Dierentuin met strandbeesten
Je zal maar nietsvermoedend wandelen over het strand en een van Theo Jansens strandbeesten komt op je afgestormd. Dan duik je misschien in een reflex wel de zee in. Theo Jansen maakt al jaren fantasierijke strandbeesten en in de electriciteitsfabriek zien we nu een dwarsdoorsnede van zijn werk, die duurt tot en met 3 mei.
Het is een frisse lentedag en de fantasiemonsters doen het rustig aan. Ze kuieren hier en daar wat rond, langzaam, voortgeduwd door een voorzichtige bezoeker, die vooral zijn best doet niets te breken.
Komt dit beest uit het Calidium of het Tepideem? Met gevoel voor humor heeft Jansen zijn hele loopbaan verdeeld in verschillende perioden, als een satire op het ernstige beroep van de archeoloog. Het Calidium is bijvoorbeeld de periode van 1993 tot en met 1994, ook wel de ‘hete periode’. ‘De grote ontdekking was de hete luchtbrander.’ Gevolgd door het Tepideem, dat van 1994 tot en met 1997 duurde, ‘de lauwe periode’.
Zelden eerder zag je een eerlijker, scherpzinniger schets van een kunstloopbaan. Hier zie je waar oefening baart kunst soms toe leidt. Het begon toen Jansen op een zomerse dag in september bij de Gamma pvc-buisjes stond af te rekenen. Er zal vast iemand (tijdens het Gluton) gelachen hebben toen Jansen na een jaar lang ploeteren de Animaris Vulgaris nog steeds niet kon laten opstaan.
Maar de volhouder wint. De beesten leerden opstaan en later zelfs bewegen, gedreven door wonderlijke hydraulische processen. De beesten van het Vaporum (2001-2006) bijvoorbeeld leren zelfs de wind op te slaan via plastic PET-flessen. Harde strandwinden deren deze beesten niets. Waar is dat lachebekje van het begin dan nog?
Midden in de hal staat zo’n beest, de Animaris Suspendisse, waar Jansen tijdens de expositie aan werkt. Met z’n plastic flessen rolt het beest – als je niet oppast – met geraas over je heen. Vandaar de gepaste waarschuwing vooraf om niet te dichtbij te staan als je foto’s neemt.
Boven is de geschiedenis van Jansens werk te zien. Je ziet uitgestalde onderdelen van zijn beesten. Ze doen denken aan archeologen die een oud Keltisch dorp hebben ontdekt en alle afgestofte beenderen geordend hebben neergelegd. Een fotogeniek geheel. Er wordt sowieso gretig op los gefotografeerd in de hal. Of de bezoekers de beesten fotograferen of de enorme hal, is niet altijd duidelijk, maar wat doet het ertoe.
De tentoongestelde beesten zijn mooi maar hier en daar zien we in filmpjes flarden van de beesten in hun echte habitat, zoals in dit voorbeeld. Dat is het strand. We zien de beesten aangespoord door forse rukwinden over het strand lopen. Ze ogen dan ineens springlevend. Je denkt aan dubbelkoppige wormen die zand aan het grazen zijn. Minder vreedzaam ogen de zijwaarts lopende reptielen. Last van territoriumdrift hebben de over het strand rennende reuzenkrabben. En de duizendpotige Stegosaurussen met hun wapperende zeilen houden alles goed in de gaten.
De kunstenaar lijkt in de filmpjes soms meer een dresseur van de strandbeesten. Een lasso zou hem meer van pas komen dan een penseel. Of is hij meer een dirigent van een orkest van beesten?
Vragen borrelen op. Hoe krijg je die beesten op het strand? Hoe kan dit überhaupt bewegen? Je denkt eerder aan de bescherming van deze tere constructies dan om ze bloot te stellen aan de elementen. Maar de tere constructies zijn alleen maar uiterlijk. Van binnen zijn ze wonderlijk onverwoestbaar want ze hebben allemaal hun ‘wilde tijden’ op het strand overleefd.
Voor de waardering van de werken is enig gevoel voor wetenschap wel op zijn plaats. Je kunt Jansen zelf horen uitleggen tijdens de expositie maar het is ook leuk om dit onderzoek van de tv-wetenschapper Adam Savage op Youtube te gaan kijken. Savage verklaart daarin een groot fan te zijn van Jansen.
De kunstenaar gelooft in evolutie en evolutie heeft hem terugbetaald met deze prachtige overzichtsexpositie. En de beesten zelf? Die doen denken aan een dierentuin, waar tijgers heen en weer sjokken. Ook hier staan ze ongemakkelijk. Het is niet hun habitat. Daar verandert een turbinehal niets aan.
Wekelijks vrijdag, zaterdag en zondag in de Electriciteitsfabriek, De Constant Rebecqueplein 20. Entree € 6,50 en € 5,- met korting. Meer informatie op de site van Theo Jansen. Introductiefilmpje van de expositie.