DE AFWEZIGE PICASSO
Ik mocht namens Jegens en Tevens bij de perspresentatie de lopende tentoonstelling van het 3D werk van Pablo Picasso in Beelden Aan Zee zijn.
Nu is het niet gebruikelijk het te hebben over de ontvangst op zichzelf. Maar het bezoek aan deze tentoonstelling wordt natuurlijk bij een dergelijke gelegenheid gevormd door de wijze waarop die getoond wordt. Dat is niet alleen het geheel aan vitrines met daarin het werk maar uiteraard ook de informatie die ermee gepaard gaat. Als de pers komt, is het vanzelfsprekend dat het museum wat extra’s doet. Ik bedoel niet het gebakje bij ontvangst of de lunch na afloop maar het verhaal van gastconservator Jean-Louis Andral, directeur van het Musée Picasso in het Zuid-Franse Antibes en de Picasso deskundige Marilynn McCully die in de catalogus een aantal toelichtingen geeft op het werk dat hier bijeen is gebracht.
Het is werk afkomstig van zowel Antibes, het privébezit van de erven van Picasso en uit het Picasso museum in Parijs en het betreft zo’n 90 keramische en bronzen/metalen werken die nog niet eerder in Nederland te zien waren. Het geheel bestaat uit grofweg drie soorten objecten. Het 3D werk, de diverse traditionele keramiek werken die van schilderwerk en/of toevoegingen zijn voorzien en het werk waarbij de traditionele potten en vazen door Picasso zijn vervormd, aangevuld of versneden.
Het werk vraagt ondanks alle meegeleverde deskundigheid om een eigen interpretatie. Natuurlijk wordt het belang van dit werk in een periode van Picasso’s werk gezien als belangrijk omdat het de overgang weergeeft van de Picasso die op het hoogtepunt van zijn roem stond naar de latere Picasso. Maar dan hebben we te maken met een kunsthistorische betekenis. En kan het werk, keramische werken uit de jaren na 1947, alleen nog gezien worden binnen de kaders van het voorafgaande en het navolgende of in het licht van de invloed die het werk op andere uitoefende. Dit is een interpretatie, die door het museum gehanteerd wordt, die in de weg staat van een onafhankelijke waardering van dit beeldend werk, waardering die het museum tegelijkertijd beoogt.
Een tweede beoordeling zou kunnen zijn die van de deskundige, die vanuit haar grote voorraad aan feiten rondom en van Picasso, toch nu en dan aan het interpreteren van het werk slaat. Zo noemde ze het gebruik van slib als verf bij de drie tentoongestelde duiven, een voorkeur voor de meer aardse materiaaltoepassing. Hier ontstaat een beeld, misschien op goede gronden, waarbij interpretatie op basis van ‘feiten’ wordt gemaakt. Het blijft de vraag in hoeverre dit met de daadwerkelijke situatie overeenkomt. .
De derde manier om naar deze werken te kijken is te zien wat je er zelf bij denkt of voelt. Vind je het mooi of niet, of is het meer interessant of ben je onder de indruk van het gegeven dat deze werken, waarvan een deel zichtbaar probeersels zijn, nu veel geld waard zijn? Maar dit is wellicht een wel erg subjectieve kennismaking die juist de neiging heeft de werken op meer afstand te zetten dan nodig is.
Steeds lijkt het dat deze objecten onder een laag van betekenis zijn gelegd die het moeilijk maakt het object zelf te zien. Het gaat hier om dingen die door de handen zijn gegaan van een beroemd en iconisch kunstenaar. Dit is tevens de aantrekkingskracht van deze tentoonstelling die in de open buitenplaats vergezeld gaat van een auto, merk Citroën Picasso, voorzien van Picasso’s handtekening en tekening van een vogel.
Het is de verdienste van Picasso dat hij in staat is ondanks zijn roem, die hij toen al had, om zo vrij en ongedwongen aan het werk te blijven. Zijn aanvaarding van een bijna willekeurige vorm als iets om te beschilderen en te bewaren, en het gegeven dat hij met allerlei gevonden voorwerpen aan de slag ging, geeft aan dat hij zich losmaakte van het circus rondom zijn persoon. Ik wilde daarom zelf, zoveel als het kan, alleen naar de vorm kijken. Wij zien hoe hier iemand die de driedimensionaliteit lange tijd heeft vertaald naar het platte vlak, het kubisme, maar zich nu aan de omgekeerde weg waagt.
We zien in Vrouwenhoofd dat Picasso vooral georiënteerd was op het silhouet. En het is ook dit silhouet dat het mogelijk maakt om nog ongebakken vaasjes te herkennen als vrouwenfiguren met armen of andere toevoegingen. De experimenten die hij ondernam worden nu als zeer serieus getoond, maar het is leuker om te gaan kijken hoe hij bezig was. Hoe hij ongegeneerd de reeds voltooide klei van de pottenbakkers versneed of onrechtmatig beschilderde. Er staan ook meer serieuze werken tussen, zoals de grote vazen die hij op traditionele, bijna oud-Griekse wijze, beschilderde of de vazen die hij voorzag van een vlak schildering die zich om het driedimensionale heen buigt.
De probeersels zijn leuker om naar te kijken. Temeer omdat Picasso ze uiteindelijk aanvaarde als volwaardig en ze daarom beschilderde en bewaarde. De grens tussen probeersel en werk wordt hier bewust overschreden. Het is beide. Het eindproduct is niet langer meer het belangrijkste.
De tentoonstelling wordt in een hoek van de zaal afgeschermd door een flinke witte muur waarachter zich Mountain van Anish Kapoor bevindt, een werk dat uit het silhouet van in platen gesneden steenmateriaal lijkt en een drie dimensionaal beeld vormt.
Het contrast met Picasso kan bijna niet groter zijn. Dit is precies de omgekeerde benadering tegenover Picasso die het silhouet als het beeld ziet, zoals in het keramische beeldje Eivormige uil. Maar het werk van Kapoor is ook duidelijk een eindproduct terwijl het werk van Picasso beide blijft, eindproduct en probeersel.
Niet de zo beroemde geit, die in het begin van de tentoonstelling staat, maar de vrouwenfiguurtjes, de duifjes en het metalen plastiek, zoals de Voetballer, zijn de meest interessante werken.
Zo is er ook de gebroken baksteen met het profiel van een neus erin, die hij middels een schildering zichtbaar maakt. Het is het werk van een kunstenaar die bezig is zichzelf te vergeten. Zeker als het al een beroemde kunstenaar is, is dit bijzonder moeilijk maar noodzakelijk om nog verder werk te kunnen maken. De kunstenaar die de grens tussen schets en eindproduct negeert, negeert daarmee zichzelf. Uit de vorm die af en niet af is en uit de wijze waarop hij zelf hiermee omging, zien we hoe Picasso zich op het materiaal en de vorm stortte. De heer Andral vertelde bijvoorbeeld dat Picasso met zijn keramiek op de markt wilde staan om het te verkopen maar dat dit bemoeilijkt werd door de kunsthandelaren uit Parijs die speciaal naar de Cote d’ Azur kwamen om alles op te kopen.
Als Picasso hier werkte aan een periode tussen het vroege en het late werk dan is het vooral dat hij werkte aan zichzelf. Deze schetsen/producten zijn een beeld van een kunstenaar die zichzelf probeert te overwinnen en dit is wat de expositie zo leuk maakt. Niet het mooie verhaal van de kunsthistorici, niet het verhaal van de deskundige over het genie Picasso of hoe de nieuwe bruid van Picasso in het werk terug te vinden is, maar het verhaal van de vorm die tevoorschijn komt als de kunstenaar terugtreedt.