Gender als kunst in TENT Rotterdam

Bij diverse galeries in Rotterdam is er een thematische tentoonstelling die inhaakt op een hoogst actuele problematiek: de identificatie op geslachtelijk kenmerk. Zelfs het opschrijven van de zin wat nu precies die problematiek is met het geslachtelijke is moeilijk.  

En de diverse werken die zich hiermee bezighouden zijn dat eveneens. De galeries die deelnemen zijn onder anderen de GarageA Tale of a Tub, Witte de With, TENT en AVL Mundo.(van 07-09 tot 29-10/ 5-11) Ik zal daarom in een drieluik proberen in te gaan op dat wat getoond wordt. En welke moeilijkheden ik ondervind bij het kijken naar werk waarbij er sprake is van een zo een nadrukkelijke boodschap.

Nu eerst: AMONG OTHER THINGS, I’VE TAKEN UP SMOKING in TENT Rotterdam

Gender als kunst in TENT Rotterdam

Het gegeven van een boodschap is misschien wel gelijk de eerste vraag die er al bij mij opkomt. De KABK en West organiseren een reeks lezingen – in het kader van ‘The medium is the message’  – van Marshall McLuhan. Deze uitspraak lijkt te duiden op een de onmogelijkheid om een boodschap over te brengen aangezien de boodschap samenvalt met de manier waarop die verteld wordt. Echter als de boodschap zoals bij de genoemde tentoonstellingen, al zo bepalend is dan is het de vraag welk medium geschikt is om die boodschap te brengen. Een reeks werken die zo geënt is op een thema laat zich natuurlijk bevragen met de vraag op welke wijze het medium verbonden is met dit thema. Is het medium gender bepaald of is het gender bepalend?

Waarom is dit een belangrijke vraag voor mij? Is het niet een beetje flauw het werk te beoordelen op basis van het gehanteerde materiaal en vorm om te zien of het voldoet? Laat ik aanstippen dat het niet goed is of zou zijn als kunst op die manier beoordeeld zou worden. Kunst kan wel bekeken worden op de wijze waarop ze werkzaam is of wil zijn.

De basis voor mijn vraag is het standpunt van Lucy Irrigaray. Deze Franse filosofe heeft haar denken gewijd aan het zoeken van het onderscheid tussen de mannelijke, overheersende taal, en de vrouwelijke. Is er een vrouwelijke taal mogelijk en welk gevolgen heeft een dergelijke manier van spreken? Zij heeft met haar feministisch standpunt ook een hele groep feministen tegen zich gehad die vonden dat juist het benadrukken van het verschil tussen vrouw en man niet zou mee helpen om de vrouw te emanciperen, en ze heeft het verwijt gekregen dat haar standpunt andere groepen zoals de transgenders buitensloot. Desalniettemin heeft ze een bijzonder interessant geheel aan boekwerken voortgebracht waarin ze de vrouwelijke stem probeert te vinden om te laten zien hoe die spreekt.

Gender als kunst in TENT Rotterdam
Geo Wyeth

We zien bij Witte de With dat het gender probleem vooral gezien wordt in de nu alles bepalende Facebook en andere sociale media. Facebook hanteert ruim 70 aanduidingen voor geslacht, zo lezen we in de tekst bij TENT. Het identificeren, het ontlenen van identiteit op basis van geslacht is niet langer meer eenduidig. De HEMA stopt dan ook met dit onderscheid in de kinderkleding. Maar het is niet voor niets dat het de kinderen zijn die zo makkelijk hun geslachtelijke kenmerken moeten opofferen. Juist in de leeftijd dat je de taal van je geslacht zou kunnen leren, wordt dit onmogelijk.

In de geest van Irrigaray is het mannelijke spreken het enige spreken, en het is deze uitsluiting dat kenmerkend is voor het mannelijk spreken. Juist nu als een differentie van het spreken gewenst zou zijn zien we vooral dat het spreken alsmaar mannelijker wordt. De emancipatie van de vrouw lijkt ten koste te gaan van het vrouwelijke spreken.

Kijken we naar hoe de diverse werken dit thema aansnijden dan zien we veel fotografisch- of videomateriaal. Bij de Garage bestaat de expo bijna geheel uit videomateriaal en ook bij TENT zien we bij binnenkomst foto’s en videomateriaal. De vraag is dus, in het kader van The medium is the message, welke middelen zijn daadwerkelijk gender neutraal? Maar dit is een bijna onmogelijk vraag. Is een monitor geslachtelijk bepaalt? Is een 3d werk dat wel? Of zijn de ingezette middelen altijd gender-neutraal? Dit is wel zoals we dat gebruikelijk zien. De middelen waarmee de boodschap worden weergegeven zijn niet gender bepaald, zijn zelfs onbepaald, betekenisloos. Maar is het niet zo dat we daarmee de Dingen niet al te makkelijk overslaan. Juist de focus op het nieuwe realisme, zoals bij Latour, laat zien dat dat niet meer kan.

In zekere zin is het de foto’s wel zichtbaar dat ze niet zomaar gender neutraal is. De wijze waarop de dingen gebruikt worden, bepaalt voor een deel de gender kleuring. De opstelling in een patroon en ritme toont een sterk ordeningsprincipe dat als mannelijk gezien kan worden. De foto’s zijn strak gekaderd en vertonen een hoge mate van herhaling. Dit staat bijvoorbeeld in sterk contrast met het werk van Geo Wyeth, Juice Crosxxxsing, dat uit een vibranten kleur bestaat, dat spettert en knoeit en dat een sterk affectieve werking uitoefent op de kijker, juist door de plaatsing in de kleine ruimte waarin het is opgenomen. Ook hier is er een symmetrie maar die dient vooral de werking, als een stereo effect en mist de ordening die bij de foto’s dominant is. De rode vloeistof die in het werk van Geo Wyeth zo’n grote rol speelt is niet alleen erg random maar heeft ook de neiging zich aan je te hechten; je kan het niet meer uit je kleren krijgen

Gender als kunst in TENT Rotterdam
Geo Wyeth

En dit is het contrast waarbinnen al het werk onder te brengen. Werken die uitsluiten en werken die een in zichzelf gesloten volledigheid zijn. En vaak is het kenmerk van de laatste dat er een minimum aan tekst nodig is terwijl de eerste veel tekst met zich brengt. Maar we kunnen deze vraag ook uitbreiden en dan ook weer bij Facebook terecht komen. Waartoe dient dit alles? Het gaat in de verschillende tentoonstellingen om het bepalen van identiteit. Of om de onmogelijkheid hiervan. En met deze doelstelling wordt het – namelijk de werking van de middelen als basis – gender neutraal gezien.

We zien een dergelijk effect bij het werk van Floriane Misslin Myths of Selves,Bodies and Images 2017.
Hier wordt een beeldtaal uit de statistiek gebruikt om verbanden te tonen tussen kledij en voorkomen. Met een quasiwetenschappelijk pallet aan beelden wordt de suggestie gewekt dat dit de taal is van het uiterlijk. Van verschijning is het design geworden. De gehanteerde beeldtaal is hier alles behalve neutraal. Maar er wordt de vermeende neutraliteit van de wetenschappelijke beelden tentoon gesteld.

Beelden als uiterlijkheid hebben een werking; het maken van identiteit of om te onderzoeken hoe je tot identiteit kan komen. En zoals Facebook een oefenmiddel is om je identiteit te vormen, zien we dat de tentoonstelling ook middelen aanbiedt om je identiteit te maken. Soms mag dit wel een alternatieve identiteit zijn. Maar altijd is het doel om zelf te bepalen welke identiteit je graag zou nemen. Maar hiermee is identiteit niet langer meer een gegeven, zoals dat door gender bepaaldheid was. Identiteit is iets dat gemaakt, gevormd, ontworpen moet worden.

(We zien dit overigens ook terug in de lopende naam van Witte de With die nu gewijzigd moet worden omdat de identiteit van de zeeheld niet meer positief is. Witte de With zoekt nu naar een nieuwe naam en net als op Facebook moet dit gebeuren door het publiek erbij te betrekken. Pas in de consensus van het publiek kan identiteit bestaan.)

Wordt vervolgd.

Gender als kunst in TENT Rotterdam
All the Cunning Stunts