M’as-tu-vu?

M’as-tu-vu?
Pieter Engels, 'The bill is the artwork sold to', (1990) Poster, 70 x 50 cm

Pieter Engels was een lefgozer en een rare snuiter. In het S.M.A.K. in Gent tonen ze een greep uit zijn oeuvre. De titel ‘Fabulous oldest hits’ zet meteen de toon. Engels prees zichzelf schaamteloos aan als kunstenaar, verkoper en genie. Met provocerende acties en bizarre ideeën schopte hij graag mensen tegen de schenen. Ook de generatie conceptuele kunstenaars uit de jaren zestig, waartoe hij zelf behoorde, bleef niet gespaard.

Waarom heeft S.M.A.K. plots aandacht voor de in België eerder onbekende Nederlandse kunstenaar Pieter Engels (1938-2019)? Annemarie Engels, de weduwe van de kunstenaar, deed een schenking aan verschillende musea. S.M.A.K. wil meer inzetten op de zichtbaarheid van haar collectie en besluit om met de schenking meteen een tentoonstelling te maken. Co-curator Sam Steverlynck grasduint in de collectie van S.M.A.K. en selecteert ook werk van tijdgenoten uit de jaren zestig. We zien een zaaltje met werk van Jan Dibbets, Stanley Brouwn, Wim T. Schippers, Marinus Boezem en Ger van Elk. Het geeft de tijdgeest weer. “Hun werk vertrekt vaak van rigide wetenschappelijke criteria die ze met hun werk op losse schroeven zetten”, duidt Steverlynck. “Terugkerende begrippen zijn tijd en ruimte. Ze werkten ook graag met efemere aspecten, zoals licht en lucht.” De Noordzee, zand en de horizon duiken vaak op in hun werk. “Dat inspireerde me om voor dit werk de term polderconceptualisme te lanceren”, zegt Steverlynck. “Hun werk is conceptualistisch, maar bevat droge humor en relativeert hun uitgangspunt.”

M’as-tu-vu?
Pieter Engels, 'Genesis Foundation of Resurrection of Art and Down with Mass-Communication: Introspective landscape', (1972) Kleurenfoto, papier, markeerstift, verf, potlood, lijst en acrylplaat, 93,8 x 93,8 x 3 cm

Buitenbeentje

Engels maakte conceptueel werk, maar ondermijnde dat gedachtengoed op een uitdagende en ironische manier. Zo wilde hij de ernst van de kunstwereld doorprikken. Engels begon zijn carrière met klassieke schilderijen en evolueerde naar materieschilderkunst. Hij verwerkte zand in zijn verf en kleefde er dameskledij op. In S.M.A.K. zien we van Engels een reeks schilderijen ‘Mouvements’ uit 1963, waar hij het schilderkundige gebaar vastlegde. In datzelfde jaar stopte Engels met het maken van schilderijen en gaat hij steeds meer revolteren. Hij schilderde nadien enkel nog vanuit een conceptuele benadering. Zijn aandacht gaat naar de waarde van kunst en de commercialisering van de kunstwereld. In 1964 richt hij het eerste van een reeks fictieve bedrijven op. Engels past de markmechanismes van bedrijven toe op kunst. Engels geloofde in kunst als een massaproduct met een prijskaartje. Hij noemde zijn kunstwerken dan ook ‘producten’. Verder was hij een meester in zichzelf in de kijker zetten en verkopen. Engels is de eerste Nederlandse kunstenaar die zich presenteerde als ondernemer en mediafiguur. Nu stimuleert de overheid kunstenaars als ondernemers, maar toen was dat ongehoord en provocerend. Engels haalde met zijn acties vaak het nieuws. Hij was ook een voorloper in het creëren van fictieve personages en het bespelen van de media.

M’as-tu-vu?
Pieter Engels, 'Opposite-opposite chairs', (1964) Hout, scharnieren, variabele afmetingen

Drukwerk

Zijn eerste bedrijf is ‘EPO (Engels Product Organization’, waar zijn alter ego Simon Es salesmanager en bedrijfsleider is. Een van de producten die we zien, zijn herstelde stoelen. Engels slaat ze stuk om ze vervolgens met scharnieren weer aan elkaar te zetten, zodat het zijn functionaliteit verliest. Hij verkocht met EPO ook acties die hij ‘wonder events’ noemde. Dat waren flessen met uitgeademde lucht, doorgeknipte bankbiljetten of krassen op jouw auto tegen betaling. Engels voorziet een showroom, catalogi, posters en brochures om zijn producten en diensten aan de man te brengen. Het is fijn dat zijn drukwerk een centrale plaats in deze tentoonstelling krijgt. Engels plooit en snijdt zijn drukwerk in originele vormen. Het is visueel sterk en vormt een rode draad doorheen zijn oeuvre. Het tentoonstellingsboekje verwijst daar ook naar doordat we het kunnen openplooien tot een poster. Zijn bedrijven bleven niet onopgemerkt in de kunstwereld. In 1966 had hij een solotentoonstelling in het Gemeentemuseum in Den Haag, in 1969 in het Van Abbemuseum in Eindhoven en in 1961 en 1981 in het Stedelijk Museum Amsterdam. In Antwerpen had hij in 1967 een solotentoonstelling in Wide White Space Gallery en in 1973 in het ICC. We zien documentatie over deze tentoonstellingen, zoals correspondentie met Flor Bex van het ICC en Anny De Decker van Wide White Space. Verder toonde hij onder meer werk op de Biënnale van Parijs in 1967, een jaar later op Documenta IV in Kassel en nog een jaar later in ‘Op Losse Schroeven’ in het Stedelijk Museum Amsterdam. ‘Op Losse Schroeven’ was een memorabele tentoonstelling die toonaangevende kunst bracht, voornamelijk conceptuele en performatieve werken. Zijn hele optreden en aanpak waren gericht op verleiden, roem en geld. Het bevragen van deze mechanismen legde Engels geen windeieren.

M’as-tu-vu?
Pieter Engels, 'ETI (Engels Third Institute for Research in Subcultural Branding) Strike project', March 1971 – December 1971, (1971) Hout, formica, metalen handvaten, scharnieren, kettinkjes, 44 x 44 x 14 cm

Meer bedrijven

In 1967 startte Engels met zijn tweede bedrijf ‘ENIO (Engels New Internment Organization)’. We zien bizarre objecten die verwijzen naar dood en begraven. Een lijkkist voor een gebroken stuk hout en eentje voor de assen van een van zijn opgebrande kunstwerken. Verder ontwierp Engels fictieve machines, waar hij seksuele verlangens aan zelfmoord koppelt. Hij voorzag een model voor een man en een vrouw. Zijn volgende bedrijf ‘ETI (Engels Third Institute for research in subcultural brainbuilding)’ontstaat in 1968 en biedt interessantere zaken aan. Engels verkoopt hiermee ideeën en toont zijn belangstelling voor woord- en taalspelletjes. Hier en daar hangen bordjes met opschriften die verwijzen naar de plaats waar ze hangen. De opvallendste actie die hij voor ETI uitvoerde was ‘Strike project’ in 1971. Engels schreef de toenmalige minister van Cultuur een brief met een aanbod. Als de Staat hem 25 miljoen gulden zou aanbieden, zou hij de rest van zijn leven geen kunst meer maken. Een kist met blokjes visualiseert de lege ruimte die hij kon afbakenen, mocht hij niet staken. De minister antwoordde dat ze helaas niet kon ingaan op zijn aanbod.

M’as-tu-vu?
Pieter Engels, 'BAMM: Brain-Squad against Mass-Communication and Mediocrity A golden bar(d)', (1976) Hout, fluweel, metaal, acrylverf, 140 x 140 cm

Controversieel

‘BAMM (Brain-Squad against Mass-Communication and Mediocrity)’ is het bedrijf dat Engels in 1976 creëerde. Hij maakte een reeks van acht posters en verzond die in een oplage van 1000 exemplaren. De ontvanger kreeg het aanbod om voor 100 dollar een gesigneerd exemplaar te ontvangen. Engels vond de conceptuele kunst saai en academisch en dreef daarom de spot met conceptuele en minimalistische kunstenaars, critici en kunstspeculanten. Hoewel zijn werk verbonden is met uiteenlopende stromingen, zoals abstract expressionisme, zero en fluxus, provo, pop art, process art en conceptuele kunst, zette Engels zich af tegen zijn tijdgenoten. Meer nog, hij zag zichzelf als diegene die de stoorzender was en erbovenuit stak. In 1976 hangt Engels voor een zwartfluwelen vierkant een dwarslat die door een stukje goud uit balans is met het vrij vertaalde opschrift ‘de goudstaaf tussen de andere kunstenaars of verstoort de balans van de middelmatigheid’. Engels voelde zich beter en anders dan zijn tijdgenoten. Controverse opzoeken, was een manier om aandacht op te zoeken. Een andere strategie was zich in lijn zetten met roemrijke kunstenaars. Zo verwijst hij onder meer met zijn zwarte vierkant naar Kazimir Malevitsj. Zijn flessen met uitgeademde lucht herinneren ons aan Piero Manzoni die ballonnen met zijn adem vulde.

Engels had voorgangers die gelijkaardige ideeën uitdroegen. Zo creëerde Marcel Duchamp ook een alter ego en kaartte deze de economische waarde van kunst aan in diverse werken. Engels en Duchamp creëerden ook beiden een mythe rond hun kunstenaarschap. In een van de weinige videowerken die Engels maakte, zien we hoe hij een blad papier neemt, signeert, oprolt en oprookt. Hij blaast zijn handtekening de wereld in. Een uitgesproken interesse in handtekeningen vinden we ook bij Marcel Broodthaers. Vernietiging is een terugkerend aspect doorheen het oeuvre van Engels. Verschillende kunstenaars hadden daar in de jaren vijftig al aandacht voor. Denk bijvoorbeeld aan het werk van Luciano Fontana, die in zijn doeken sneed of ze doorboorde.

M’as-tu-vu?
Pieter Engels, 'Economic sculpture ontbijt 1e klas', (1991) Foto, hout, lijst, acrylplaat, facturen, 109,2 x 139,8 x 4 cm

Ondernemer

Engels kwam ook vernieuwend uit de hoek. Artistieke vernieuwing omwille van economische redenen gebeurt wel vaker doorheen de kunstgeschiedenis. Wanneer Engels in de jaren zestig schildert, verliest het medium aan populariteit door de opkomst van nieuwe kunstuitingen. Engels liet zijn haar knippen, deed een kostuum aan en bracht kunst, ondernemerschap en economie bij elkaar. Dat was in die tijd ongezien. Het gebeurde nog voor Jeff Koons zich in de jaren tachtig als ondernemer profileerde en met zijn kunst de markmechanismes bevroeg. Met het oprichten van tal van fictieve bedrijven testte Engels ons economisch systeem. Bij hem steunde dat op verbeeldingskracht. Hij verkocht onbestaande goederen of acties die hij aanprees met reclameslogans en drukwerk. In 1989 stichtte Engels met ‘Economic Sculptures(revaluation)’ nog een bedrijf. Hier maakte hij de productiekosten zichtbaar. Engels verzamelde alle onkostenbonnetjes die nodig waren om een werk te maken. Bij een andere reeks is het kunstwerk het bedrag dat iemand ervoor betaalde. Dat kon de koper vrij kiezen en die prijs kaderde hij dan in. Engels doorzag de marktmechanismes in de kunstsector en hoe ons economisch systeem steunt op absurde principes.


‘Fabulous oldest hits’ is te zien tot en met 10 september 2023 in S.M.A.K., Jan Hoetplein 1, Gent. Open di-zo van 9.30u-17.30u. 

Op 2 juli 2023 om 11 uur gaat co-curator Sam Steverlynck in gesprek met de Nederlandse kunstcriticus Carel Blotkamp. Reserveren is noodzakelijk  via deze link