Een prettig dwaalspoor
Sociaal commentaar in de schilderkunst is niet ongewoon. Maar bij Jakob de Jonge (1982) is het alsof de boodschap ergens vervormd wordt zodat het er niet uitkomt als een hapklaar brokje kritiek, maar als fris surrealisme. Zelf zegt hij in een interview: ‘Ik wil zeker niet dat mijn werk zoekplaatjes, rebussen of cartoons worden van waaruit mijn politieke opvattingen direct te lezen zouden zijn.’
In Galerie Helder lijkt het aanvankelijk alsof we kijken naar commentaren op terrorisme, nucleaire energie, technologie, het leger. Alsof we weer in 1982 rondlopen! Je reinste geëngageerde kunst! Maar dat is bedrog. Als je goed kijkt, mis je conclusies, is er geen boodschap, voel je geen razernij, maar zie je iets veel beters: puur schilderplezier met eindeloze subtiliteit.
Zou het wel als sociale kritiek zijn bedoeld, dan had je de werken geconsumeerd en erom gegrinnikt, zoals je een luchtige kritiek van Banksy tot je neemt. Je had gedacht: ach, ja, dat is gevat. En je liep weer verder.
Stardust – het doek hangt triomfantelijk middenin Galerie Helder – is even heel wat anders. De toren van Babel, in de vorm van een kerncentrale. Het oogt als typische Banksy-ironie. Maar wacht: komt daar kosmos rokend uit de schoorsteen van deze stad? Sociale kritiek? Dit is meer het tegenovergestelde, lijkt me. Een prettig dwaalspoor in elk geval.
Fraai is ook Shadows. Het is knap hoe je de aanslag van 11 september kunt verwerken in een vrolijk, luchtig doek. De twee flats staan midden in een kalm landschap. Rustieke dorpjes op het dak. Kerkje erbij. Je gedachten vullen de dreigende schaduw en de zeppelin meteen in als voorbode van een ramp, maar misschien zweeft de Zeppelin er netjes tussendoor, en kabbelt het leven door in deze polder, we zullen het nooit weten.
Immens oog voor detail
En als de thema’s je niets doen, dan is er nog de bewondering voor het immense oog voor detail. Luchten, landschappen, schaduwen.
Het is de mooie schilderstijl die de ideeën tot leven brengt. Vooral de felle luchten zijn kunstwerkjes op zich, zoals Politics laat zien, of de lucht in Flycatcher (hiernaast).
Het is duidelijk dat de kunstenaar in 2014 een goede periode doormaakt.
Een jaar ervoor maakte De Jonge Civilization, een soortgelijk werk als Stardust, waarbij de stad lava braakte. En ook de varende eilandboten van Progress had hij al in andere vormen gemaakt.
Deze recente versies ogen completer. Een optelsom van schilderende evolutie.
Soms nog een beetje aan het zoeken naar het juiste evenwicht tussen taferelen, maatschappijkritiek en kunst. Werken als Source en Entertainment werken daarom niet zo voor mij.
Hopelijk evolueert zijn werk langzaam in de richting van de helaas nog steeds onbekende kunstenaar Wolfgang Lettl, die ook al vroeg in zijn loopbaan zijn eigen stijl ontwikkelde. Hier en daar zie ik ook Max Ernst terug. Zelf noemt De Jonge onder andere Wilhelm Sasnal en Peter Doig als inspiratiebronnen.
Een amoebeachtige slak van anderhalve meter
Je zou met deze opvallende doeken bijna vergeten dat er hier en daar nog piemelvormige objecten de galerie sieren. Werken van Willem Speekenbrink (1953). Groot en klein, zwart en wit. Mysterieuze wezens van steen – sommige zouden prehistorische vondsten kunnen zijn van primitieve wezens. ‘Dit is een replica van een amoebeachtige slak van anderhalve meter, waarvan het fossiel onlangs werd teruggevonden in de Rocky Mountains.’
Geestig, gewaagd, speels. Het zijn zachte, vriendelijke beelden. Zwanenzang en Acte de présence (ogend als een miereneter op een kussentje) zijn mijn favorieten.
Dit zijn monumenten van het leven, het leven daarmee teruggebracht tot de essentie: voortplanting. Misschien vul ik te veel in. Alhoewel het soms aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Vooral In memoriam is erg duidelijk… Pijnlijk duidelijk zelfs (voor een man dan). Misschien dat je er even om lacht, maar dat is een verwarde lach, van een boer met kiespijn.
De expositie in Galerie Helder (Tasmanstraat 188) loopt nog tot en met 16 november. (Vrijdag tot en met zondag 13-19 uur geopend.)