Invest Week Interview #1: Mariska de Groot

Het atelier van optisch geluidskunstenaar Mariska de Groot (1982), op een steenworp afstand van het Zuiderpark, is een gezellige verzameling gereedschap en materialen.

Midden in de ruimte trekt een overheadprojector de aandacht. We spreken over analoge kunst, neonlampjes uit de Sovjet-Unie en de vele petten die een kunstenaar draagt.

Invest Week Interview #1: Mariska de Groot
Mariska de Groot

Het maken van optische geluidsinstallaties komt vast niet uit de lucht vallen. Welk moment bracht je op dat pad?

“In 2005 ben ik afgestudeerd als grafisch ontwerper. Een paar jaar later deed ik in de filmwerkplaats in Rotterdam een workshop bij Bruce McClure. We plaatsten blokjes en rondjes op de filmstrook en de geluidstrook. Als je dat in de filmprojector gooide, zag je eerst het streepje, en dan hoorde je het geluid pas: streep plok, streep plok. Dat was wel een wow-moment.

“Toen ging ik de master ArtScience doen, en besefte ik halverwege het eerste jaar: dit is geweldig, ik wil hiermee verder. Anderhalf jaar lang heb ik me gestort op optisch geluid, met name de geschiedenis. En ook de techniek. Ik kon nog geen soldeerbout vasthouden.

Links: Still uit Cinechine

“Ik raakte gefascineerd door wat in de machine gebeurde, waar lichtvormen voorbijrazen en geluiden vormen op hetzelfde moment. Toen dacht ik: ik wil midden in die machine staan.”

 

Koos je bewust voor analoge technieken in dit digitale tijdperk?

“Ik kies voor een open structuur, dat je ziet wat er gebeurt. Ik hou sowieso meer van de analoge feeling. Maar als ik een installatie neerzet, dan staat er óók een computer achter. Het digitale speelt voornamelijk een rol op de achtergrond als iets om aan te sturen. Uiteindelijk zit er in de elektronica die ik gebruik ook her en der een digitale chip. Het analoge en het digitale zijn beide mijn gereedschappen.

“Mijn instrumenten en installaties refereren heel vaak aan technieken en uitvindingen in het verleden. Destijds super hi-tech, tegenwoordig obscuur. Vaak zijn het apparaten waar een uitvinder, kunstenaar of wetenschapper jarenlang aan heeft gewerkt, met als doel om iets te bewijzen of te laten zien. Ik wil een onzichtbaar element uit die machines zichtbaar maken.

“Met Cinechine kwam ik er al heel snel achter dat de eerste synthesizers volgens het optische geluidprincipe werkten. De schoonheid van die machines zat ergens binnenin, en ik heb dat opgeblazen en groot gemaakt.”

 

Is dat de basis waar je start? Je bekijkt zo’n machine en je laat je fantasie erop los?

“Elk volgend werk is een reactie op een vorig werk. Zo is Cinechine het beginpunt geweest voor Nibiru. Het eerdere werk schept een onvrede of juist een nieuw idee voor een andere installatie.

“Die wielen hebben een bepaalde statigheid. Op een gegeven moment kreeg ik het verlangen om tijdens een performance veranderingen in het patroon te hebben. Toen kwam ik op deze tekenmachine, die patronen tekent in de lucht. Ik zie het als een tussenstap naar weer nieuwer werk.

“Het is ook meer dan een machine, want ik maak er performances mee, zodat het een instrument wordt. De instrumenten hebben mij nodig als aanstuurder. Ik ben de operator.”

 

Heb je het gevoel dat je veel ruimte hebt om te kunnen experimenteren? Je ziet veel video-art, performances en installaties, maar jij combineert al die mogelijkheden.

“Ik ben constant bezig om mezelf uit te vinden. Het is meer een kwestie van dingen combineren, zo do it yourself mogelijk op te lossen. Er zijn inderdaad niet veel mensen die dat doen, ik kom ze niet vaak tegen. Dat mis ik soms wel.

“Ik heb anderhalf jaar veel in Berlijn gezeten, daar maken instrumentenmakers dingen die op een tafel passen en die in een uur zijn op te bouwen, of minder. Dan maak je plaats voor de volgende. En zo verder. Daar is ook het hele performanceleven in Berlijn op gericht.

“Den Haag heeft wel een grote scene van mensen die hun eigen instrumenten maken en uitvinden. Dat komt door die ArtScience-opleiding. Ik zit ook bij het instrument inventors initiative. Een groep kunstenaars die hun eigen performance-instrumenten maken.”

Geluid is belangrijk in je projecten. Heb je een persoonlijke voorkeur voor de warme basgeluiden zoals je kunt horen in Cinechine?

“Ik hou inderdaad van een lage bas die voelbaar is, die voel je in je buik, terwijl een hoge toon, die voel je in je hoofd of je oren. Ik ben wat dat betreft meer centrumgericht.

“In mijn installatie weten mensen vaak niet waar het geluid vandaan komt. Ze denken vaak dat het een sample is. Terwijl bij mij het licht het geluid maakt, het is een één op één relatie.

“Ik merk wel dat als ik Cinechine aan het componeren ben, dat ik meer een hang heb naar lage tonen. Die moeten ook goed uitkomen. Het is een machinaal, industrieel geluid dat je doet denken dat je in een motorkamer bent van een boot, of in een industriehal rondloopt. Dat past heel goed bij dat werk.

Invest Week Interview #1: Mariska de Groot
Murmur Singing

“Soms is het zo laag dat je het alleen kan voelen. Zoals in murmur~singing, die ik heb uitgevoerd met Yolanda Uriz. Daarin vang ik de reflecties van het water op, zend ik naar een speaker die onder een pan zit, die weer begint te bewegen, waardoor het water weer beweegt. Het is een feedbacksysteem. Water is heel traag. Het geluid daarvan is ook heel laag en dat doet denken aan aards gerommel…

“Veel werken van mij en van mijn collega’s moet je echt ervaren, dat valt niet vast te leggen in film of foto’s. Daarvoor gaat het te snel, is het te laag of te hoog. En zeker als er ook geur bij komt kijken.”

 

Kun je je werkwijze uitleggen aan de hand van een van je projecten?

“Tijdens Shadow Puppet? is het idee ontstaan om een ruimte te vullen met scannende lichtprojecties die geluidsmodules aanmaken. Het originele idee was om met een lichtbron heel snel een ruimte te scannen, waarna als je er doorheen loopt het licht blokkeert. Je laat dan een soort schaduw achter in het geluid. Uiteindelijk is het een heel ander werk geworden.

Invest Week Interview #1: Mariska de Groot
Still uit Shadow Puppet?, met Dieter van Doren

“We hebben vervolgens deze installatie gemaakt, LFS1, met neonlampjes uit de voormalige Sovjet-Unie. Het geluid komt van het transparante sheet dat eromheen gevouwen is. Daar is een conductieve lijn van zilver op geprint. Omdat het om het buisje heen is gevouwen, geeft het ook 360 graden geluid.

“De rondraaiende spots, een dunne streep, hebben de rol van dirigent. Als die langskomen op een zo’n module, gaat die module aan, en komt ie nog een keer langs, gaat ie uit. Omdat het er zoveel zijn, dertig, veertig, ontstaan er verschillende patronen van licht en geluid in de ruimte. We hebben een soort bizarre biotoop gemaakt. Dingen gaan aan en uit, de geluiden komen overal vandaan, een soort organische omgeving.”

Zitten er nog andere projecten in de pijplijn?

“Over twee weken ga ik met Nibiru naar Lyon. Dat is een instrument waar ik tijdens de performance de stand van de verloren planeet Nibiru als het ware mee track. De mythe is dat Nibiru iedere 3000 jaar ons zonnestelsel doorkruist. Tijdens de performance teken ik de loop van die planeet.

“Een omgebouwde overheadprojector wordt met leds aangestuurd, die ik zelf aanstuur met een modulaire synthesizer. In die tekenmachine houden twee pendulums een pen vast, twee pendulums het onderblad. Uit die twee bewegingen ontstaan mathematische tekeningen. Het instrument is ooit uitgevonden om te laten zien hoe twee harmonieën in geluid eruit zouden kunnen zien.

“Zodra ik de naald van de pendulums laat vallen, begint ie te tekenen. Op de wand tegenover zie je opeens vanuit het niets heel groot een lijn ontstaan. In die projectie staat een andere speaker op een pendulum. Die is lichtgevoelig en draagt een lichtsensor. Die begint de tekening te scannen. Dan hoor je synthetische geluiden van die synthesizer. Een combinatie van het versterkte geluid van de knarsende pendulums, samen met jaren zeventig computergeluidjes.”

Invest Week Interview #1: Mariska de Groot
Performance Nibiru © Ed Jansen

Als we projecten achter elkaar zetten, welke evolutie kunnen we er dan tot nu toe uit destilleren?

“Ik merk dat ik nog steeds wel een erg visuele kunstenaar ben. Door middel van het visuele maak ik geluid, in plaats van andersom. Dat begint nu een beetje te veranderen. Ik krijg meer kennis van geluid.

“Ik ben technisch beter geworden en weet mijn materialen beter te vinden. Voor elke installatie die ik maak, kies ik bijvoorbeeld voor een bepaalde lichtbron. Of het nu een neonbuisje uit de Sovjet-Unie is, of een laser, of een blauw ledje, of een ouderwetse gaslamp, dat ligt heel erg aan het werk dat ik maak.

“Voor mijn gevoel ben ik ook nog maar relatief kort bezig. Sommigen van mijn werken heb ik ook in samenwerking gemaakt met anderen. Dan is de vraag: wat is mijn eigen ontwikkeling, en wat is er ontstaan onder invloed van samenwerking?”

 

Je hebt in je projecten eigenlijk drie petten op: eentje die de compositie maakt, die het beeld maakt en die de hele performance maakt.

“Ik ben de bedenker van het werk, ik ben ontwerper van het werk, ik realiseer het werk, ik ben de componist van het werk en de uitvoerder. Dus niet drie maar vijf petten! En ik ben ook nog mijn eigen boekhouder. Én mijn eigen PR-man. Ik moest afgelopen jaar met een 3D-printer leren omgaan. Dus soms komt er nog een pet bij.”

 


Foto’s © Mariska de Groot, tenzij anders aangegeven. Ed Jansens foto van Shadow Puppet? is door UNESCO gepubliceerd.

In aanloop naar de aanstaande Invest Week in juni presenteert Jegens & Tevens in samenwerking met Stroom Den Haag een reeks persoonlijke portretten. Meer informatie over de Invest Week is te vinden via www.stroom.nl.