Dumas, Madani, Hollowell, Otten – de vrouw, de moeder, de ouma
Marlene Dumas – Martha – My Ouma @ Kunstmuseum Den Haag
Tala Madani @ KM21, Den Haag
Brave New World – Loie Hollowell @ Museum De Fundatie, Zwolle
Femmy Otten – We Once Were One @ Stedelijk Museum Schiedam
In het Kunstmuseum is een kleine expositie te zien van het werk van Marlene Dumas, vanwege een nieuwe aanwinst: het schilderij Martha – My Ouma (1984).
Een vrouw loopt langs de glazen deur en zegt: ‘Hier is ook nog Dumas, nou ja, dat hoef ik niet te zien hoor, ik ben niet zo weg van haar werk.’ Nou, dat is jammer natuurlijk, dat ze niet even gaat kijken.
Het zwart-wit fotootje is op het eerste gezicht fascinerender dan het schilderij dat er naast hangt. Onwillekeurig vergelijk ik ze met elkaar. Het eerste wat opvalt zijn twee puntige horens onder de kin van de vrouw, alsof die eigenlijk zoals bij een duivel op haar hoofd hadden moeten zitten, maar twee horens als sik is ook meteen geloofwaardig, al heb ik dat nooit eerder gezien. De vrouw zit op een wit buitenbankje, op de achtergrond is een sliert van bladeren te zien, ze heeft een zwarte jurk aan, zit stevig, haar hand steunt op een wandelstok. Ze ziet eruit als een strenge matriarch.
Op het schilderij is alleen haar gezicht te zien en een deel van haar schouders, haar ogen zijn dicht en door het gebruikte blauw, lijkt het een doodsportret, ‘een herinnering aan’.
Aan een wand hangen twaalf tekeningen van krijsende baby’s. Waarschijnlijk krijsen ze niet allemaal, of helemaal niet, maar dat is het gevoel dat is blijven hangen als ik eraan denk. Door hoe de baby’s getekend zijn, met die enorme kale hoofden, met verwrongen satanische lachjes, op kleine hulpeloze lijfjes. Fear of babies, heet het werk, bestaande uit drie rijen van vier tekeningen, met elf baby’s. Getekend met zwart krijt, penseel, grijs potlood, waterig geel, rood en wat groen.
Een andere grotere tekening aan de wand geeft in een paar streken weer hoe een baby een liggende vrouw lijkt te vermoorden door haar keel dicht te knijpen, terwijl het beeld tegelijkertijd een ander beeld oproept, die van een liefdevolle omhelzing van moeder en kind. Ik weet meteen weer waarom ik zo van haar werk houd. Deze werken ‘ken’ ik al heel lang, ze zijn meer dan vijfentwintig jaar geleden gemaakt. Ik weet nog wel dat ik het een openbaring vond, dat een vrouwelijk kunstenaar het leven zo weergaf. Zo rauw, alsof ze met die tekeningen zei: maar hé, zien jullie niet hoe het echt is?
Vorig jaar zag ik in KM21 de tentoonstelling met werk van kunstenaar Tala Madani, waar vooral twee werken over vrouwen me bij zijn gebleven. Zo herinner ik me de video, alle scènes geschilderd, met een duidelijke verfstreek, van een embryo in een baarmoeder, die uiteindelijk met een pistool door de wand schiet. En Shit mom die ik meerdere keren ben gaan kijken: een uit bruine verfstreken bestaande naakte vrouw loopt door verschillende kamers van een luxueus huis, langs een lange tafel, kroonluchters, een wand met schilderijen van mannen met baarden, ze loopt over banken en tafels, veegt boeken uit, masturbeert op een sofa met een gat in haar buik, bonkt met haar hoofd op een tafel waardoor haar hoofd verandert in bruine smurrie, waar ze een ander hoofd van kleit. Ze laat overal bruine vegen achter, veegt deels de omgeving uit, die ook letterlijk het perspectief in het beeld wegvegen.
In De Witte Raaf las ik onlangs een stuk over het werk van- en een gesprek met kunstenaar Helen Verhoeven (door Daniël Rovers). Het gaat onder meer over werken die ze maakte over moederschap toen ze zelf zwanger wilde worden. En ik herinner me hoe, nu ze wel kinderen heeft, in het interview vertelt dat ze de ruimte waar ze schilderde heeft afgesloten, al voelde dat tegelijkertijd als censuur, maar kinderen begrijpen nou eenmaal niet alles. Haar man had over een ander schilderij gezegd dat kinderen zulke enge beelden heus wel vaker zien, maar het iets anders is als je eigen moeder ze maakt. Alsof er toch nog een taboe ligt op het zijn van een ‘niet ideale’ moeder.
Ze bespreken ook werk van Dumas, de reuzenbaby’s uit de jaren negentig. Verhoeven interpreteert deze meer als portretten, dan dat het over moederschap zou gaan. Dat het meer gaat over de vraag: Wat is een mens? Zij zegt dat het moederthema op zich niet nieuw is, maar wel als een taboe aanvoelt. Ze vertelt dat ze zich tijdens haar zwangerschap afvroeg wat het moederschap met haar werk zou doen, maar toen het zover was, ze zich meer zorgen maakte over wat haar kinderen wel of niet zouden moeten zien van haar werk. Al is dit wellicht ook terug te voeren op haar eigen jeugd, want later in het interview zegt ze blootgesteld te zijn aan agressieve, seksuele beelden waar ze toen te jong voor was om ze in de goede context te kunnen duiden.
In Museum De Fundatie is een tentoonstelling met werk van jonge schilders te zien. Een schilder, Loie Hollowell, heeft ook het vrouwelijk lichaam, en moederschap of wellicht voortplanting als onderwerp. De schilderijen zijn veelal roze en rood, en niet plat, maar met vormen die bol of hol zijn. Soms zijn de vormen zo geschilderd dat ze ruimtelijk lijken maar bij nader inzien toch niet zijn. Door de abstracte stilering komen ze over als een verheerlijking van het (zwangere) vrouwelijke lichaam, maar dan geschilderd door een vrouwelijk kunstenaar. En meer gericht op het lichamelijke, de objectieve schoonheid van de vormen, dan als religieus thema of idealisering van voortplanting, al krijgt het voor mij wel die betekenis.
In een interview (in de Volkskrant door Sarah van Binsbergen) met kunstenaar Femmy Otten naar aanleiding van haar overzichtstentoonstelling We Once Were One in het Stedelijk Museum Schiedam, zegt zij dat het in haar tijd op de academie nog zo was dat je of kunstenaar werd of moeder, en zegt zij eerst nog – gelukkig maar heel even – getwijfeld te hebben of haar ervaring in haar kunst terecht mocht komen.Tegelijkertijd wil ze het menselijke belichten, mensen, en dus vrouwen, hun lichaam teruggeven zonder de seksualisering ervan.
In De Nieuwe Liefde in Amsterdam bezocht ik een lezing over ‘Het vrouwelijk lichaam in de literatuur’. Onder leiding van schrijver Roos van Rijswijk werd er met twee schrijvers en een dichter (Marja Pruis, Nadia de Vries en Laurine Verweijen) over gesproken. De jonge schrijver vertelde dat ze onlangs het boek De gelukkige huisvrouw van Heleen van Royen had gelezen en onder de indruk was geweest van de wel dertig pagina’s tellende beschrijving van een bevalling. ‘Toen al,’ zei ze, ‘zeker twintig jaar geleden!’ De zaal gniffelde, er waren blijkbaar meer mensen die zich ineens heel oud voelden. ‘Ze is ook de eerste schrijver wiens tampon in het Letterkundig Museum ligt, he,’ zei Marja Pruis (een foto, neem ik aan). ‘En het boek is verfilmd.’ De dichter vertelde over een gedicht waar ze vaak op aangesproken werd omdat ze daarin haar menstruatie benoemt, ze had het niet met die intentie om ophef te creëren geschreven, ze merkte het pas door de reacties op het gedicht dat het blijkbaar een ding was. Dat er wel over het vrouwelijk lichaam geschreven wordt, en mag worden, maar blijkbaar op een andere manier.
Bij de werken van Dumas hangen aan de wand ook gedichten van haar hand. Het gebruik van tekst bij haar werk verscherpt de beelden nog eens, wat ook geldt voor de rake titels van de werken.
Terwijl het enerzijds nodig is het moederschap en de kijk erop terug te claimen, merk ik dat het me ook wat tegenstaat als het te veel over moederschap en lichamelijkheid gaat. Het vrouwenlichaam als bron van al het leven. Misschien is dat omdat het cultureel gezien zo’n ingesleten patroon is, alsof moederschap voor vrouwen het hoogst haalbare is. Misschien is het tijd om met dat beeld te breken (wanneer een op de vijf vrouwen geen kinderen heeft), het niet als onderwerp in de kunstte negeren, maar het opnieuw toe te eigenen.
Grappig genoeg is een kunstwerk over het vrouwelijk lichaam of over zwangerschap meteen relevant, alleen al om het thema. Het is nieuw dat het een onderwerp mag zijn in de kunst, een serieus onderwerp, zonder meteen te worden afgeserveerd als iets voor een vrouwelijk kunstenaar. Het onderwerp is maatschappelijk gezien zeer relevant. Het traditionele moederschap (het heterostel met een vrouw die baart) wordt opnieuw bekeken. Maar de maatschappij blijft nog achter wanneer je kijkt naar het verschil in carrièremogelijkheden en naar de onbetaalde verantwoordelijkheden van vaders en moeders en de achtergebleven opvang voor kinderen. De ‘moedercultus’ is nog springlevend. ‘Vrouwen willen liever vader worden dan moeder,’ lees ik, in die zin dat vrouwen nog steeds gemiddeld een jaar afwezig zijn per kind. Ondanks de mogelijkheden van betaald ouderschapsverlof voor mannen, wordt hier maar door een kwart gebruik van gemaakt. Daardoor isde impact die het krijgen van kinderen op vrouwenlevens heeft nog steeds groot. Er wordt gesproken over ‘spijtmoeders’ die wel van hun kinderen houden maar niet van de moederrol. Maatschappelijk gezien ligt de zorg voor kinderen nog bij de vrouw, mede door het geloof in het ‘moederinstinct’. (Bron: de Volkskrant)
Wellicht is het voor mannelijke kunstenaars ook nog een idee om hun ‘zachtere’ gevoelens ten opzichte van het vaderschap te onderzoeken in hun kunst. Dat lijkt me ook nog wel een taboe,mannelijke kunstenaars die het vaderschap als onderwerp hebben. Misschien is daar inderdaad niet zoveel over te zeggen. Marlene Dumas heeft ondertussen al wel een mooie tekening gemaakt van een naakte man met gespreide benen, waartussen in heel lichtgrijs een baby’tje ligt, alsof de man net is bevallen. Vader + baby heet het, gemaakt in 1989.
Marlene Dumas Martha – My Ouma is te zien tot en met 19 november 2023 in Kunstmuseum Den Haag.
Tala Madani was te zien in mei 2022 in KM@21, Den Haag.
Brave New World met o.a. Loie Hollowell is te zien tot en met 11 juni 2023 in Museum De Fundatie, Zwolle.
Femmy Otten – We Once Were One is te zien tot en met 25 juni 2023 in Stedelijk Museum Schiedam.