Onvolledig verslag van symposium ‘Framing artistic practice’
Behalve met de tentoonstelling ‘Personal Pop’ in Parts Project – nog te zien tot en 29 april en niet te missen – werd de Bengaals-Britse kunstenaar Shah Jahan (1976-2015) aan de vergetelheid ontrukt met het symposium ‘Framing artistic practice’. Waar plaats je zijn artistieke praktijk ? Behalve dat mensen aan het woord kwamen die hem hebben gekend toen hij aan de prestigieuze kunstontwikkelingsplek ‘De Ateliers’ studeerde, waren er ook enkele academische beschouwingen
Er is een ‘professor of social sculpture’. Haar naam is Shelly Sacks. Ze studeerde bij Beuys, die het begrip sociale sculptuur introduceerde, en ze doceert het vak in Oxford. Sacks was afgelopen vrijdag via skype in contact met een vijftigtal geïnteresseerden, die in het auditorium van de KABK hadden plaatsgenomen. Haar bijdrage opende het middagdeel van het in Parts Project begonnen symposium dat geheel gewijd was aan het onthutsende werk van de tot nu toe onbekend gebleven kunstenaar Shah Jahan.
Pizzaboy
Parts Project heeft enorm veel werk gestoken in de nog niet vergeten kunstenaar, een dandy die ideeën ontwikkelde over hoe kunst zich tot het leven zou kunnen verhouden. Warhol en Beuys rekende hij tot zijn inspiratiebronnen, maar ook de popster Michael Jackson. Net iets luidruchtiger dan de kunst voor tentoonstellingszalen, vooral ook wanneer je scootergebrom van de pizza-bezorger meetelt. De ‘pizza-boy’ was het icoon waarin Shah Jahans ideeën samen kwamen. Het werd ook het merk van een kledinglijn, die hij wilde opzetten met zijn filosofisch geschoolde vriend en studiegenoot in Oxford, Josep Turo Bassols. Die kledinglijn kwam niet van de grond, omdat de zakelijke drive ontbrak.
Maar deze vriend bekommert zich, anders dan de familie van Shah, wel om zijn artistieke nalatenschap. In Shah Jahan ziet hij een vat vol tegenstellingen. Ook ziet hij in hem een kunstenaar, die de tijdgeest van de jaren negentig op de staart trapte en nog steeds blijft boeien.
Josep Bastos vertelde wel de meest verhelderende dingen over het werk. Het was ‘tongue-in-cheek’ en dus eigenlijk niet vatbaar voor een academische benadering. Het was ‘insidious’ (dat is: nogal gevaarlijk). Hij verwoordde beleefd een tegenstem tegen de Sozialskulptur-docente, die vooral vol was van haar eigen projecten. Zijn geïnformeerde visie bood ook een mooi tegenwicht tegen de Leidse hoogleraar Kitty Zijlmans, die verklaarde het werk pas op vrijdagochtend vlak voor het symposium te hebben gezien. Dat de ondertitel van de tentoonstelling ‘Personal Pop’ luidde – hoe kwam men daarbij ? In een inhoudelijk ontsporend deel van de voorstelling, die een symposium voor de sprekers ook is, merkte ze op dat iedereen er nog was. Dat zou een bewijs zijn dat het boeiend was.
Voor mij het sein om op te stappen. Maar Sah Jahan blijft een enigmatische figuur.