Cutting Edge / Making Cash?
Op 9 februari publiceerde het NRC een interview met de jonge galeriehouder Rianne Groen die in de main area van Art Rotterdam met haar galerie, en met de jonge kunstenaar Wouter van der Laan (1993) in haar portefeuille, probeert op te vallen. Ze vertelde dat ze ongeveer 7000 euro betaalde voor 29m2, dus grofweg 250 euro per vierkante meter.
Het artikel liet me niet los. De bezoeker maakt, op een goede kunstbeurs, kennis met pioniers en ziet de nieuwste trends en ontwikkelingen van een beurs die een mix toont van gearriveerde en opkomende kunstenaars. Art Rotterdam is duidelijk een goede kunstbeurs. Ik vraag me af: als je als galerie tussen de 10.000 en 25.000 euro moet betalen voor een plaatsje op deze kunstbeurs, welke keuzes maak je dan? Je wilt verdienen, maar je wilt ook opvallen. Je wilt kunstwerken die als warme broodjes over de toonbank gaan, maar je wilt ook kunstenaars die risico nemen, die pionieren.
Ik ging op pad en, chauvinistisch als ik ben, maakte een rondje langs de Haagse galeries op de Rotterdamse Strip.
Pal naast de ingang, stand 1, staat LhGWR en het is bomvol. Robert-Jan Verhagen praat aan de lopende band met geïnteresseerde kopers, kunstenaars en (jonge) kunststudenten. Er tussen komen was onmogelijk, dus vergaapte ik me aan de werken van Sarah Carlier en probeerde, door het tellen van de tegels, uit te vogelen hoeveel vierkante meters deze stand telde.
De ruimte is groter dan galerie Rianne Groen dus 10.000 euro in het laatje van de kunstbeurs. Zo’n bak met geld betalen en dan vooral videowerken presenteren, een stoere zet van de eigenwijze Grote Witte Reus.
Galerie Durst Britt & Mayhew kon waarschijnlijk ook ruim 10.000 euro neerleggen voor hun stekkie dat ontzettend gunstig gelegen lag. De stand staat halverwege het parcours, op de hoek van de drukke beurslaan, de toiletten en Prospects & Concepts. De bezoekers zijn nog niet moe en de portemonnees zijn nog niet leeg. De stand, zie ik zo voor me, is halte Coolsingel van het bordspel Monopoly. Niet zo openlijk posh als de Kalverstraat (lees: Grimm Gallery met heerlijke werken van Charles Avery) maar minstens zo lucratief. Negen werken van de Nederlandse, jonge beeldend kunstenaar Wieske Wester (1985) vullen de ruimte; een serie aquarellen, houtskooltekeningen en schilderijen.
“Riskant”, merk ik op tegen Jaring Durst Britt. “Ja misschien wel… maar de solotentoonstelling is een bewuste keuze. Wij willen een statement maken, bovendien is het interessant voor musea en instellingen om het oeuvre van Wester te zien en het zorgt voor een trickle down effect. We verkopen nu ook hoor, maar het volledige effect sijpelt nog lang door”
Kunstenaars die materiaal op zichzelf verkennen en opnieuw uitvinden, blijven hoog op het lijstje staan van de galerie. Westers schilderijen en aquarellen springen eruit en zorgen voor genoeg spanning en kleur. Zowel de galeriehouders als Wester laten niets aan het toeval over, zelfs de aangeboden bananenschuimpjes zijn een knipoog naar de pasteus geschilderde stillevens van Wester.
Artist-run-gallery Billytown presenteert ook een solotentoonstelling. “Maar”, geeft gallerymanager Sanne Luteijn toe, “dat moet ook in de New Art Section.” Hier betalen galeries weliswaar minder – Billytown moest 3000 euro betalen voor stand 75 – maar alsnog een aanzienlijke som voor een startende galerie. Vorig jaar ging de solotentoonstelling van Bram de Jonghe viral en ook nu valt Billytown in de smaak met een solo van Iede Reckman (1981). De stand is overgenomen door Reckman die, als een 21e eeuwse Jan Schoonhoven, met open houten constructies en prachtige, witte sculpturen laat zien hoe mooi de wetenschap kan zijn. Binnen no time werden zijn sculpturen verkocht.
The “partners in crime” Galerie Maurits van de Laar en Galerie Ramakers zijn wellicht minder cutting edge, maar maken de Haagse kunstliefhebber trots en de bezoekers hebberig. De stands staan weliswaar schuin tegenover elkaar, maar de geëxposeerde werken kunnen bijna niet meer verschillen. Catalijn Ramakers toont minimal kunstwerken van onder andere Frank Halmans, Willy de Sauter en Reinoud Oudshoorn. Maurits van de Laar toont kunstwerken die net zo expressief zijn als zijn mimiek; in het bijzonder de schilderijen van Andrea Freckmann zijn een verademing na de talloze witte gangen en TL-lampen.
Intersections en Prospects & Concepts zijn de speeltuinen van Art Rotterdam. Non-profit spaces en kunstenaarsinitiatieven vragen aandacht voor bijzondere projecten en beroeren verschillende zintuigen. Vooral V2 – Lab for Unstable Media heeft, met het werk van Teun Vonk, de redacteur bijzonder goed opgevangen. Art Rotterdam is nog tot en met zondag 12 februari te bezoeken.