De zee die van de muren klotst
Schuin tegenover een hippe kapper in de Herderstraat bevindt zich een galerie waar het water kunstzinnig van de muren klotst. In galerie Maurits van de Laar is de zee inspiratiebron geweest voor een aantal kunstenaars. De zee blijkt veel oerkrachten en mythische fantasieën op te roepen. De expo loopt tot en met 2 februari.
De slag van Chatham
Als je binnenloopt vallen de donkere werken van Rens Krikhaar aan de rechterkant meteen op. We kijken naar de slag van Chatham, 1667. Een historische slag waar de Nederlandse marine de Britse marine een van de grootste nederlagen uit de geschiedenis toebracht.
Het is een zeeoorlog die je voelt. Ik zie al voor me hoe een ooggetuige deze chaos en duister (rookwolken van al die brandende schepen) zou tekenen in een gesprek met een kunstzinnig therapeut, als je die in 1667 zou hebben gehad.
Het geeft een gek gevoel. De explosie is onmiskenbaar zeventiende-eeuws maar de impressionistische visie laat zien dat we begin twintigste eeuw al minstens zijn gepasseerd. Originele schilders van deze slag zoals Jan van Leyden, Pieter van Soest, Willem Schellinks en Peter van de Velde zouden Krikhaars duistere interpretatie ongetwijfeld niet realistisch genoeg hebben gevonden. Maar dat hoort ook bij de beperkingen van hun tijd.
Het volgende deel van Pirates of the Caribbean zou inspiratie kunnen putten uit de zeemonsters van Krikhaar in Under sea disturbances. Kansloos zijn ze allemaal, die mensen, tegen een gigantische octopus.
Ook hier komt wat geschiedenis bij kijken. Je hoort in dit werk een echo van de veertiende-eeuwse legende van ‘de kraken’. Deze kraken krijgt nog wat hulp van bizarre vriendjes als reusachtige krabben en zwemmende skelettenhoofden. De zee is voor hen een badkuip en de nietige scheepjes een stuk speelgoed.
Spelletje moralistisch ganzenborden
Draai je je om, sta je ineens oog in oog met een heel andere fantasierijke verbeeldingskracht. Surface van Stan Klamer is een erg fraai werk waar je veel kritiek uit kunt halen op onze omgang met de zee.
Gaat dit over de plastic soep in de oceaan? Is dit de dna-helix van de zee? Of een spelletje moralistisch ganzenborden? In elk geval is het werk echt een lust voor het oog.
Klamer laat met meer werken zijn fascinatie voor cartografie zien. Het doet me een beetje denken aan hoe je vroeger als kind onbestaande eilanden ontwierp. Brengt hij met zijn cartografie zijn eigen verbeelding in kaart? Zelfverzonnen eilanden met lappen tekst eromheen wisselen af met eilanden waar de kleuren doen denken aan de vroegere kleurentelevisies, die soms ook onscherpe kleuren hadden.
Het werk van Astrid Nobel (Wait I’m in the middle of something) laat zich minder makkelijk uitleggen. Een ansichtkaart, een trapje en een doek. Wat is de samenhang? De romantiek van de zee (het doek) versus de reis (ansichtkaart en zwembadtrap)? Het zou ook over de romantiek van de oude schilderkunst versus de kunst van de moderne tijd kunnen gaan.
De echte zee
Een andere kant van de zee, de namaakzee van het theater, komt aan de orde bij Dirk Zoete. Zijn tekeningen lijken potloodschetsen voor het theater. Alsof het ideeën zijn die door de decorbouwer straks worden overhandigd aan de regisseur.
Allemaal leuk en aardig, maar waar is de echte zee? Die zien we in Zeger Reyers Drumkit. Tonnen drijven aan de kust in zee, om binnen de kortste keren te verroesten. We bewonderen evengoed het vermogen van de zee om kapot te maken als het vermogen om muziek te maken met de golven die tegen de tonnen aan klotsen.
De zee zelf als kunstenaar: gezond om de boel eens om te draaien.