Het Overschilderschilderij in de Aanschouw

De Witte de Withstraat van Rotterdam zal in een kunsteditie van Monopoly een zeer waardevolle straat achterin het bord worden. Met een ronde langs Showroom Mama, TENT en Witte de With kun je jezelf als redacteur jarenlang zoet houden. Maar dan doe je de Aanschouw op 80b, en vooral jezelf, tekort.

Toen ik door de beeldend kunstenaar Jim Impelmans werd uitgenodigd voor zijn expo in de “Aanschouw in de Witte de Withstraat”, wist ik niet eens wat dat was. Maar het was Jim – een ‘jongen’ die ik nu 15 jaar ken en met wie ik ‘s nachts stegen, jongerencentra en pleintjes in Pijnacker vol krijtte – dus daar ga je dan, uit je comfortzone.

Het Overschilderschilderij in de Aanschouw
Alles vol met stoepkrijt, 2004
Ik zei tegen Jim dat ik nog wat 'professionele vragen' ging stellen. Hij moest lachen en haalde een biertje voor me. Onze verstandhouding in een notendop.

In de trein naar Rotterdam googlede ik de Aanschouw. Ik swipete een beetje door de deelnemers van het overschilderschilderij; Rob Birza, Rob Scholten, Hans Citroen, Maurice van Es, Philip Akkerman, Katinka Lampe, Frans Franciscus.. wacht even, hebben zij allemaal mee gedaan??

In Cafe de Schouw kwam ik in gesprek met de beeldend kunstenaar en gelegenheidscurator Daan den Houter, en realiseerde ik dat dit project – ondanks het ‘ouderwetse’ medium – nog steeds actueel is, interessante aspecten van de kunstenaarspraktijk aansnijdt en een goed voorbeeld is van kunst in de publieke ruimte, een topic waar anno 2017 lekker over gepraat wordt, maar wat Daan “niet lullen maar poetsen” den Houter op verschillende fronten al 15 jaar succesvol in de praktijk brengt.

Ging ik toch professionele vragen stellen, alleen niet aan Jim, maar aan Daan.

24 mei 2002
Daan den Houter ging met zijn kunstwerk Het Overschilderschilderij een samenwerkingsverband aan met de Aanschouw / 80b. Foto: Walter Birkhoff

Daan hangt hier de 100e laag van het Overschilderschilderij op, gemaakt door Katinka Lampe. Deze laag hing ook in het Museum Boijmans van Beuningen.

Hoe ben je begonnen met het Overschilderschilderij?

Frank Taal vroeg mij in 2002 om kunstwerk in de Aanschouw te maken ( Taal richtte in 2001, in overleg met de kroegbaas van De Schouw, de Aanschouw op), een plek voor experiment waar je 7 dagen lang en 24 uur per dag ‘iets kunt doen’ in de kunststraat Witte de With, die toen al upcoming was.

Ik dacht.. tsja wat zal ik eens gaan doen. Ik dacht terug aan mijn eerste les op de kunstacademie (KABK Den Haag). Tijdens de eerste les zei een docent: Over 10 jaar is 1 van jullie een beetje bekend, en nog 1 kan misschien een beetje van zijn werk leven, en de rest doet wat anders. En ik dacht:

Dat ben ik! Dan word ik beroemd! En dan kijk je om je heen en dan denk je: "Ja maar dat denkt IEDEREEN!"

Voor een kunstwerk kreeg ik een idee; als ik nou iedereen uit mijn klas op een doekje laat schilderen, dan heb ik altijd wel een schilderij van een beroemde kunstenaar, wie van ons dat ook wordt. Toen ik aan een vriend vertelde dat ik een kunstwerk ging maken in de Aanschouw, herinnerde hij mij aan dit idee.

Evi Vingerling, Laag 2. Foto: Walter Birkhoff
Nico Feragnoli, Laag 7. Foto: Walter Birkhoff

Waarom liet je die potentieel beroemde kunstenaars dan op 1 doek schilderen?

Met losse doeken heb je gewoon een schilderij van iemand, dat is niet spannend. Ik ben als beeldend kunstenaar altijd bezig met de waarde van kunst, en hoe je daarnaar kijkt, en met de start van dit kunstwerk kon ik dat verder verkennen.

Als je naar dit schilderij kijkt dan weet je dat het de laatste keer is dat je het ziet. Dat geeft een andere manier van kijken. Ik zie het nu en straks is het weg. Terwijl als je naar de Nachtwacht gaat, zie je dat werk misschien ook maar 1 keer in je leven, maar dat denk je dan niet. Nu kun je maar 1 keer kijken, en krijg je (hopelijk) vragen als “vind ik dat nu zonde?” of “wat vind ik er ervan?”. Je moet er iets mee.

Gebeurt die realisatie? Want het is ook gewoon in een kroeg?

Ja dat gebeurt zeker, het is ook een project dat gegroeid is. Ik schilderde de eerste laag op het doek en vroeg mensen van de academie om er overheen te schilderen. Het verzoek was: maak een schilderij, dit zijn de *criteria en tot over 5 weken.

(*criteria: een canvas van 50 x 60 cm, je gebruikt olieverf, je mag er geen gaatjes eruit halen, niet te dik de olieverf opbrengen, want het moet droog zijn voor de volgende kunstenaar)

De tweede laag werd geschilderd door Evi Vingerling, zij won in 2012 de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst toen het Overschilderschilderij (telde toen 89 lagen) in 2012 als concept ook was genomineerd,  dus het project begon al met sterke schilders en ik dacht: 20 schilderijen en dan is het klaar, en dan schilder ik het wit ofzo.

Het Overschilderschilderij in de Aanschouw
Marjolijn de Wit, Laag 89. Foto: Ruud Sies

Maar op een gegeven moment groeide mijn concept uit naar een soort, Rotterdams icoon. Ik mailde bijvoorbeeld mensen, die ik in Metropolis M of Kunst in Beeld zag, om mee te doen en mensen kenden het overschilderschilderij ook echt.

Was je verbaasd?

Nou toen wel, zeker. Dat is best bizar. Ik zie dit als mijn kunstwerk, in eerste instantie ben ik een kunstenaar die, om dit werk te realiseren, andere kunstenaars uitnodigt om een bijdrage te leveren.

Voor mij gaat het uiteindelijk dat het een grote mix van schilders weet te vangen, het is natuurlijk een persoonlijke keuze maar gebaseerd op diversiteit van de kunstwereld. Mensen die van schilderen houden – de laatste 60 schilders maken werk over schilder zijn – en leven voor het schilderen. Of je nu professioneel of amateur bent, jong of oud, realistisch of abstract schildert, gevestigd bent of niet, leeft van subsidies of het zelf doet. Daardoor schiet het kunstwerk een beetje alle kanten op.

Phillip Akkerman, Laag 110. Foto: Walter Birkhoff
Marguerite de Geus, Laag 111. Foto: Walter Birkhoff

Is het qua thematiek in die tijd nog veranderd?

Nee dat niet, maar in het begin koos ik meer kunstenaars die ik kende (uit mijn directe omgeving), en nu kies ik meer kunstenaars waarvan ik hun werk ben tegengekomen in galeries/internet musea (die ik dus bij voorbaat vaak niet ken).

Hoe kies je een volgende kunstenaar?

Het is een gut feeling. Als ik het laatste gepresenteerde werk zie, dan kies ik pas eigenlijk een opvolger. Dus door het werk van Jim te bekijken, komt een nieuwe kunstenaar bij me op. Ik kies steeds tegengewichten, op het gebied van succes, onderwerp, leeftijd, erkenning. En die gebieden zijn nog lang niet uitgeput.

Je hebt ook nog richtingen in de schilderkunst, de een doet misschien iets met “hippe Mondriaanfonds gesubsidieerde werken” en dan kies ik als opvolger bijvoorbeeld iemand die al 20 jaar een bloem schildert, bij wijze van. Ik wil niet de hele tijd uit dezelfde niche kiezen.

Diana Roig, Laag 103. Foto: Roel Weenink
Marie Civikov, Laag 83. Foto: Wiesje Korf

Je bent curator van dit project, zet je dan ook de werken in om trends te laten zien? Zoals wat je nu ziet in Witte de With over gender, identiteit etc?

Nee dat doe ik helemaal niet, dat vind ik heel irritant, dat is echt een hype. Bij dit kunstwerk gaat het over kunst, over wat schilderen is. Ik zoek naar schilders en wat hen beweegt. Voor mij is een schilderij het meest klassieke beeld van een kunstwerk, een soort symbool van de kunst.

En daar draait het vaak ook om als de discussie over waarde wordt aangezwengeld?

Ja inderdaad, en ik vind het leuk hoe dit concept is gegroeid. Het begon bij een schilder die aan andere schilders vraagt om mee te doen. Het schilderij ontstijgt mijn originele concept, het gaat nu ook over een schilder en het gevecht dat hij levert. De vragen die hij tegenkomt in het schilderproces, zoals:

Wanneer is een schilderij af? Is het wel belangrijk genoeg? Past het hier wel? Wat is de waarde?

Door dat proces gaat elke kunstenaar heen, alleen in het overschilderschilderij in slechts 5 weken. Je schilderij gaat weg, maar het blijft ook bestaan. Het geeft vrijheid, maar ook een enorme verplichting.

Toch zijn er in het verleden ook veel schilders geweest die openingetjes creëerden met dit concept, wat hen misschien niet lukte in het atelier. En daarbij komt dat dit schilderij bij 124 mensen in het atelier heeft gestaan, wat best absurd is als je erover nadenkt. Het kunstwerk waar 124 kunstenaars naar hebben gekeken en over nagedacht hebben.

Voor hetzelfde geld zijn het 124 kunstenaars maar wel 300 schilderijen...

Ja veel kunstenaars zeiden ook tegen mij dat ze meerdere dingen hadden uitgeprobeerd op het doek. Dit kunstwerk is altijd in beweging, het groeit (letterlijk en figuurlijk). Dat blijft spannend en interessant.

Rob Birza, Laag 72. Foto: Walter Birkhoff
Olphaert den Otter, Laag 78. Foto: Walter Birkhoff

En hoe nu verder?

Na de 100e laag heeft ie in het Boijmans gehangen, dat was mooi. Van de kleinste tentoonstellingsruimte in Rotterdam naar de grootste.

Toen zeiden mensen ook dat het een mooi moment was om te stoppen. Maar tsja.. ik heb nog niet alle schilders erop (de lijst met interessante schilders blijft ook groeien), en ik had ook een andere theorie.

Als je van tevoren zegt dat je 100 schilders op 1 doek gaat laten schilderen, dan zegt iemand dat dit natuurlijk niet kan. Maar na 15 jaar hangt het doek er nog steeds. Ik denk dat elke keer als de gebruikte olieverf zou willen uitdrogen of craqueleren, dan gaat er een nieuwe laag over heen. Als je bijvoorbeeld 2 jaar er niet overheen zou schilderen, dan barst ‘ie misschien wel doormidden.

Rob Scholte, Laag 70. Foto: Walter Birkhoff
Joncquil, Laag 46. Foto: Walter Birkhoff

Een soort perpetuum mobile?

Het is een organisme dat bestaat bij zijn eigen gegeven en daar houd ik van, maar dat heb ik van tevoren ook niet bedacht. Als je dat van tevoren bedenkt, is dat heel plat.. denk ik.

Heeft er een restaurateur of wetenschapper naar gekeken?

Nee, maar dat lijkt me wel heel interessant, maar ik doe veel dingen tegelijkertijd en dit project loopt ook gewoon door, dus die mogelijkheden blijven liggen. Jim is de laatste van dit jaar want ik ga een residency in LA doen. Maar volgend jaar nodig ik weer kunstenaars uit om te schilderen.

Hans Citroen
Momo Takahashi, Laag 45. Foto: Walter Birkhoff

Dus geen einde?

Ik heb lang nagedacht over hoe dat nou werkt he.. een einde. Je schildert het wit en zet alle handtekeningen op de voorkant ofzo…

Maar dan kapsel je het juist in toch?

Ja precies, het werk gaat niet over dat het gevangen is, maar dat het juist doorgaat, die beweging. En het is een mooie mix tussen tijdelijkheid/vluchtigheid (alles swipen op je smartfoon) en iets willen bewaren, een universeel gegeven.

Ik heb ook bedacht dat ik lagen terug kan laten krabben, maar dan hou je uiteindelijk ook niets over. Als je nu het werk vast hebt, voel je die energie die erin zit. Het doek weegt nu ook 10 kilo he, een canvas weegt ongeveer 4 ons.

Iemand zei tegen mij dat ik gewoon eeuwig moest doorgaan, dat er over 300 jaar nog steeds kunstenaars mee bezig zijn. Ik kan in ieder geval door tot mijn 80e, dan zitten we ongeveer bij kunstenaar #400.

Doorgaan is eigenlijk de enige optie.

Jim Impelsmans houdt Laag 123 vast van Alex Meidam. Foto: Daan den Houter
Jim Impelmans, Laag 124. Foto: Tony Nathan

Dan zal er - tegen die tijd - helemaal veel geschreven zijn over dit project?

Grappig dat je dat zegt, want er wordt eigenlijk (bijna) niet over geschreven. Is toch maf?

Dat is inderdaad behoorlijk maf, dus bij deze Daan.

Laag 124 van Jim Impelmans is tot donderdag 21 september 2017 te zien in de Witte de With straat. Je wordt door de café uitbater hartelijk ontvangen terwijl je dit schilderij in je opneemt, het kan immers zomaar de laatste keer zijn dat je het ziet. Op donderdag vindt wissel 835 (!) plaats, Stefan Kasper is dan aan de beurt.

In ons gesprek kwam ook de Bcademie ter sprake, een bijzonder initiatief van Alex Jacobs en Daan. De Bcademie is een initiatief om de kloof tussen het behalen van een diploma aan een kunstacademie en de autonome beroepspraktijk te overbruggen. Naast de behandeling van inhoudelijke vragen over onder anderen integerheid, noodzaak, context en relevantie is er aandacht voor praktische vragen over planning, budget, BTW, waarde, subsidie etc. Voor meer informatie of je inschrijven, klik je hier.