Nood aan een sociaal platform

Nood aan een sociaal platform
'RE:ANKER', Ignace Cami. Courtesy of the Artist and DMW Gallery. Foto: Nisran Azouaghe

Een optredend koor, versgebakken speculaaskoek en als afsluiter een receptie met dronk uit ganzenkoppen. Ignace Cami blaast met zijn werk volkstradities nieuw leven in. Hij maakt van de in situ-ruimte in M ​​HKA, Antwerpen een plek om ze levendig te houden. Het gaat om samenkomen en ervaringen delen. 

Cami kiest voor volksstradities en bestaand erfgoed. Door een aantal te doen in de bronverhalen, maakt hij ze opnieuw relevant en hedendaags. “Ze ontstaan ​​vanuit de bevolking en zijn niet van bovenaf begrepen”, vertelt Cami. “Daarom zijn ze zo boeiend. Het politieke bewind gaat conservatief met dingen om. Als je aan iets vasthoudt, spreekt het niet langer aan en is het gedoemd om uit te sterven. Ik onderzoek welke tradities er bestaan ​​en hoe die kunnen evolueren. Ik hou van transformaties durven maken met het bestaande, zodat het mensen opnieuw kunnen spreken. De gemeenschap is nodig om die dingen te blijven doorgeven.” Of onze gemeenschap het goed vindt dat Cami zo vrij met erfgoed omgaat, daar ligt hij niet van wakker. “We moeten blij zijn dat mensen ontstaan ​​aan de slag willen gaan met erfgoed. Op die manier blijft het vernieuwend en relevant. Anders verliezen tradities hun connectie met het heden, belanden ze in de vergetelheid en verdwijnen ze.”

Nood aan een sociaal platform
Lange Wapper gesneden uit een houten koekplank, Ignace Cami. Courtesy of the Artist and DMW Gallery. Foto: Christine Clinckx

Reuzen

Sinds 2020 snijdt Cami koekplanken uit met tekst of beeld. In het M HKA hangen er drie recent gebaseerd op Antwerpse reuzen: Druoon Antigoon, Pallas Athena en Lange Wapper. “Koekplanken waren populair in de Lage Landen”, weet Cami. “Er wordt gespeculeerd over de oorsprong ervan. Het zou voortkomen uit een prechristelijk gebruik van levende aanbiedingen. Die werden vervangen door afbeeldingen in zoutdeeg om ze beter te bewaren. Na verloop van tijd werden dat uitgewerkte koekplanken met symbolen voor datgene wat ze wilden aanbieden uit koek. Dat evolueerde verder tot koekplanken als liefdesbetuiging of als spotprenten met zoete waarschuwingen. Die gaf je bijvoorbeeld als cadeau bij overspeligheid. Dat beperkte de kerk aan banden met kerkelijke taferelen en heiligen. De Sinterklaaspop kennen we nog rossen.”

Cami werkt samen met een lokale bakker die in zijn documentatie koekplanken een speculaaskoek bakt. Die presenteert Cami in een koekenkar zodat de kijker kan proeven. “Het is zoet en ruikt lekker dus dat spreekt mensen aan”, zegt Cami. “Elke week ligt een van de drie reuzen uit verse koek op de kar. De reuzen zijn symbolen voor macht. Die macht brokkelt op deze manier af en ik verdeel ze terug onder het volk.”

Sociaal

Naast de transformatie van volkstradities is het genereren van een sociaal platform voor Cami cruciaal. “Vroeger ging er meer aandacht naar samenkomsten”, vertelt Cami. Dat moeten we blijven cultiveren. In verschillende artistieke uitingen waarin mensen nu aandacht besteden aan cyclische evenementen. Het is fijn dat we op die manier eropuit kunnen kijken. Feestelijke samenkomsten zijn belangrijk samen dat we sociaal contact hebben, niet vervreemden van elkaar of te individualistisch worden. Er is veel entertainment vanuit onze huiskamer beschikbaar, maar een werkelijke beleving is anders. Daar speelt de factor van het onbekende en onverwachte mee.”

Waarom is het verbindende aspect in jouw werk zo belangrijk? “Tijdens een samenkomst van de mogelijkheid om te denken over wat er gebeurt en welke betekenis een werk heeft, zonder dat de kunstenaar de antwoorden al geeft. Een goed voorbeeld is: ‘Ik zal de ganzen alles uitleggen’.” We zien een gedekte tafel waarop 140 glazen staan met een unieke handgemaakte ganzenkop. “Ik vind het boeiend omdat de tafel een actief werk wordt in de vorm van een performance”, Cami. “Zolang de mensen zorgdragen voor een glas, bedien ik hen. Ze krijgen geschenken, maar dragen ook een laatste. Er ontstaat een band met het glas en tussen de mensen. Ze praten met elkaar over wat ze daar doen en de betekenis van het werk.”

Nood aan een sociaal platform
I’ll explain everything to the geese’, Ignace Cami, 2022. Courtesy of the Artist and DMW Gallery. Foto: Christine Clinckx

Waarin schuilt voor jou de kracht van een kunstwerk?

“Kunstwerken die actief zijn, een moment van samenkomst hebben en een veronderstelde ervaring zijn, blijven mij het beste bij.”

Je vertrekt met je werk graag vanuit een narratief.

“Ja, verhalen vertellen gaat voor mij ook over de beleving. Wat mij boeit, is het verhaal zelf en de samenkomst om het te vertellen. Mondelinge verhalen vind ik het krachtigste voorbeeld om erfgoed en cultuur door te geven. Het evolueert permanent omdat er geen vaststaande brontekst is. Ook het feit dat een verhaal steeds vanuit een ander perspectief wordt verteld en aangepast wordt om geloofwaardig te zijn. Sommige onderwerpen in oudere verhalen zijn niet meer relevant. Ze mogen dan ook veranderen. Ik kan een narratief steeds opnieuw gebruiken en hou ervan dat het bij elke uitvoering een andere versie van zichzelf is.”

Zingen

‘RE:ANKER’ titelt zowel de tentoonstelling als de zangperformance. We zien een koor, bestaande uit diverse nationaliteiten, die onder pianobegeleiding liedjes zingen. De muziek galmt door de ruimte. Het is aandoenlijk, soms weemoedig, dan weer grappig. We horen legendes en verhalen over Antwerpen en de haven. Aanvankelijk klinken de gezangen in Antwerpse dialect. Maar tijdens de solopartijen, merken we op dat het anderstaligen zijn die de teksten fonetisch uitspreken. “Het koor bestaat uit mensen afkomstig uit alle continenten, behalve Oceanië. We stelden een open call op en organiseerden een auditie. De kandidaten kregen de opnames van een bestaand lied enkel te horen. Op basis daarvan moesten ze een fonetische transcriptie maken. Die tekst moesten ze nazingen.”

Wat waren jouw selectiecriteria?

“Het belangrijkste criteria voor mij was hun omgang met de tekst. Hoe meer vervormd die was, hoe interessanter voor mij. Wie transformeerde de taal tot iets nieuws? Kunnen zingen was natuurlijk ook belangrijk. Verder wilde ik een zo heterogeen mogelijke groep samenstellen uit de kandidaten.”

Wat was jouw opzet voor de zangperformance?

“Ik ben bewust niet vertrokken van geschreven teksten. Ik wilde het proces enkel baseren op het oraal doorgeven en een vaststaande originele bron uitschakelen. De performers kunnen enkel luisteren met als extra moeilijkheid dat ze de taal niet beheersen. Interessant aan liedjes is het immateriële aspect. De in situ-ruimte in het M HKA is groot en monumentaal. Ik wilde met een medium werken dat de kwaliteiten van die ruimte benut zonder ze met objecten te vullen.”

Hoe heb je de liedjes gekozen?

“Ik zocht liedjes die een belangrijk aspect van het Antwerpse stadsleven of een lokale legende vertellen omdat het M HKA er dichtbij ligt. Het eerste liedje is een opname van John Lündstrom uit de jaren zeventig. Het nummer raakte mij en het verhaal erachter past bij mijn project. Zijn vader was een zeevaarder uit Denemarken die aanmeerde in de Antwerpse haven en er bleef wonen. Hij opende een havencafé in het schipperskwartier. Zijn zoon John stond mee in het café en hoorden verhalen over de haven en de matrozen. John zette die om in liedjes en begeleidde die met gitaar en soms dwarsfluit. Die vertaalslag boeit me.

Het tweede liedje is een kinderwijsje over Lange Wapper en het derde is een ode aan en beschrijving van de Antwerpse haven. Van de laatste twee liedjes waren geen opnames. Ik heb die zelf ingezongen in een Antwerps dialect dus dat is al een dubieuze bron. Voor de muzikale ondersteuning kreeg ik hulp van Elisabeth Alders. Zij zorgt ook voor de pianobegeleiding tijdens de optredens. De opnames van de liedjes kregen de koorleden mee naar huis om op basis van wat ze hoorden de liedjesteksten te schrijven en te zingen.”

Nood aan een sociaal platform
Fonetische liedjesteksten 'RE:ANKER', Foto: Pauline Scharmann.

Wat is het belang van het fonetische aspect bij het luisteren en zingen?

“Een stevige verandering doorvoeren in iets bestaands, zodat het een nieuwe betekenis of nieuwe functie krijgt. Voor de publicatie bij de opnames op vinyl heb ik aan de grafische vormgeefster Pauline Scharmann gevraagd om zelf naar de opnames van het koor te luisteren. Op basis daarvan heeft zij de tekst voor de publicatie geschreven. Die teksten zijn dus opnieuw een interpretatie.”

Kennen de koorleden intussen de oorspronkelijke liedjesteksten?

“De meeste zangers weten nog steeds niet wat ze zingen. Ik aanvaardde hun versie. Het gaat niet over het origineel, maar over wat het nieuwe kan zijn en waartoe dat kan leiden. Het koor laat zich leiden door de muziek, het gevoel en het timbre. Bij het kinderliedje over Lange Wapper heb ik wel iets moeten toelichten. Eén strofe wordt enkel door Elisabeth op de piano gespeeld. Ik wil dat het koor intussen eng lacht op het ritme van de muziek. De koorleden begrepen niet waarom. Het is een verwijzing naar het spotgelach dat Lange Wapper gebruikte om zich aan het einde van zijn pesterijen bekend te maken. Die dag lag er in M HKA een gebakken speculaas uit de koekplank van Lange Wapper. Ik liet de koorleden een stuk eten opdat ze één konden worden met het personage en begrepen hoe ze moesten lachen. Dat hielp. Ze zagen ook dat het over een reus ging. Ik vind het fijn om een werk te gebruiken als hulpmiddel om iets te verduidelijken. Dat voelt beter dan met hen de tekst analyseren.”

Nood aan een sociaal platform
'RE:ANKER', Ignace Cami. Courtesy of the Artist and DMW Gallery. Foto: Nisran Azouaghe

Bij de zangperformance is het groepsaspect bepalend.

“Ja, het meest verbindende tussen de koorleden vind ik de stemoefeningen en de zang. Het is zo leuk dat we een geheel vormen als we samen geluid produceren. Ook verbindend is hoe de gemeenschap elkaar versterkt. Positieve aspecten en beperkingen worden gedragen door de groep. Ook bij de fonetische liedjesteksten is het groepsaspect belangrijk. Alles valt samen als iedereen samenwerkt. Het lijkt alsof iedereen in het Antwerps zingt. Daarom las ik bewust solomomenten in. Dan hoor je hoe cryptisch ze zingen.”

Smeden ze ook een vriendschappelijke band als groep?

“Ja, plots leer je mensen kennen en ben je betrokken bij hun leven. Het mooie is dat mensen met diverse achtergronden samen kunnen zingen en elkaar leren kennen. Het merendeel van de koorleden is niet professioneel geschoold. Iedereen krijgt een vergoeding om te komen repeteren en optreden. Ik repeteer zelf mee en ik voel als zanger en regisseur hoe hecht de groep geworden is.”

Hoe kwam je op het idee voor de kostuums van de koorleden?

“Ik wilde herkenbaarheid en iets wat kon dienen om ook de fonetische teksten te presenteren. De jassen zijn een samenwerking met Chris Snik. Zij maakt theaterkostuums. Ik wilde iets doen met een gele regenjas die zeelieden op een boot vaak dragen. In een boek met werkkledij vonden we een regenjas. Die was in het begin van de 20ste eeuw ontworpen om op een kano te varen. In de jas was een gleuf voorzien voor de kaart om te navigeren. Chris maakte een vertaling van deze jas voor de koorleden.”

Nood aan een sociaal platform
'RE:ANKER', Ignace Cami. Courtesy of the Artist and DMW Gallery. Foto: Christine Clinckx

Waarom hangen de kostuums als sculpturen aan de muur?

“Het sculpturale is belangrijk als de performance niet plaatsvindt. Het koor neemt ruimte in. Vandaar dat ik props toon als het koor er niet is. Aan de buitenkant van de jas zijn twee lussen. Zo hangt de jas sculpturaal en breed aan de muur in plaats van aan een kapstok. De fonetische teksten zijn belangrijk dus die wil ik tonen. Iedereen heeft die op een zelfgekozen manier genoteerd. De eigenheid en esthetiek spreekt me aan.”

Wat boeit jou aan taal die een eigen leven leidt?

“Ik hou niet van rigide taal. Leenwoorden, klanken en uitdrukkingen die erin sluipen, zijn verrijkend. In de titel ‘RE:ANKER’ verwijs ik naar het teken voor een beantwoordde mail. Anker staat bewust in het Nederlands zodat er verwarring over de uitspraak ontstaat.”

Falen wordt in jouw werk een scheppende kracht.

“Ja, falen is een belangrijk aspect van creëren. Een verhaal kan veranderen door toeval of doordat iemand het zich slecht herinnert. Door een detail kan het plots een andere betekenis krijgen. Mijn beste werken ontstaan wanneer iets niet lukt. Ik zoek hoe ik de muur, waar ik tegenaan liep, centraal kan zetten in mijn werk. Ik vind het ook leuk om de bezoeker iets aan te bieden waar falen een onderdeel van is. Eerder presenteerde ik tollen uit keramiek waarmee de bezoekers konden spelen. De meeste tollen spatten uiteen wanneer je ze niet juiste hanteerde. Dat zorgde voor een spanning want het geluid van iets dat breekt, beangstigd veel mensen. De scherven die in de ruimte achterbleven, herinneren aan falen. Ik beschouw een tol als metafoor voor creatie en hoe ik als kunstenaar werk. Ik neem een alledaags object en wind dat op met mijn aandacht en energie. Dan werp ik het terug in de maatschappij en hoop ik het dat blijft draaien en andere mensen van die gebeurtenis kunnen genieten. Indien niet, kijk ik zelf minzaam toe.”

Koorleden: Mohammed Al-Romaithy, Sonny Burga, Silva Chilingaryan, Almagul Imans, Zackary Kear, Josée Inès Mpundu, René Penda, Andrea Elisa Caixeta Reimberg, Minh Thao Tran, Marina Tsaran, Miguel Vasconcelos, Fithriana Nur Yusup.


‘RE:ANKER’ tot 3 september in M HKA, Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen. Open van di-zo van 11-18u.

Zondag 3 september vanaf 15:00, in M HKA, IN SITU-ruimte op het gelijkvloers

Performance: Ignace Cami, ‘I’ll explain everything to the geese’ (2022)

Performance: Ignace Cami, ‘RE:ANKER’ (2023)

7-inch-plaat ‘RE:ANKER’ is in M HKA te koop voor € 15 (beperkte oplage)

Zaterdag 25 november, Performance: Ignace Cami, ‘RE:ANKER’ (2023) op het vertelfestival in Bib Permeke Antwerpen.

Zaterdag 16 december, Performance: Ignace Cami, ‘RE:ANKER’ (2023) op Vers Vuur in in de Blikfabriek Hoboken.

Legendes en volkstraditie

Nood aan een sociaal platform

Druon Antigoon

Volgens de legende was Druoon Antigoon een reus die de burcht veroverde waarop later Het Steen werd gebouwd. Druoon liep vlot door het moerassige Scheldegebied en eiste van alle schippers die over de Schelde voeren een hoge tol. Wie niet wilde betalen, bekocht het met zijn hand. Druoon hakte zo de hand van vele schippers af en gooide die in de Schelde. Silvius Brabo was een dappere Romeinse soldaat die Antwerpen van de reus bevrijdde. Na een gevecht slaagde Brabo erin om de reus te doden. Hij hakte zijn hand af en gooide die in de Schelde. Vandaar de naam ‘Handwerpen’, wat nadien Antwerpen werd.

Vanaf de 15e eeuw werden reuzen in ommegangen, stoeten door de stad gereden. Wanneer er een nieuwe machthebber over Antwerpen heerste, bevond de reus Druoon Antigoon zich in de ommegang. De reus was een waarschuwing om de nieuwe machthebber eraan te herinneren wat er eerder gebeurde toen iemand de macht nam.

Nood aan een sociaal platform
De Brabofontein door Jef Lambeaux op de Grote Markt van Antwerpen
Nood aan een sociaal platform
Standbeeld Lange Wapper voor Het Steen

Lange Wapper

Antwerpenaren waren bang voor Lange Wapper. Deze reus was een plaaggeest die van gedaante kon veranderen. Soms was hij een klein mannetje, maar hij kon zichzelf ook heel groot maken, zodat hij alles en iedereen kon zien over de daken van de stad. Soms vermomde hij zich als een zwarte kat om dronkaards te achtervolgen. Hij was maar van één ding bang: de afbeelding van Maria. Om zich veiliger te voelen plaatsten Antwerpenaren veel Mariabeeldjes. Je ziet ze op de eerste verdieping van huizen, op ooghoogte van de reus om hem weg te jagen. Het standbeeld van Lange Wapper staat al meer dan vijftig jaar voor Het Steen in Antwerpen.

Nood aan een sociaal platform

Gansrijden

Gansrijden is een volkstraditie die in Antwerpse polderdorpen nog jaarlijks in februari plaatsvindt. Het is een wedstrijd waarbij ruiters op een boerenpaard een voor een onder een onderstel hangende gans rijden. De ruiter moet als eerste de kop van het ganzenlijf kunnen verwijderen. De winnaar is gedurende een jaar de koning van de vereniging. aanvankelijk begrepen dat met een levende gans. Sinds 2019 gaat het door met een dode gans of een kunstgans.