Een kubist tussen moderne modernisten

Het aardige van moderne kunst is dat je soms vergeet hoe groot de familie van het modernisme wel is. Exact honderd jaar geleden was Henri Laurens al met kubistische beeldhouwkunst bezig. Een overzicht van zijn werk is nu te zien in Beelden aan Zee tot en met 26 oktober 2014. Na honderd jaar kun je redelijk goed inschatten hoe gedateerd of hoe fris het nog is. En het is opmerkelijk dat zijn werk soms frisser oogt dan dat van iemand die in 1970 is geboren.

Henri Laurens (1885 – 1954) moeten we zien als de jonge steenhouwer die in zijn woning Montmartre aan het ploeteren was om minimaal zo goed te worden als de fameuze Rodin. Niets in hem dacht eraan om iets anders te proberen. Tot hij rond 1910 ineens in gesprek raakte met mannen als Léger, Braque en Archipenko. Zij  overtuigden hem om het kubisme een kans te geven.

Laurens zou overstag gaan en later zelfs tot ‘de harde kern’ van het kubisme behoren. De minst bekende van de grote namen is hij genoemd. Hoewel hij erkenning had van iedereen in de wereld van het beeldhouwen, is hij nooit zo beroemd geworden als collega’s als Zadkine en Brancusi. Des te leuker is het voor ons om zijn werk zonder de massa’s erbij te ontdekken.

laurens__negresse_1934

Negresse, 1934

Eerst gebruikte hij diverse materialen, maar vanaf 1918 was het nog louter gips, terracotta en steen. Vanaf 1940 werden de beelden wat voller en swingender. Het museum noemt ze ‘uitgesproken sappige beelden’ en dat is de enige juiste naam voor die beelden. Bij Henri Laurens is rond dan net zo aanwezig als hoekig. En vanaf dat punt lijkt elk beeld zijn eigen leven te gaan leiden. Wonderschone resultaten zijn er te zien, als je geduldig kunt kijken.

Wat vooral opvalt, hoe subtiel de overdrijving is van de vrouwen die hij vervolgens afbeeldt. Het is geestigheid met een subtiliteit die je niet vaak meer zo ziet. Je hoeft er ook niet om te schaterlachen, het zijn gewoon zulke mooie overdreven vormen dat het een grijns om de mond tovert, alswel bewondering voor de techniek waarmee hij dat voor elkaar kreeg.

Het is aardig om de werken van Laurens dan te vergelijken met die van de moderne beeldhouwers om hem heen, als je ze zo nog kunt noemen, want juist gips, terracotta en steen komen er niet meer aan te pas. Dan vallen een paar dingen meteen op: hoe belangrijk techniek is geworden, hoe de subtiele humor is ingeruild voor plattere ‘tongue in cheek’ humor, en hoe dominant kleur is geworden.

Duo (Lodie, Paola, Denis, Amélie, David, Siet en Camille), (Daniel Firman) 2013

Wat is de overtreffende trap van een beeld? Een echt beeld. Polyurethaanhars is het materiaal waarmee Daniel Firman in 2013 de dansers Lodie, Paola, Denis, Amélie, David, Siet en Camille heeft vereeuwigd in het werk Duo. Die naam is niet zo gek als het lijkt want deze zeven Madame Tussaud’s-achtige beelden zijn dansers die steeds een duet hebben gedanst met hun voorganger, waarna er een afgietsel werd gemaakt van de lichamen. Ze zijn zo realistisch dat je meer denkt aan de levende standbeelden die je vroeger zag in de winkelcentra (waar zijn die eigenlijk heen?) dan aan een levenloos beeld.

Is het ‘een onderzoek naar choreografie’ of knap vakwerk? Ik neig naar het laatste. Technisch is het een belangrijke stap in het beeldenvak. Maar hyperrealisme is ook niet alles; het moet ook wat met je doen als kijker.

Dan passeer je het werk Tu en as du culot! / Jij durft! van Les deux garçons (Michel Vanderheijden van Tinteren en Roel Moonen). Taxidermische ‘mixed media’. Over technische vaardigheid gesproken. En humoristisch, ook dat. Zo ‘tongue in cheek’ als het maar kan want je hoeft niet echt lang na te denken over de muizen die bang zijn van een hagedis.

les_deux_garcons__jij_durft

Tu en as du culot! / Jij durft! (Les deux garçons), 2014

De expositie eindigt ten slotte met een grote, lichtgevende smile van Bruno Peinado, die opmerkelijk genoeg bij mij juist het tegenovergestelde bewerkstelligt. Is dit serieus? Is Peinado na alle denkwerk over alles wat met de moderne kunst te maken heeft hierop gekomen? Wil hij ‘dagelijkse beelden uit hun context halen’ of is het iets dat in 1967 al achterhaald zou zijn? En dan nog de pretentieuze titel: Sans titre, Endless summer, die duidelijk maakt dat we het niet moeten zien zoals we het zien: een lichtgevende smile. Ik neig naar scepticisme.

Sans titre, Endless summer (Daniel Peinado) 2007

Zo kun je zestien jaar geboren zijn na het overlijden van Laurens, maar is die je met zijn ‘naakt met druiven’ nog altijd tijden vooruit.

Nu à la grappe, 1952

Te bezichten tot en met 24 oktober 2014 in het museum Beelden aan Zee.