Invest Week Interview #4: Anouk van Klaveren
Anouk van Klaveren (1991) studeerde in 2013 af aan de KABK in de richting van mode en textiel. Sinds juli 2014 vormt zij met Christa van der Meer, Gino Anthonisse en Dewi Bekker het modecollectief Das Leben am Haverkamp. Ik sprak met Anouk over haar werk en haar nieuwste project.
Je hebt je werk gepresenteerd in fashionshows in Parijs en Milaan, maar exposeert nu ook in het Centraal Museum Utrecht (tentoonstelling HAAR). Hoe verhouden kunst en mode zich tot elkaar in jouw werk?
Ik sta met het ene been in de beeldende kunst en met het andere been in de mode. Ik benader mijn werken vaak op een objectmatige manier: ze staan op zichzelf. Bijvoorbeeld het vlinderdasje (PROJECT 000 004 – Hypertrichosis Bow Tie 2.0) dat ik ontwierp, deze kun je omdoen, maar hoeft niet. Tegelijkertijd verhoudt kleding zich tot een lichaam; pasvorm, silhouet, beweging en functie.
Ik ben aan mode begonnen met een heel ander beeld dan dat ik inmiddels heb, je begint een beetje te rebelleren in je eigen discipline. In mode is het bijvoorbeeld gebruikelijk om kleding op een catwalk te presenteren, maar mij spreekt het medium niet aan. Het is voor mij een te strak format, ik ben steeds op zoek naar andere manieren om mijn verhaal te vertellen. De presentatievorm is voor mij een onderzoek, ik probeer vormen uit: een productenreeks, interactieve performance of een boek.
Ik vind het fascinerend hoe kledingstukken en kledingelementen associaties kunnen oproepen en onlosmakelijk verbonden zijn met hun culturele context en traditie waar binnen ze functioneren. Deze associaties vormen het uitgangspunt van mijn werk. Zo bouw ik mijn totaalbeeld bijvoorbeeld op met klassiek geruite wollen stoffen, Afrikaanse hoofdtooien en kledingdetails van motorkleding. Wat blijft er van deze zaken over als ik een kader toevoeg, wordt het dan veel of niks meer waard?
Kun je voorbeeld geven van hoe mode en kunst samengaan in je collectie?
In Parijs had ik, als onderdeel van onze gezamenlijke (Das Leben am Haverkamp) presentatie, een scene uit Project 005 –‘His Majesty Prefers Pigs’ laten zien. In een andere ruimte liet ik de kledingstukken van het project ook los zien. Kleding hoort niet op een sokkel thuis, het moet wel aangetrokken worden. Het fungeert in het hele verhaal, in het kader dat ik aangeef, maar toch blijven het ook gebruiksvoorwerpen en dat vind ik juist de kracht en dat je die twee kunt verenigen. Zo heb ik een look book voor inkopers gemaakt met de stukken.Een jas kan ik verkopen, maar een masker is niet interessant voor een inkoper (kan ook niet in de wasmachine), maar wilde ik voor het concept wel toevoegen.
Zijn er, als je terugkijkt, bepaalde thema’s die steeds terugkomen in je werk?
Ik speel graag met herkenbare elementen, waar de kijker veel associaties bij heeft. Ik geef deze elementen opnieuw vorm en ga opzoek naar nieuwe silhouetten die soms het lichaam volgen maar ook lijken te vervormen. In mijn werk zoek ik steeds naar een balans tussen herkenbaarheid en vervreemding; vrije vormen en verwijzingen naar iconische kledingelementen. Ik ben veel bezig met identiteit, wat ook kenmerkend is voor mode waar identiteit al automatisch aan bod komt. Ook werk ik vaak met compleet bedekte modellen en maskers. Het gezicht is een essentieel onderdeel in de communicatie met anderen. Door dit gezicht te bedekken, zuiver ik de verschijning tot houding, beweging en kleding.
Waarom intrigeert de vervreemding je zo?
Het is een van de thema’s waar ik nieuwsgierig naar ben. In PROJECT 000 004 – Hypertrichosis Bow Tie 2.0 speelde ik daarmee. Vlinderdasjes zijn van wol, schapenhaar, maar ik combineerde dit met mensenhaar. De relatie tussen mens en schaap wordt zo tastbaar. In Milaan had ik een interactieve performance gemaakt waar bezoekers in een steriele omgeving gevraagd werd een haarlok af te staan. Deze haarlok werd in een zakje gedaan, gelabeld en heel systematisch verwerkt in de vlinderdas.
Het klinkt als een project dat je als bezoeker geweldig of helemaal niks vindt?
Het was zeker confronterend voor sommigen, omdat het van mensenhaar wordt gemaakt, wat direct persoonlijk is. Terwijl als je een wollen trui aanhebt, denk je ook niet na welk schaap je dat haar heeft gegeven. Met dit project visualiseerde ik de textielindustrie en handel in haar, en dat kan confronteren. Maar eigenlijk haal je juist de geheimzinnigheid weg.
Maar er waren ook veel bezoekers die zeiden: “Knip maar af joh!” Naar Milaan had ik enkele zakjes meegenomen, maar aan het einde van de tentoonstelling had ik 200 haarlokken in zakjes aan de muur gespijkerd. We waren met trappen in de weer, de zakjes hingen tot aan het plafond. Een flauwe woordgrap: Als een schaap over de dam is…
Wat houdt je huidige project in?
Voor PROJECT 000 005 – ‘His Majesty Prefers Pigs’ ben ik begonnen met portretten te verzamelen van vorsten, koningen en staatshoofden van over de hele wereld. Een goed voorbeeld is de portretten serie ‘African Kings’ van Daniel Lainé; niet erkende vorsten omringd door hun entourage en kostbaarste bezittingen.
En die foto aan jouw muur van Poetin met een …?
Tijger ja, geweldig he. Het aanzien druipt er vanaf, maar door wat komt dat dan? De tijger, zijn pose? Hij profileert zich blijkbaar graag op deze manier, dat vind ik interessant.
In mode is het gebruikelijk dat er een bepaald man of vrouwbeeld wordt bedacht, waarna er een heel leger van dit zelfde type man of vrouw wordt aangekleed. Bij mij zijn de modellen heel divers; eerder een familie of een vreemde club. Ik wilde dat in dit project benadrukken en de verschillende karakters tot leven laten komen. Ik heb heel intuïtief collages en moulages gemaakt, grote ondefinieerbare vormen van geruite stof, plukken haar en opzichtige sieraden.
Vervolgens heb ik Pieter van Vliet als schrijver gevraagd om karakterschetsen te schrijven bij de personages. Vanuit de associatie met rijkdom en status schreef hij een uitgebreide karakterschets en zo ontstond er een fictieve stam. Ik ging vervolgens op basis van die karakterschetsen de personages uitwerken. Diepgaande technische kennis is heel belangrijk in dit stadium, als je ergens aan refereert moet je het ook goed doen. Op de academie heb ik goed les gekregen en in ons atelier zijn meerdere kleermakersboeken te vinden. Sinds 5 jaar leer ik goudsmeden bij Isabelle Riffon in Leiden. De beheersing van allerlei technieken geeft me veel vrijheid in het ontwerpproces.
Uiteindelijk ontstonden er 7 karakters die samen een minimaatschappij vormen: De Tsaar en zijn varken, de Eerste Broer en Tweede Broer van Verantwoord Vermaak, de Estheet, de Gemene Deler en Polyglot Polymat. Bij de eerste schetsen had ik de Tsaar al een varken gegeven. Misschien vanwege mijn fascinatie voor hoe vorstelijk mensen honden kunnen behandelen. Door de hond te vervangen door een varken kunnen mensen deze verbazing misschien met mij delen.
En hoe nu verder met PROJECT 000 005 – ‘His Majesty Prefers Pigs’?
Dit project heeft voor mij nog potentie. Nu denk ik aan een antropologisch boek – bijvoorbeeld in de vorm van een eeuwenoud manuscript of een dik stoffig boek – waarin de karakters en hun accessoires nog meer uitgewerkt worden. Tussentijds documenteer ik nu meer van het proces, zodat je ineens weer iets heel waardevols kan zien, in een proef die eigenlijk al afgeschreven was. Deze tussentijdse documentatie wil ik ook verwerken in het boek. Ik laat ook meer mensen toe in het artistieke proces. Zo werk ik samen met Imke Ligthart, Ilse Moelands, Janne van Gilst en Pieter van Vliet. Dat is echt leerzaam en gaaf. Ik hoop in juni mijn boek af te hebben en ben druk bezig met het onderzoeken wat daar de juiste vorm daarvoor is.
In aanloop naar de aanstaande Invest Week in juni presenteert Jegens & Tevens in samenwerking met Stroom Den Haag een reeks persoonlijke portretten. Jonge kunstenaars die een Pro Invest subsidie hebben ontvangen en een selecte groep (inter)nationale curatoren worden door Jegens & Tevens geïnterviewd. Het doel van de jaarlijkse Invest Week is dat de kunstenaars feedback en reflectie op het eigen werk ontvangen van een groep ervaren curatoren, critici en kunstenaars uit binnen- en buitenland. Tot aan 27 juni 2016, als de Invest Week start, komen alle deelnemende kunstenaars en curatoren hier uitgebreid aan bod. Meer informatie over de Invest Week is binnenkort te vinden via www.stroom.nl.