Invest Week Interview #3: Eric Peter
Eric Peter maakt sociaal geëngageerde performances. Vanuit zijn grote interesse in de mens en culturele gebruiken en rituelen die wereldwijd van elkaar verschillen, maakt hij deze performances in nauwe samenwerking met die andere mens. Hoewel dit (voor een deel) ook leidt tot tastbare voorwerpen als resultaat, zijn de handelingen en het onderzoek ernaar door middel van samenwerking een essentieel onderdeel van het werk.
Nog maar net begonnen aan een studie Kunstgeschiedenis in Utrecht, ontdekte Eric dat hij zelf een maker was en stroomde via de richting Fotografie door naar de afdeling Fine Arts aan de KABK waar hij in 2013 zijn diploma behaalde en de Afdelingsprijs toegekend kreeg.
Bij binnenkomst in zijn atelier zie ik verschillende objecten, decorstukken in ontwikkeling, staan. Een grote houten stellage waarover gele kledingstukken gedrapeerd zijn, valt daarbij direct op. Deze werden gedragen door de modellen in een fotoshoot, vertelt Eric, die hij onlangs maakte ter presentatie van de eerste exemplaren van zijn sieradenlijn THE HUMAN HEART (2015 en ongoing).
Deze handgemaakte sieraden van in was gegoten conservenblik zijn vervaardigd in samenwerking met een Pakistaanse ambachtsman, Hanif Bhai. Het zijn geen kleine sieraden; de hangers in vormen van harten en het menselijk lichaam hebben een lengte van ± 15 cm.
Kun je mij iets meer vertellen over THE HUMAN HEART?
“In Pakistan is het ambacht nog overal aanwezig, iets wat bij ons bijna verdwenen is. Door zijn relatief grote afmetingen zou je de sieraden ook kunnen zien als sculpturen en wordt het een beetje een vreemde eend in de bijt.
De fotoshoot die ik ervan gemaakt heb, geeft mij weer nieuwe mogelijkheden om te spelen met het platform waarop ik mijn werk presenteer. Tegelijkertijd is het een commerciële flirt, iets waar ik mij over het algemeen in mijn werk nauwelijks mee bezig houd.
Het is belangrijk voor mij dat het werk nadrukkelijk in samenwerking is gemaakt en dat het niet zomaar een uitgevoerde opdracht is. Want dat is waar het werk over gaat; vriendschap en compassie, een verbintenis met je medemens. Het lichaam dient bij het dragen van de sieraden als tentoonstellingsplek. In de toekomst wil ik weer terug naar Karachi om de collectie verder uit te breiden samen met Hanif Bhai.”
Op jouw website las ik: “THE HUMAN HEART is een reactie op onze westerse maatschappij waarin mensen zich steeds minder van elkaar aan lijken te trekken en egocentrisme en competitiedrift het winnen van een saamhorigheidsgevoel.”
Waar komen deze gevoelens vandaan?
“Uit media als de televisie, de krant en verschillende websites, waarbij je wordt geconfronteerd met berichtgeving die in mijn ogen onnodig angst wil voeden over sociale groepen, een bepaalde politics of fear. Ook uit eigen ervaringen zoals contact met onbekenden in een wachtruimte o.i.d. Wereldwijd is dit gaande, maar in het westen is het vooral sinds 9/11 dat bepaalde groepen als zwart schaap worden aangewezen. Nieuws dat geenszins strookt met de ervaringen die ik op heb gedaan tijdens mijn reizen. Toen in Pakistan bijvoorbeeld op één dag drie moskeeën werden opgeblazen, hoorde je daar in het Nederlandse nieuws niets over, maar de kerk die rond diezelfde tijd werd gebombardeerd was wel groot nieuws. Dat geeft een scheef beeld. Tegelijkertijd komen deze gevoelens voort uit ervaringen in de Global South waar saamhorigheid en gemeenschap heel belangrijk zijn.”
Onlangs ben je teruggekomen van reizen door en residencies in Pakistan, de Amazone en de Filipijnen. Wat heeft je deze kant op doen willen reizen?
“Kort na mijn eindexamen aan de KABK heb ik als stagiair meegelopen op Art Dubai. Daar heb ik veel Pakistani ontmoet en de hartelijkheid en kleurrijke cultuur maakte me heel nieuwsgierig naar hoe die ervaring strookte met het beeld dat ik uit de media kende. De Amazone kende ik uit mijn eerste boeken en films over antropologische excursies naar “onontdekte stammen”. Ik wilde de realiteit zien. De residency in de Filippijnen kwam ik online tegen en ik werd heel nieuwsgierig naar dat land met meer dan 7100 eilanden. Op reis gaan wilde ik sowieso. Dit laatste heeft misschien te maken met mijn jeugd. Hoewel ik zelf uit een heel vrij gezin kom, groeide ik op aan de rand van Dordrecht in een omgeving omringd door gereformeerde gezinnen. Op elke vraag had ik genoegen te nemen met één antwoord dat ik voor waar aan moest nemen. Als vlucht was ik altijd op zoek naar meerdere mogelijke antwoorden en waarheden, bijvoorbeeld door simpelweg op televisie naar National Geographic te kijken of boeken over verre volken te lezen.”
Behalve THE HUMAN HEART is tijdens deze reizen ook (een deel van) een ander recent werk, Familiar Strangers: Conversations on the Near Future, tot stand gekomen. Kun je hier iets meer over vertellen?
“Veel van mijn werk komt voort uit toevallige ontmoetingen, gesprekken, een referentie in een boek of een droom soms zelfs. Een paar jaar terug ging ik, voor het slapen gaan, heel veel over een bepaald onderwerp nadenken of schetsen, zodat ik bijna zeker wist dat ik erover zou dromen. De volgende ochtend had ik dan de meest mooie visies over dingen.
Toen ik op een dag, gewoon nog in Den Haag, over straat liep, liep ik een man tegen het lijf die vanuit het niets een gesprek met mij aanging. Hij vroeg of ik hem met zijn telefoon wilde filmen terwijl hij een soort betoog hield over compassie. Ik realiseerde mij hoe bijzonder en waardevol deze ontmoeting was en zag het als een teken; hier moest ik iets mee doen. Dit mondde uit in het film- en performanceproject Familiar Strangers.
Op reis, maar ook in Nederland, maakte ik vanuit ontmoetingen met vreemdelingen performances waarin zij zelf acteerden, of beter gezegd onderdeel werden van, want ze zijn daarbij dicht bij zichzelf gebleven. Deze ontmoetingen en performances zijn op video vastgelegd. Iedere ontmoeting vormt een hoofdstuk en samen vormen zij het gehele werk. Een installatie die hieruit voort is gekomen in de Meelfabriek in Leiden bestond uit de vertoning van drie hoofdstukken/films in combinatie met een tearoom waarin bezoekers de dialoog verder met elkaar aan konden gaan. Alle hoofdstukken zijn nu compleet en op dit moment ben ik bezig het af te monteren. Ook laat ik een online platform maken waarop alles te zien zal zijn en dat naar verwachting in maart de lucht in zal gaan.”
Kun je meer vertellen over je plannen voor toekomstig werk?
“Een volgende stap waar ik mee bezig ben is het doortreken van de performance naar theater met teksten waarvoor ik samen wil werken met een tekstschrijver. Ik ben in contact met vluchtelingen via Global Workforce (een organisatie die de kennis van vluchtelingen, Nederlandse vrijwilligers en organisaties uit hetzelfde vakgebied bij elkaar brengt) voor een samenwerking als voornamelijk acteurs.
Dit kwam voort vanuit een heel persoonlijke intentie. Ik had een Syrische vluchteling ontmoet, maar ik kan verder om politieke redenen niet meer over zijn achtergrond vertellen. Hij vertelde me zijn persoonlijk relaas en over het initiatief dat vluchtelingen (en niet-vluchtelingen) met allerlei kennisachtergronden samenbrengt. Toen pas ontstond dat idee om samen te werken met theaterspelers en acteurs die naar Nederland gevlucht zijn. Wat ik daarmee wil zeggen is dat het veel meer vanuit mijn hart komt dan dat het een rationele keuze is. Dit reflecteert ook op wat ik eerder vertelde; dat dingen heel intuïtief gebeuren binnen mijn kunstenaarschap, maar wel degelijk een theoretische ondergrond hebben.
De werktitel van het theaterstuk luidt Oh Earth, Let me Sing One Last Song for You. “Earth” staat hierin voor het huidige politieke klimaat.
De personages die in het stuk voorkomen zijn gebaseerd op woordcombinaties die ik tegenkwam in de Filipijnen.
Deze combinaties als “South Dream”, “Keeping Distance”, “Generous Government” en “Water Market” werden op een gegeven moment zelfstandige karakters in mijn hoofd. Vijf worden er verder uitgewerkt. De eerste schetsen staan op papier.”
‘Familiar Strangers: Conversations on the Near Future’ is 18 maart t/m 17 april te zien in W139 als onderdeel van de expositie ‘Shifting Spaces’ en op 25 maart in Berlijn in B.L.O. Ateliers als onderdeel van screeningprogramma KIN*K.
Links: Eric Peter I THE HUMAN HEART I Familiar Strangers
In aanloop naar de aanstaande Invest Week in juni presenteert Jegens & Tevens in samenwerking met Stroom Den Haag een reeks persoonlijke portretten. Jonge kunstenaars die een Pro Invest subsidie hebben ontvangen en een selecte groep (inter)nationale curatoren worden door Jegens & Tevens geïnterviewd. Het doel van de jaarlijkse Invest Week is dat de kunstenaars feedback en reflectie op het eigen werk ontvangen van een groep ervaren curatoren, critici en kunstenaars uit binnen- en buitenland. Tot aan 27 juni 2016, als de Invest Week start, komen alle deelnemende kunstenaars en curatoren hier uitgebreid aan bod. Meer informatie over de Invest Week is binnenkort te vinden via www.stroom.nl.