Graag of Niet: Emo Verkerk
Het Gemeentemuseum Den Haag toont tot en met 15 februari zo’n negentig schilderijen en beelden van Emo Verkerk. Ik bezocht de tentoonstelling Graag of Niet die naast een wonderlijke inkijk in het vrolijke en licht defecte brein van Emo Verkerk ook een blik werpt op een mooie vriendschap tussen de kunstenaar en hoofdconservator Hans Janssen.
Emo Verkerk is een autodidact en schildert graag portretten, maar niet ‘zoals het hoort’. Wanneer Hans Janssen hem de vraag (zie catalogus) stelt hoe hij portretteren ziet, antwoordt Verkerk dat hij portretkunst ziet als een soort van vaarregelementen; handig, maar op zijn tijd dien je ook de bakens te verzetten. Schrijven of praten over zijn werk, waarschuwt Verkerk, is als dingen vastpinnen die zo mooi losjes hangen, of erger: als het uitleggen van een mop. Het puur beeldende, zonder ruis, dat is Emo Verkerk.
De samenwerking tussen Verkerk en Janssen heeft geleid tot een zestal kamers met beeldend en sculpturaal werk, gevat in een concept van een herenhuis. Er wordt geduid, de samenstelling oogt aanvankelijk een tikkeltje belegen of “een beetje conservator”. Janssen lijkt gelukkig al snel de rol van conservator van zich af te schudden en vanaf de Membranenkamer wordt het echt interessant. Verkerk’s humor komt onweerstaanbaar naar voren; William Shakespeare met een eendenbek (1985), Samuel Beckett in Den Helder (1996), Portret van Izaak Walton gezien door een forel (1987) en Jimi Hendrix op Texel (1990-97).
De voorkeur voor geportretteerden lijkt zich in enkele categorieën te vangen: warme onbekenden, afwijkende musici, (Russische) schrijvers of dichters met een zweem van tragiek over zich heen en filosofen. Wanneer Verkerk vanaf begin jaren 90 portretten loslaat komt het water, vaak tumultueus en onverzadigbaar, steeds vaker voor.
In de categorie warme onbekenden is de technische ontwikkeling van Verkerk het beste te zien. Geen rare kwinkslag of spitsvondigheid maar mooie mensen die genegenheid uitstralen. Rebecca (2014) is een prachtige, ‘pastelkleurigzachte’ vrouw met de stijfheid van een 17e eeuws aandoend portret. Mijn moeder met parasol (2014) is, naast een ode aan zijn frêle moeder, ook een ode aan Claude Monet’s werk door de titel, de vrije toets en sterke werking van licht en donker die contrasteren op haar gezicht en armen. Alexandra (2009/2013) met donkere ogen prijkt als een modern Sneeuwwitje naast Studie voor portret van J.H. Leopold (1988), een combinatie van twee portretten die feilloos de ontwikkeling van Verkerks techniek en stijl blootlegt.
De voorkeur voor afwijkende muzikanten lijkt een licht defect in Verkerks brein bloot te leggen. Frank Zappa, Edgard Varese, Jimi Hendrix, Igor Stravinsky, Charles Ives en Jim Morrison representeren de periode van drugs enerzijds en de periode van baanbrekende composities anderzijds. Wat hen bindt is het experiment; vandaar ook dat het logisch is in Verkerks wereld dat ‘likeminded’ Varese en Zappa met elkaar in contact staan. Ken je die mop van de concreet componist die de Amerikaanse excentriekeling belde?
De donkere portretten van toneelschrijver Samuel Beckett onderstrepen de fascinatie voor het defect en de vervreemding. Edgar Allan Poe die mistroostig op een verlaten strand wacht, doet de lippen grimlachen. De bohemiens Slauerhoff , Baudelaire en Rimbaud passeren meer dan eens de revue, evenals Venedikt Jerofejev en Joseph Roth, die opvallend vaak in een zeilboot is afgebeeld. De vervreemding, het absurde, de excentriekelingen, de verdoving en de getroebleerden; Verkerk lijkt zichzelf te vinden in deze mannen. De filosofen moeten tegenwicht bieden aan het woeste innerlijke. Spinoza en de schrijvende Erasmus; filosofen van onze gouden eeuw. Verkerk heeft flink gespit in de nationale geschiedenis. Ook Michiel de Ruyter, Vincent van Gogh en Cuby & the Blizzards zijn – bijna gebroederlijk – vereeuwigd in een kleurrijk palet.
Het schilderij Over Bakboord vat zijn oeuvre voor mij samen. Een zeilboot met een onzichtbare man achter het roer en de wind vol in de zeilen. De boot gaat volle kracht ergens heen, maakt water en dreigt te kapseizen. Het water raast, kolkt. Een imposante berg of zeil, badend in het zonlicht, priemt in het vizier. Het doet mij denken aan een gedicht dat ik tijdens de les Nederlands zag op een afgebladderde poster aan de paneeldeur: “Lang was de reis niet, eeuwig mocht hij duren. Zonder transit, zonder controle, met als enig doel bij je te blijven.”
De tentoonstelling Emo Verkerk: Graag of Niet is opgedragen aan de op 6 januari 2015 overleden oud-galeriehouder en verzamelaar Adriaan van Ravesteijn, en is nog tot en met 15 februari 2015 te zien in het Haags Gemeentemuseum.