Waarde(n)loosheid in Boijmans
Veel musea stellen nu tentoonstellingen samen waarbij de kunstenaar van orde, neem nu Munch in het Van Gogh museum, in verband worden getoond met andere kunstenaars. Het samen tonen van werken heeft een meerlagige agenda. Je leert niet alleen het werk van de kunstenaar kennen, maar zijn belang wordt duidelijk gemaakt door hem in zijn tijd te laten zien of hem in relatie te brengen met zijn op- of navolgers.
Nu heeft dit twee gevolgen: de kunstenaars worden alleen nog solo in de kleinere zalen getoond of moeten zelfs naar het tweede lijn circuit van de galerie. Daar beginnen weliswaar veel kunstenaars, maar de overstap naar een groter publiek en naar een commercieel minder afhankelijke expositie wordt vergroot. De kunst wordt een nadrukkelijker scheidslijn tussen succes en (nog) geen succes opgedrongen. We krijgen in het museum pas kunst te zien als het veel geld waard is.
In Boijmans van Beuningen in Rotterdam is er nu de tentoonstelling In Scene Gezet; een aantal zalen is ingericht waarin deze relatie tussen de diverse kunstenaars nog nadrukkelijker wordt gemaakt. De tentoonstelling zelf wordt nu als een installatie samengebracht. Oud werk krijgt hier een nieuwe betekenis doordat ze gecombineerd worden met werken van anderen, die allen willekeurig gekozen zijn maar die iemand geselecteerd heeft als wel passend bij elkaar. Nu zagen we dit ook al gebeuren in het programma De Wereld Draait Door. Een BN‐er werd gevraagd om zijn smaak te volgen en uit willekeurige voorwerpen een tentoonstelling te maken. De voorwerpen krijgen hier betekenis door de smaak van de BN-er.
Sloterdijk noemt in zijn boek “Je moet je leven veranderen” de musea grafkelders van de kunst. In het museum is de kunst niet langer meer werkzaam maar wordt geconserveerd. De kunst, die voor de filosofie de belofte inhoudt van een kennen van de wereld die voorbij het theoretische gaat, voorbij het denken, kan dit niet langer meer leveren als het eenmaal in het museum is beland. De kunst is, volgens hem, krachteloos geworden.
Nietzsche stelde nog alle hoop in die kunst. En Deleuze, Foucault, Heidegger, Lyotard, Bataille hoopten nog met hem. In het postmoderne denken van Sloterdijk is deze hoop vervlogen. Met het verval van het grote verhaal, het einde van de ideologie en het alles consumerende neoliberalisme, is de kunst gedoemd tot conservering. De werken zijn te duur om ze nog te laten spreken.
Musea hebben hier natuurlijk ook lucht van gekregen en lijken dus met een tegenoffensief begonnen. Deze dure werken zijn te duur voor de opslag, en die opslag zit allang te vol. Maar het is de vraag of dit populaire spelen met de werken nu is waarvoor de werken bedoeld waren. De kijker wordt wel geprikkeld waar waartoe leidt de prikkeling? Wat is de inzet van dergelijke tentoonstellingen? Aan de hand van de pop‐ups van De Wereld Draait Door zou je misschien simpel kunnen stellen dat het gaat om succes. Veel bezoekers, dat is het doel. Met als extraatje dat de stoffige werken in de depots toch nog eens gebruikt worden. Laat een BN‐er een keuze maken en er komen wel mensen op af.
Nu was er een tweede tentoonstelling in Boijmans van Beuningen:Ted Noten – Non Zone. Een plezierige tentoonstelling met 3 zaaltjes. De kunstenaar heeft zijn atelier leeg gehaald en alles waar zich daarin bevond op en in een Toren van Babel geplaatst.In een volgende zaal heeft hij een installatie gemaakt waarin een op afstand bedienbare auto zand verplaatst van de ene hoop naar de andere en waar de kunstenaar met nadruk wijst op de zinloosheid van dit zinloze werk.In een derde zaal zien we hoe een aantal vitrines gevuld is met replica van door de kunstenaar eerder gemaakte werken, die met een 3D printer zijn gemaakt. Dit aangevuld met een door een computer gegenereerde film die deze voorwerpen in een soort Star Wars leegte laat vliegen en willekeurige ontmoetingen tussen deze voorwerpen laat zien. Maar het is ook in deze virtuele wereld dat de voorwerpen tot ‘leven’ komen. Alleen virtueel vertonen ze nog een geanimeerdheid.
Hier wordt niet alleen de werking van het museum maar daar overheen de werking van de kunstenaar over de werking van het museum heen getoond. Het museum, de expositie, is de oorzaak van de leegte van het werk. De installaties van Noten laat deze werking zien en daarmee verkrijgt deze expositie zijn werking. Een paradox in een museum! Zelfs de spullen uit zijn atelier zijn door de kunstenaar in een garage sale verkocht. Hij heeft hiermee van het museum een marktplaats gemaakt. (video: Ted Noten’s Non Zone)
Door zichzelf door middel van voorwerpen uit zijn atelier en de 3d repro’s van zijn werk te laten representeren is Ted Noten niet onzichtbaar, maar is hij nog slechts vertegenwoordigd in een spel op een plek waarin de kunst per definitie krachteloos wordt. Wat Sloterdijk over de kunst zegt wordt door Noten ontkracht. Door de waardeloosheid tot waarde te verheffen wordt nieuwe waarde juist mogelijk. Noten toont de waarde van de waarde(n)loosheid.