Onderhuidse spanningen
Een ontmoeting tussen licht en huid, zo wordt de duotentoonstelling Highlighting Skin van kunstenaars Ina van Zyl (1971) en Michael Kirkham (1971) in de Ketelfactory in Schiedam omschreven. Voor beide kunstenaars is de huid het dunne grensvlak tussen binnen- en buitenwereld. En onderhuids is er veel gaande…
Niet zo heel lang geleden was bij De Ateliers, de opleiding die Ina van Zyl (1971, Zuid-Afrika) in 1996-1998 doorliep, haar schilderij Chin (1997) zien. Het was een close up van een vrouwenkin waarop een vijftal piepkleine wondjes en nog wat andere naburige oneffenheden zaten. Pijnlijk oogde die plek, maar ook grappig: als je zo’n kin hebt, zijn dit zijn geen oneffenheden waar je graag de aandacht op vestigt, maar Ina van Zyl maakt het nog een graadje erger: zij zoomt juist ín op details die schaamte wekken. Door de focus te leggen op een bepaald lichaamsdeel – en andere afleidende delen weg te laten, zo zien we aan de bovenkant van Chin slechts een stukje onderlip – laat ze je de lichtval, kleurnuances en textuur van de huid zien. Met alle kwetsbaarheden van dien.
Voeten en vruchten
Dezelfde methode past Ina van Zyl toe bij haar olieverfdoeken van voeten en vruchten, beide te zien bij Highlighting Skin. In het prachtige Achilles’ Heel (2006) schildert zij het meest kwetsbare deel van een (mannen)voet tegen een effen achtergrond. Een pronte hiel lijkt het eerst, tot je de inkepingen in de huid ziet, de blauwachtige tint bij de welvingen.
Ina van Zyl doet iets anders met de boodschappen dan wij. Zo legt ze in The Idea and Its Shadow (After Roger Doyle) uit 2008 twee pruimen naast elkaar – tegen een monochrome achtergrond – en schildert zij het donkere purper aan de onderkant en de lichte glooiing aan de bovenkant. Er zit een zekere wulpsheid in haar weergave van vruchten, ze lijken uit hun vel te barsten. Ina van Zyl gebruikt zelden uitbundige kleuren, ze toont de vele schakeringen in purper, donkergroen en bruin tegen een monochrome achtergrond.
Meer expliciet dan suggestief – en daarom mijns inziens iets minder spannend dan haar andere werk – lijkt Ina’s Self-portrait with Downcast Eyes (2007) dat in de achterste ruimte hangt, vlakbij de ramen. Het toont een vrouw die omlaag kijkt, mogelijk uit schaamte.
Schaamte en schemer
Schaamte lijkt ook de jongen te omgeven uit het schilderij Unsere Nachbarn (2017/18) van Michael Kirkham (1971, Engeland), eveneens opgeleid aan De Ateliers en woonachtig in Berlijn. De wat dikkige jongen kijkt mistroostig voor zich uit bij de vensterbank van een open raam. Zijn huid oogt geelachtig en glimmend, als beschenen door een externe bron, mogelijk de zon, al schijnt die zelden in het werk van Michael Kirkham.
Vrijwel alle figuren (ik zou ze eerder zo aanduiden dan als ‘mensen’) in het werk van Michael Kirkham bevinden zich in een schemergebied, ergens tussen dag en nacht, nachtmerrie en droom. Ze lijken ondergedompeld in ellende, zoals de (gedrogeerde?) jongen in Schlafende Jugend (2016) of het (catatonische?) meisje in Black Mirror (2019). De oorzaak van de ellende waarin de desolate figuren zich bevinden ligt buiten het doek, wij krijgen hooguit iets mee van hun melancholieke stemming.
Toch ontbreekt ook bij Kirkham de lichtheid niet. In het kleine werk (40 x 40 cm) Security (2018) pakken twee in blauw latex gevatte handen een kortgerokt vrouwenbeen vast. De huid van de mannenarm en van het vrouwenbeen glanzen als porselein. De precisie van de spitse vingertjes steekt grappig af tegen het marmerachtige been. In eerdere (getekende) series van Kirkham spelen die spitse vingertjes in handschoenen een rol in beelden met een meer pornografisch karakter. Bij de opening vroeg ik de kunstenaar of hij geen werk meer maakt van scabreuze aard. Jawel, verzekerde hij, maar dat kan ik hier [in de Ketelfactory] niet laten zien.
Met suggestie is overigens niets mis, Kirkham vaart er, net als Ina van Zyl, wel bij. Het meest verbazingwekkende werk van de expositie is zowel suggestief als expliciet: op Untitled (2010) ligt een vrouwenfiguur met haar hoofd achterover op een bank. Haar mond houdt zij geopend, als in extase of in agonie. Ze baadt letterlijk in het licht, ze straalt ook licht uit als was ze een fotonegatief, haar huid lijkt uit gloeiend lava te bestaan. Hier is de lichtheid van het bestaan letterlijk ondraaglijk.
Highlighting Skin is tot en met 5 april 2020 te zien in De Ketelfactory, Hoofdstraat 44 in Schiedam.
Check de website voor mogelijke wijzigingen.
Bij de tentoonstelling verscheen een catalogus met een essay van Ernst van Alphen, die ook de tentoonstelling samenstelde.
Fotografie artwork: courtesy De Ketelfactory, galerie Gerhard Hofland, Galerie Onrust.