Het Atelier van Nathalie Mannaerts
To paint nature is to paint oneself. May we go back to our origins, innocent and mischievous!
Nathalie Mannaerts studeerde dit jaar af aan de KABK, waar zij indruk maakte met haar figuratieve schilderijen en de Goedman Award Fine Arts in ontvangst mocht nemen. In haar expositie stond de tijd stil; figuratieve, kleurrijke schilderijen prijkten aan de muur, het zonlicht scheen door het grote raam en de geur van boenwas deed verlangen naar een stevige wandeling in een herfstig bos vol wind, kastanjes en bont gekleurde bladeren.
Zo hoog is niet veilig. Waarom zo hoog? Als je eruit valt, ben je dood. Deze uitspraak, uit Wes Anderson’s Moonrise Kingdom, is van een klungelige goedzak die als hopman van een groep tienerscouts een weggelopen telg probeert te vinden. Deze boyscout heeft enkele maanden eerder een meisje ontmoet en zij besluiten, na maandenlang briefcontact met elkaar te vluchten, in de ongerepte natuur van het eiland waar zij wonen; niet zij, maar alle volwassenen blijken gek te zijn. Deze wonderlijke vertelling van Anderson laat een wereld zien door de ogen van een grappig, onbeholpen, avontuurlijk en innemend kind. Dat kind is Nathalie Mannaerts.
Aangekomen bij haar huis voor een kijkje in haar atelier, doet de veranda van het huis denken aan Villa Kakelbont, het onderkomen van Pippi Langkous waar je als kind zo ontzettend naar kon verlangen. Geen ouders, het huis schoonmaken door te schaatsen op sponzen, jokken mag, een paard in de keuken en voetjes van de vloer! Nathalie in een grote tuinbroek onder verfspatjes maakt het beeld af.
Het vrije kind dat veel avonturen beleefde en zorgeloos opgroeide, zo typeert Nathalie haar jeugd in de bossen aan de rand van België. Op weg naar volwassenheid koos zij voor de advocatuur, het getrouwde leven en kinderen. Maar iets schuurde, zoals zoveel al in de wereld. Zij besloot zich voor de Koninklijke Academie in Den Haag aan te melden; met karren vol schilderijen, knutselwerken, gouache, servies, grafiek, foto’s en tekeningen.
Zij werd toegelaten, maar een gelukkige periode was het aanvankelijk niet; geen aansluiting met studenten, docenten die haar figuratieve stijl en realistische schilderkunst maar veilig – saai zelfs – vonden en een propedeusejaar dat met veel pijn en moeite werd behaald. Toch vond ook het kind in haar de weg door de lange, betonnen gangen. In een 3D opdracht waar ‘zij de ruimte moesten vullen’, plaatste zij een doosje met tsjirpende sprinkhanen in een hoek om een vakantiegevoel te creëren, waar andere studenten hun gezicht strak in de plooi hielden tijdens de presentatie van hun conceptuele werk. In het laatste jaar begon ze echt goed te worden en zelfvertrouwen te krijgen, met dank aan de docenten die haar “omtoverden van een knutselaar in een kunstenaar”, en haar uitdaagden om haar grenzen te verleggen.
Zij werkt instinctief aan een idee en laat het idee op het doek groeien; het groeien is een moeilijk en gelaagd proces. Elke dag werkt zij aan een of meerdere doeken, onderzoekt onderwerpen, bekijkt grote inspiratiebronnen (Pekka Halonen, Edvard Munch, Carl Larsson, Edouard Vuillard, Wes Anderson,Paul Gaugain, Pierre Bonnard, Wendelien Schonfeld, Peter Doig, Scandinavië, haar broer en levenskunstenaar Guido Mannaerts) en werkt steeds abstracter, met oog voor de intrinsieke eigenschappen van het diverse materiaal dat zij uitprobeert. Nathalie beschildert vaak onbewerkte, linnen doeken. De weerbarstigheid van de vezels geeft het idee van de ongerepte natuur weer en tegelijkertijd is het risicovol; bij een ongeprepareerd doek zijn fouten niet weg te poetsen. Zij lijkt de mislukking op te zoeken, zichzelf te beperken als artistieke verkenning; avontuur met een randje. Take it as it comes.
Recent heeft zij linoleumsnede opgepakt, nu word ik dus graficus! Opvallend is hoe zij praat over deze nieuwe techniek wanneer ik haar eerste linoleumsnede bewonder, ze benadrukt de fouten en lijkt zich tegelijkertijd ermee te vereenzelvigen; het is toch wat die afdruk bijzonder maakt, wat intrigeert. Laat ik maar niet hardop zeggen dat ik jaloers ben op het ogenschijnlijke gemak waarmee ze een compleet nieuwe techniek zich eigen maakt; juist het schuren sterkt haar in haar missie dat zij kunst wil maken die mensen gelukkig maakt, een schilderij dat gevoelens los maakt: “I hope that my paintings are a small scale of a collective memory of childhood and of a deeper feeling of origins that we experience”. Zoals ze zelf concludeert in haar scriptie: “to paint nature is to paint oneself”.
Mijn bezoek aan haar geïmproviseerde atelier – ruimtes vol met grote, kleine schilderijen in de keuken, gang en alle kamers – duurde veel langer dan van tevoren gedacht. Ik miste direct het huis, de bonte verzameling kunst en het kader dat Nathalie schept om haar leven en met haar werk. Eenmaal thuis heb ik Grand Budapest Hotel van Wes Anderson gekeken, omdat ik et gevoel, dat Nathalie voelde bij het zien van Moonrise Kingdom en ik bij haar, nog even wilde vasthouden because it precisely reflected the feeling I wished to express.
Het werk van Nathalie Mannaerts is tot en met 12 oktober te zien in de Cacaofabriek in Helmond en tot en met 26 oktober in SBK KNSM-eiland Amsterdam