Het leven in een fantasiestad
Wat als je geweldig kunt tekenen? Dan kun je toch best hele werelden scheppen? Charles Avery’s fantasiemaatschappij ‘The Islanders’ lijkt op de onze, maar is toch even anders. In Gem kunnen we zijn werk van de afgelopen vijf jaar bekijken, nadat Boijmans ooit het eerste deel van het project had laten zien.
Onomatopoeia
Volgens de theorie van het multiversum zijn niet alleen sterrenstelsels met elkaar verbonden, maar ook hele universums. Misschien bestaat Avery’s parallelle tekenuniversum ook wel ergens. Het lijkt wel een beetje op onze wereld. Mensen werken, studeren, winkelen, fietsen en hangen rond. In ons artikel van 15 februari 2015 licht Avery toe hoe hij zijn wereld vormgeeft.
Onomatopoeia (Nederlandse woord hiervoor: onomatopee) is de hoofdstad van zijn fantasiewereld. Zoals wij zitten opgesloten in de onze, zitten de Onomatopeeërs vast in de zijne, en misschien kijken zij wel in hun musea naar foto’s van onze maatschappij.
De details laten zien dat deze stad toch echt anders is. Honden ontpoppen zich als geheimzinnige zwarte beesten. Je komt politieke posters tegen met eigenaardige slogans. Een kerk genaamd The free church of logical positivism. Mensen dragen krakelingen en kubussen als hoofddeksels. De gebouwen zijn glanzende jaren vijftig gebouwen. Iemand heeft een bizarre fiets, bestaand uit Duchamps readymades.
Het is een stad waar mysterieuze posters aan de muren hangen. L’escargot Quadrato, open soon. Een mimespeler en de tekst Dasein. En: What’s the matter with idealism, darling? En: It Means! It means!
Het is vindingrijk om met zulke ‘eigen symbolen’ te komen en ik vind ze ook nog eens esthetisch heel mooi.
Snakken naar uitleg
Je hersenen snakken naar uitleg waarmee deze symbolen verklaard kunnen worden. Is dit het werk van een soort communistische staat? Of moet ik er een dictatuur in zien? Maar zo simpel is het niet. Avery zoekt geen confrontatie met zijn werken. Dit is geen wereld à la 1984 maar ook geen utopische staat.
De ruggengraat van deze maatschappij is filosofie. Deze wereld is gekanteld door de denkbeelden van Avery, op het gebied van wiskunde, literatuur en kunst. William Blake en Joseph Beuys worden genoemd als inspiratiebronnen.
Met al deze invloeden laten de tekeningen zich bekijken als een licht surrealistische film. Een meisje met roze haar probeert haar twee zeurende kinderen te negeren. Haar voet rust op een roze ballon. Hondachtige wezens zoeken naar eten. Een man in een gymoutfit noteert wat in een kladblokje. Hij is in overleg met een man die iets wegheeft van een fascist. Op de achtergrond is een man met een krakeling op zijn hoofd in een soort trance. Enzovoort.
Ongeacht de betekenis, maakt de formidabele tekenstijl veel indruk. In het epische werk Untitled (Place de la Revolution) gebeurt zoveel, je kunt er uren naar kijken. De creativiteit en het tekentalent spatten ervan af. Een uitvergroting van de rechterkant van de tekening is al een kunstwerkje op zich:
Strip is niet ver weg in deze tekeningen. Ik zie invloed van striptekenaars als Will Eisner, Goossens en Boucq, alle drie even geweldige tekenaars van absurde verhalen, en waar ik ook van ieder detail kan genieten. Zij zijn de kant opgegaan van artistieke strips; Avery ging de kant op van kunst in de stijl van strips.
Avery’s universum doet denken aan een andere expositie van niet lang geleden: Paul Noble in het Boijmans in Rotterdam. Ook hij schetste met potlood zijn universum: Nobson Newtown, met minstens zoveel oog voor detail. En niet te vergeten Marcel van Eeden, die vorig jaar in het GEM te zien was. Een bevestiging dat pur sang tekenaars momenteel aan populariteit winnen.
En net als bij Noble zijn er niet alleen tekeningen, maar ook beelden en installaties. En dat is ook mijn voornaamste kritiek op de tentoonstelling: de objecten kijken makkelijk weg (zoals dit bad met alen) maar ogen ook als iets wat er even bij gedaan wordt om het wat luchtiger te maken, wat ‘kunstiger’. Dan had ik een 3D-straat van Onomatopoeia meer op prijs gesteld. Een performance zou ook misschien geen gek idee zijn. Hoe zou een onomatopeese muziekband hebben geklonken?
Charles Avery – What’s the matter with Idealism? is in het GEM te zien tot en met 7 juni 2015