het Rijksmuseum naar Museum Prinsenhof Delft.
Er zijn maar twee Delftse stadsgezichten van Vermeer bekend (de ander hangt in het Mauritshuis) dus is het een big deal dat het doek eindelijk in Delft te zien is. 2016 is zelfs uitgeroepen tot Jaar van Vermeer.
Het Straatje
Wat is er nou zo bijzonder aan dat ene doek? ‘‘Het Straatje’ is een fraai voorbeeld van de vernieuwing van de Delftse schilderkunst in het midden van de zeventiende eeuw,’ vindt Patrick van Mil, de directeur van het Museum Prinsenhof.
Het is ook zeldzaam. Al met al zijn er niet meer dan 35 Vermeers bewaard gebleven, waarvan er vier hangen in het Rijksmuseum, en het was al meer dan een halve eeuw geleden dat er een Vermeer in zijn Delft te zien was.
Het doek hangt er allenig bij aan het einde van de kleine expositie, achter glas en voortdurend met een kluwen van mensen eromheen, die het godzijdank nalaten om er selfies van te maken.
En ja, het doek is echt erg mooi. Met maar een doek kun je een keer de tijd nemen. De prachtige mahoniebruine kleuren van de huizen, de intense witte kleuren van de wolken in de verte, het zilverachtige groen van de druivenstruik links. Het versleten wit aan de bovenzijde van de poort kan ik ook geen genoeg van krijgen. Meer over de details van het doek.
Vlamingstraat
Het zou dus de Vlamingstraat 40-42 zijn geweest op dat doek. Historicus Frans Gijzenhout haalde het wereldnieuws door dat na veel onderzoek te vertellen. Tegenwoordig ziet het er zo uit:
De andere gegadigden
Maar er waren altijd andere gegadigden voor ‘het Straatje’. In 1922 had men het idee dat het Achterom 47 was. In 1944 dacht een journalist het huis te zien op Spieringstraat 1. In 1957 dacht men aan een ander huis aan de Vlamingstraat (nummer 22).
Vijf feiten zijn essentieel: het huis moet aan een gracht hebben gelegen (de schrobgoot), aan de noordzijde (lichtval), het rechterhuis moet de brand van voor 1536 hebben overleefd (de gevel is ouder), de gevel van het rechterhuis moet tussen de 5 en 7 meter breed zijn geweest en rond 1660 was er sprake van een dubbele poort.
Gijzelhouts bron was het Register op het kadegeld uit 1667. Linksonder bij de pijl is de naam van tante Ariaantje leesbaar.
De Amerikaanse historicus Benjamin Binstock vond de Oude Langedijk een betere kandidaat. Binstock zegt dat de katholiek geworden Vermeer geen contact meer had met zijn protestantse familieleden. Gijzenhout: ‘Hij heeft zijn tante zelf financieel geholpen toen hij zelf een man van aanzien was geworden.’ (Bron AD 14 maart 2016)
Philip Steadman, docent aan University College London en schrijver van Vermeer’s Camera, heeft goede argumenten dat de Voldersgracht wordt afgebeeld, vanuit het familiehuis aan de Grote Markt. Een andere theorie is dat Vermeer het straatje gewoon had verzonnen aangezien hij zichzelf in zijn Gezicht op Delft ook schilderlijke vrijheid veroorloofde.
De expositie gaat alle mogelijkheden langs, alsof het nu voor eens en altijd deze discussie wil afsluiten. Met vier grote touchscreens kun je als het ware detective spelen. “Wie is de mol?” wordt hier “Waar is het straatje?”
Een aardig voorbeeld hoe je in musea interactieve multimedia kunt gebruiken. Want hier krijg je een kaart van Delft met alle mogelijke gegadigden en als je doorklikt, zie je de bewijzen van de betreffende locatie, en met een cijfer kun je oordeel geven over de geloofwaardigheid ervan.
Makkelijk is het niet. ‘Ah, laat maar zitten,’ zegt een vrouw als haar man na drie pogingen haar uitleg niet snapt.
Slalommen door Delft
De magere oogst van maar een Vermeerwerk wordt gecompenseerd met een forse scheut digitaal experiment. Zo kun je de app ‘Waar is Vermeer’ downloaden en door Delft rondlopen met Vermeers tante Ariaentgen Claes van der Minne (Ariaantje), die dus woonde in de Vlamingstraat.
De app gidst je dwars door Delft en laat je slalommen tussen de door vlaggetjes begeleide toeristen door. Een speelse manier om de kunst buiten voort te zetten. Zouden musea vaker kunnen doen. Een lekker stukje lopen combineren met cultuur kan nooit kwaad.
Je leert ook nog wat over Delft zelf, zoals de impact van de kruitontploffing van 1654 op schilderkunst. Schilder Carel Fabritius, amper dertig en een voormalig assistent van Rembrandt, verloor daarbij zijn leven, maar Vermeer kwam er goed van af. Veel van Fabritius’ schilderijen werden ook vernietigd tijdens die explosie.
In Gezicht op Delft, een biografie van Vermeer uit 2002, brengt Anthony Bailey deze gruwelijke gebeurtenis tot leven: ‘Het was nog steeds een heel gewone Delftse maandagochtend. En ineens leek de aarde open te barsten – gordijnen, vloerkleden, deuren, ramen, messen en lepels, broden en biervaten vlogen in het rond. En ook dingen die kort daarvoor nog leefden. Armen, benen, torso’s en hoofden vlogen heel of in stukken de lucht in en kwamen weer naar beneden.’
En wat een talent daarmee verloren is gegaan, kun je zien in dit modern ogende Delftse perspectief van Fabritius.
De expositie duurt nog tot 17 juli 2016. De app is te downloaden via de Apple Store (Nederlandse versie / Engelse versie) en Google Play (Nederlandse versie / Engelse versie).