De briefwisseling – deel 3: verlaten

De afgelopen maanden voerde Jegens & Tevens redacteur Michiel Teeuw een correspondentie met fotograaf Jedidja Smalbil. Over huizen, thuis, en hoe dat voelt. Vandaag deel drie: verlaten

Beginnen met deel 1 kan ook.

Woensdag, 17 maart 02:08, Groningen

Lieve Jedidja,

Bedankt voor je mooie antwoord en de zachte tekening. Die heb ik van alle kanten bekeken.

De tijd heeft zich gecondenseerd op de muren. Alle dagen die ik doorbracht, binnen, in de winterkou, ze zijn neergedaald op de muren. De geuren, het rottende hout- allemaal opgeslagen door het viertal murel van mijn kamer. De filmsterren die voorbij kwamen in de films die ik met de beamer afspeelde, dwalen volgens mij nog ergens rond op dezelfde muren. Op ware grootte werden ze geprojecteerd: mijn kamer is gevuld met operazangers, panters, dieven, chefs, vrouwen en hun geliefden, kannibalen, reizigers, ondernemers, en telefonisten. Ze hebben deze ruimte nooit volledig verlaten; eveneens hun geluiden.

De briefwisseling – deel 3: verlaten

Een kamer kan alles, zou alles kunnen absorberen. Misschien, als ik heel goed kijk, dan zie ik de sporen van eerdere bewoners. Ik vraag me af hoeveel er te deduceren valt, vanuit een verse laag verf. Welke herinneringen heb ik bedekt?

De briefwisseling – deel 3: verlaten

Het huis beweegt met ons mee over de jaren heen. Men merkt alleen zo weinig van de aard van een object, als deze al jong wordt weggegooid. Een vitrage is haast niet jong mooi, toch? Alles is hier al geweest maar het is nog aan het zijn, aan het verworden.

De briefwisseling – deel 3: verlaten

Ik wil dan wel graag oud worden met de meubels. Ze markeren, niet op een harde manier, maar op een manier van dagelijks gebruik. De houdbaarheid oprekken, delen vastplakken of hele constructies oplappen. Kon ik maar een akkoord sluiten met de ruimte: om deze te preserveren, niet als een pauzeknop, maar als een toewijding. Toewijding in de zin van een berusten op, in de zin van een duwen dat net zo veel kracht zet als alle ruimte zelf.

De briefwisseling – deel 3: verlaten

Dat ik me dan zou plaatsen, en door de ruimte zou laten doordrenken. Dat ik dat alles niet alles zou repareren. Kan dat conserveren zijn, dat je het huis, niet in zijn punt stil-zet, maar in dezelfde richting verder laat gaan, als het vergrendelen van een koers? Een weckpot met ventilatiegaatjes. Een verwachting van onveranderlijkheid biedt rust, maar vraagt ook veel van een ruimte – houdt u graag uw adem in. Of draaf ik door?

De wereld voelt voor mij juist minder als doolhof momenteel. Alsof alles zichzelf onthult lijkt te hebben, rechtlijnig en spitsvondig. Ik vind het des te moeilijker om te dwalen.

Michiel


Groningen, 12 april 2020

Lieve Michiel,

De tijd condenseert zich inderdaad op de muren, het kleeft, breekt af, klampt aan. De tijd condenseert in lagen, latex muurverf, sporen van meubels of menselijke handelingen. De tijd condenseert als in zachte wolkerige, nicotinelagen. Jaar na jaar. Die gelige sigarettenlaag doopt de muur tot een gul-grijs monument, trekt tussen kieren van kozijne, en kruipt er langzaam uit. De gele wolk neemt zijn intrek in het meubilair, en vult de structuur van het behang aan. 

Sinds we zijn gaan schrijven over Huis, thuis, ruimte, auto-pilots, veiligheid en plastic rozen in plastic witte vazen, heb ik plots meermaals mijn huis veranderd. Ik geloof dat het tijd was. Niet te veel, daar is het te pril voor. De bank een kwartslag draaien, met daardoor een andere lichtinval zorgt al voor genoeg opschudding, een soort herbeleving van de ruimte.

De briefwisseling – deel 3: verlaten

Over projecties en door-rookte muren. 

Begin 2020 bezocht ik een flat in mijn geboorteplaats. Bijna alle bewoners waren al vertrokken, het pand zou binnen enkele maanden naar de grond gaan. De sociale huur-flat is jaar, na jaar, na jaar bewoond, tot het het niet meer waard was om te repareren.

Ik kreeg toestemming van de organisatie om een groot gedeelte van de appartementen vast te leggen. Alle appartementen vormen zich identiek, behalve de kleinsten, naast de lift. Ik heb mezelf geen verwachtingen gemaakt. Goed. Met een bos sleutels van het gehele flatgebouw loop ik over de eerste gallery. De flat telt 10 verdiepingen. 90 woningen.

Geen verwachtingen dacht ik. Bij het openen van de eerste deur klapte een walm aan geur en energie me in m’n gezicht, beukte tegen de muren omhoog. Alsof ik – ongevraagd, en ongevraagd dat ik daar was, iemand, hele geleefde leefruimte over me heen gestort kreeg incluis geur.

De flat is gesloopt vanwege ouderdom. Te veel ouderdom om te repareren, geloof ik. Niet meer om te lijmen.

De briefwisseling – deel 3: verlaten

Dus, deur na deur. Volledig zwarte schimmelkamers, bestickerde tegels, vochtplekken in plafonds. De muren druipen hier aan opstapeling van jaren leve – langzaam gebolde tapijten. De tijd had hier zijn best gedaan. Tijd, in deze flat, zijn geel-doorrookte muren en verkleuringen in het fuchsia-roze-tapijt. 

Dat meubels net zo lang op één plek staan, (van dat donkerbruine, houten loeizware meubilair, met grove poten en gegroefde knoppen) dat ze zúlke diepe groeven achterlaten in het tapijt, en de kleur van de vloerbedekking eromheen langzaam van oudroze naar lichtroze kleurt. Dat de muren hier alle dagen absorbeerden, en dat de vet-vlekken langs de ramen druipen. Dat alle touwtjes- om het licht aan en uit te doen – touwtjes nog wel op de plek boven het denkbeeldige bed hangen.

Dit zijn denk ik, de allerlaatste restjes van een thuis.

Ik heb twee dagen gedocumenteerd. De tweede dag vertrok ik ontdaan, ik voelde me een indringer van een privésfeer, met daarin allerlei energieën verweven. Alsof ik iemands voormalig thuis had bezet of afgepakt door het te fotograferen.

De briefwisseling – deel 3: verlaten

II Misschien gaan emoties nooit echt uit huizen. Misschien loopt de ruimte wel dicht als je de muren te vaak verft. Stopt het met ademen. 

Misschien is dat het. Wat blijft er van ons over, van het verlaten van de ruimte, in de ruimte?

En, wat blijkt er van de ruimte over wij deze verlaten?

Alle liefs,

Jedidja