Ali Banisadr – Foreign Lands
De beroemdste zoon die de stad ’s Hertogenbosch heeft voortgebracht, leeft voort in een tijdelijke tentoonstelling in het Noordbrabants Museum. Alleen is het werk niet van de hand van Jheronimus Bosch, maar van Ali Banisadr (1976), een zoon van de stad Teheran.
Het werk is voor het eerst in een Europees museum te zien. Dat het hier om werk gaat van een Iraanse kunstenaar die zijn atelier heeft in New York en dus ook een product is van de geglobaliseerde kunstwereld, dat hoeft de bezoeker niet te vervreemden. De kleuren die Banisadr gebruikt en de processie van figuren maken de connectie met Bosch meteen zichtbaar. Dat is op zich een prestatie, want zo kijk je met een frisse blik naar het werk van de meester.
De opgave voor de schilder die zich door (historische) collega’s laat inspireren is om iets eigens toe te voegen teneinde geen slaafse kopietjes af te leveren. Banisadr neemt de kleur en de beweging uit de schilderijen van Bosch over en door minder gedetailleerd te werken is hij in staat deze elementen tot een uiterste te drijven. en daarmee verder te werken waar Bosch ophield. Wat me meteen opviel is hoe kenmerkend de kleuren zijn bij Bosch. Door een hogere mate van abstractie zie je pas hoe de felle kleuren harmoniëren, zowel in die prachtige originelen als bij de werken in deze tentoonstelling.
Beweging is het tweede onderdeel dat hier indruk maakt. De parades van mensen en monsters die kenmerkend zijn voor Bosch zijn bij Banisadr figuurtjes die zijn neergezet in krachtige penseelstreken. Bij een schilderij als Gatekeepers lopen de figuurtjes in elkaar over waardoor het geheel nog hallucinanter overkomt. Aan de bovenkant lijken de strepen op gevleugelde monsters of insecten die zich in permanenten duikvlucht storten op de stoet onder hen.
De bewegelijke penseelstreek van Banisadr is duidelijk zichtbaar in het werk. Maar dat is niet alles, zo leren de teksten en catalogus bij de tentoonstelling. De kunstenaar ziet niet alleen wat hij schildert, hij hoort ook wat hij aan beeld maakt. Deze synesthesie, waarbij de ervaring van het ene zintuig (zicht in dit geval) overloopt naar het andere (het gehoor), maakt voor hem het schilderen ook een muzikale aangelegenheid. Dat mag dan misschien het dansen van het penseel verklaren maar vanwege de nogal chaotische voorstellingen ontbreekt het -ook al was het een muziekstuk- aan een compositie. Een beeldend kunstwerk heeft natuurlijk kwaliteiten die aan de muziek zijn ontleend (zoals ritme, harmonie, toon, etcetera) maar iemand die het alleen moet doen met het kijken naar een schilderij kan alleen maar vermoeden dat de geluidservaring een kakofonie moet zijn.
Wat meer visuele houvast maakt het werk meteen al beter. Op het brede doek At Once bijvoorbeeld zorgen de verticale witte strepen voor regelmaat die contrasteert met het gewoel aan kleur en vorm op de voorgrond. Het is het enige werk dat speciaal voor deze tentoonstelling is gemaakt. Hier is de inspiratie het schilderij De overgave van Breda van Diego Velázquez. Op dat enorme werk is links het Bredase garnizoen te zien dat na overgave de aftocht moet blazen, terwijl aan de rechterkant de Spanjaarden de sleutel tot de stad in ontvangst nemen. De lansen die de Spanjaarden dragen waren duidelijk de inspiratie voor de strepen van Banisadr. Maar om nou speciaal voor een Noordbrabants museum een werk te maken dat is gebaseerd op de nederlaag van een Brabantse stad, dat is ook weinig omzichtig. Je zou haast denken dat het niet besteed is aan een kunstenaar die furore maakt op de internationale om studie te maken van het verloop van de Tachtigjarige Oorlog.
In de tentoonstelling spreken de doeken op groot formaat het meest aan. Het kleinere werk mist de explosieve kleur en de kolkende verfstreken die elders te zien zijn. Sterker nog, hoe kleiner het werk, hoe meer het spontane (synesthesie of niet) tot gewoon ‘niet precies’ aftakelt. Wat betreft die grote schilderijen is niet helemaal duidelijk op welke afstand ze het best tot recht komen. Van dichtbij lijken ze en beetje op beelden die uit Google Deepdream komen, de online tool die met digitale psychedelica van elke afbeelding een trip weet te maken. Van veraf zijn het vooral kleurvlakken.
Doordat de tentoonstelling voor de helft plaatsvindt in een witte tentoonstellingszaal met veel licht van boven kon ik me het werk zo inbeelden boven de bank in een strak modernistische villa. Die droom kan ook werkelijkheid worden, blijkt uit het feit dat de galerie Blain|Southern, bij wie het werk van Banisadr te koop is, steeds expliciet wordt genoemd als steunende partij. Kunst en commercie zijn altijd innig met elkaar verbonden, maar dat neemt niet weg dat het ook te klef kan worden. In ieder geval dient de gedachte zich makkelijker aan dat het sinistere grotendeels uitblijft, waardoor het werk -op afstand- een beetje tam is. Daarvoor moeten we nog steeds bij Bosch zijn.
Ali Banisadr – Foreign Lands is te zien tot en met 25 augustus 2019 in het Noordbrabants Museum, Den Bosch.