Under the Spell in Galerie Frank Taal

Galerie Frank Taal toonde een fraaie selectie werken van kunstenaars afkomstig uit Los Angeles. Deze stad trekt al decennia kunstenaars, curators en verzamelaars aan. Edward Kienholz (1927-1994), Ed Ruscha (1937), John Baldessari (1931), James Turrell (1943) en David Hockney (1937, sinds 1964 werkzaam in L.A.) behoorden in de jaren zestig en zeventig tot de eersten die naam maakten tot ver buiten de landsgrenzen.

In de jaren erna zouden anderen als Mike Kelley (1954-2012) en Paul McCarthy (1945), wereldberoemd in Rotterdam met zijn iconische ‘Kabouter Butt Plug’, ten tonele verschijnen, tot recentere kunstenaars als Mark Bradford (1961) en Diana Thater (1962). Wie zich een beetje verdiept in deze kunstscene ontdekt dat er veel kruisbestuivingen en onderlinge contacten zijn tussen kunstenaars en andere creatievelingen van de stad. Verschillende van de in Rotterdam getoonde kunstenaars verwijzen naar deze rijke, lokale kunstgeschiedenis.

Frank Taal toont een gevarieerde collectie van foto’s, sculpturen, schilderijen en werken op papier. In de gehele presentatie vallen enkele kunstwerken in het bijzonder op. Aan de wand is een kleurrijk, vervreemdend en tegelijkertijd aantrekkelijk wandsculptuur van schoonmaakspullen (afwasborstels, sponsjes, zeempjes etc.) gemaakt door Lynn Aldrich (1944). Eenvoudige en alledaagse spullen transformeert zij tot een weelderige en overweldigende vorm, waarbij licht en kleur een grote rol spelen. Ondanks de volstrekt artificiële materialen en bijna fluorescerende kleuren doet het geheel wel degelijk denken aan de natuur, nog niet ontdekte koraal wellicht. Aldrich weet met dit wandsculptuur iets te maken dat nog lang op je netvlies blijft.

img_7043

Lynn Aldrich, Losing My Lagoon, 2014, mixed media, 50 x 81 x 53 cm.

Misschien wat minder sterk, maar in ieder geval actueel is de gestileerde cartoonachtige pasteltekening van Megan Williams (1962). Ze toont een man staande met z’n armen over elkaar, onverschillig of vijandig, terwijl hij lijkt te praten tegen niemand en iedereen tegelijk. Zijn knalgele, royaal wuivende kuif doet denken aan presidentskandidaat Donald Trump. De associatie met de republikein wordt versterkt door de silhouetten van wolkenkrabbers (?) rondom hem. Uit zijn buik lijken zijn darmen te komen.

kamer

Megan Williams, Has Guts, 2016, pastel and charcoal on paper

Juist… De getoonde werken van Williams zijn lichtvoetig en humoristisch, maar soms qua concept en uitvoering wat makkelijk en halen daarbij niet het niveau van de overige exposanten. Ik had wel iets meer van Aldrich willen zien of David DiMichelle (1954).

In de foto’s van DiMichelle komen werken van door hem bewonderde kunstenaars terug. Het zijn majestueuze hommages op klein formaat. Op andere foto’s toont hij de meest fantastische sculpturen, die op monumentale wijze zich de ruimte, waarin zij zich bevinden, meester maken. Deze conceptueel werkende kunstenaar werkt met maquettes van bestaande en zo nu en dan bedachte tentoonstellingsruimten van galeries en musea. Hij stelt zich de ideale expositie voor van zijn sculpturen. De invloed van de sculptuur in zijn fotografie komt voort uit het feit dat hij ook beelden maakt. Deze gefingeerde tentoonstellingen bieden DiMichelle echter de mogelijkheid uit te pakken met zijn ideale installaties en beelden. Als kijker neem je het David DiMichelle bijna kwalijk dat hij deze verbluffende en tegelijkertijd poëtische installaties creëert, maar het niet mogelijk is de tentoonstellingen daadwerkelijk te ervaren. Dat levert een bijna frustrerende kijkervaring op. Het zijn heel krachtige beelden die de kunstenaar neerzet.

Pseudodcumentation: Apollonian and Dionysian

David DiMichelle, Psedodocumentation: Hose Drawing, 2008, Digital Chromogenic Print, 102 x 142 cm.

03_pseudocumentation-hose-drawing

David DiMichelle, Psedodocumentation: Hose Drawing, 2008, Digital Chromogenic Print, 102 x 132 cm.

In zijn werk refereert hij heel direct naar het werk van door hem bewonderde kunstenaars, zoals James Turrell in het werk ‘Hose Drawing’ (2008). In het plafond is een gat aangebracht waar een prachtig diffuus licht doorheen valt. Het gat is een bestaand werk van Turrell in een museum. DiMichelle nam dit als uitgangspunt en stelde zich voor hoe het zou zijn om immens grote zwarte kabels uit dit plafond te laten komen, die zich als een soort tentakels of dropveters door de ruimte bewegen. De werken van de kunstenaar balanceren vaak tussen abstractie en figuratie, zoals in ‘Holes and Light’ (2009). Er is een volstrekt abstracte witte ruimte gecreëerd, dat het meest doet denken aan een soort in elkaar zittende puzzelstukken. Hier en daar valt er licht door gaten in de wanden. Er is geen duidelijke boven- of onderkant. Na een ogenblik valt er echter een klein groepje miniaturen figuurtjes te ontdekken, waardoor de abstracte ruimte opeens figuratief wordt. Maar het blijft schuren, de ingreep is zo minimaal, dat het beeld spannend blijft. David DiMichelle is een fascinerende fotograaf die een even simpel als doeltreffend concept heeft ontwikkeld.

18dimichele_holes_and_light

David DiMichelle, Psedodocumentation: Holes and Light, 2009, Digital Chromogenic Print, 102 x 132 cm.

Carl Berg (1960) presenteert een diverse selectie van digitale prints op het formaat van lp-hoezen. Deze beelden zijn kleurrijk, gedetailleerd en abstract. Tussen talloze priegellijntjes ontwaar je soms letters of flarden tekst. De kunstenaar baseerde deze serie op bestaande muziekalbums van bands die door vrienden van hem geselecteerd werden. Wanneer deze vrienden zelf kunstenaar waren, dan paste Berg het ontwerp aan op de kenmerkende stijl van de desbetreffende kunstenaar. Hoewel deze achtergrond interessant is en zelfs de kern is van het ontstaan van de serie, heeft het die inhoud niet per sé nodig. De beelden zijn sterk genoeg om los te koppelen van de inhoud. Maar eerlijk is eerlijk, het kost moeite de nieuwsgierigheid te bedwingen om te kijken of er een persoonlijk favoriete band, dan wel muziekalbum tussen zit en zo ja, hoe dit dan is verbeeld. Tussen alle muzikale internationale grootheden (van Iggy Pop tot Miles Davis) zit ook de Indisch-Nederlandse rocklegende Andy Tielman. Berg refereert in enkele werken ook naar fameuze musici uit het muzikale verleden van Los Angeles. De composities van Berg doen denken aan een moderne vorm van het middeleeuwse palimpsest. Laag over laag wordt er een beeld opgebouwd en als je het lezen wilt, dan dien je deze lagen weer af te pellen.

img_7065

Carl Berg, Psedodocumentation: Apollonian and Dionsysian, 2010, Digital Chromogenic Print, 102 x 142 cm.

img_7071

Carl Berg, detail: Miles David – Kind of Blue.

Frank Taal werkte voor deze expositie nauw samen met kunstenaar-curator Carl Berg. Deze initieerde of was nauw betrokken bij tal van andere exposities en projecten met L.A.-kunstenaars in Europa. Verder zijn er werken te zien van Lynn Aldrich, Adam Berg, Carl Berg, David DiMichele, Cecilia Miniucchi, Lara Jo Regan, Chris Trueman, Tam Van Tran, Pontus Willfors en Megan Williams

Under the Spell. LA’s New International Art Scene. Galerie Frank Taal september 9 – oktober 15, 2016