Duchamp in de onderbuik

’t Gebeurt zelden, maar ’t meest in het oog springende van de expositie van Bram de Jonghe is niet zijn werk, maar de vloer waarop hij exposeert. Bovenop de gewone vloer is een schuin omhoog lopende vloer van spaanplaat bevestigd. Hartstikke stevig, bezweert hij. ‘Ik heb er al rondgefietst. Je zou er zelfs een auto op kunnen laten rijden.’

Billytown is het terrein van een voormalige school in Morgenstond waar kunstenaars en grafisch ontwerpers werken. Ver buiten de gebaande paden is het toch de moeite waard om heen te fietsen, al was het alleen al om de enthousiaste reactie van de kunstenaar, die onmiddellijk komt aanrennen.

Duchamp in de onderbuik
Billytown

Buiten de gebaande paden

Buiten de gebaande paden zijn, past wel bij de Vlaamse kunstenaar. Hij is net zo makkelijk ingenieur als kunstenaar. De schuine vloer, bijvoorbeeld, is zo ongewoon dat nagenoeg iedereen wil weten waarom de vloer zo is gemaakt. Samen met vader De Jonghe gemaakt, in vier dagen tijd. ‘Je kunt ervan af rollen’, zegt de kunstenaar met een glimlach.

Duchamp in de onderbuik
De ruimte

De vloer is bedoeld als een soort sokkel, legt hij uit. In navolging van kunstenaars als Rodin en Brancusi die speelden met het klassieke idee van een sokkel, heeft De Jonghe van de hele zaal een sokkel gemaakt. Als toeschouwer sta je op de top. ‘Normaal gezien presenteert het werk zich aan de toeschouwer, hier presenteert de toeschouwer zich aan het werk. Dat vind ik interessant.’

De enorme vloer domineert het beeld. De kunstwerken lijken hier en daar verstopt te zijn. Een werk (filmpje van draaiende reclamezuilen) zal zelfs vermoedelijk door niemand worden gezien, als de kunstenaar het niet zelf zou aanwijzen.

Bordjes met uitleg passen niet bij zo’n ambitieuze setting. Die breken de eenheid van de ruimte. En als mensen toelichting willen, hij is altijd dichtbij, en wil graag vertellen over zijn werken. Is dat niet veel handiger dan een saai bordje? Titels zijn in zijn ogen ook niet echt nodig voor een kunstwerk en daarom zijn ze er niet. Hoe de kunstencyclopedie van de toekomst dat probleem gaat oplossen zal hem vermoedelijk een zorg zijn.

 

Sluipenderwijs

En dat niet alleen: hij toont zijn werken niet eens echt. Hij toont een film van het werk. En daar is een goede reden voor. Zo heeft hij een installatie gemaakt van een compressor met een draaiende vuilniszak. De clou is dat de vuilniszak knapt maar dat kun je niet horen. ‘Zoiets kun je maar een keer doen’, legt De Jonghe uit. Een installatie zou je dus maar een keer kunnen laten draaien.

Een impressie van dit werk, zie je hier.

Niet alleen de vuilniszak draait. De Vlaamse kunstenaar die sinds een paar maanden in Billytown is neergestreken, heeft een opmerkelijke fascinatie voor zaken die draaien. Zo draait een kaars langzaam rond in een vitrine. Sluipenderwijs smelt de kaars. Elke zes uur moet er een nieuwe in worden neergezet. Zo gaat het ook met vergankelijkheid. Dat we ouder worden, kun je ook niet met het blote oog zien.

Duchamp in de onderbuik

In een van de vier filmpjes draait een potlood rond in een automatische puntenslijper (een eerbetoon aan grafisch ontwerper en kunstenaar John Baldessari). Het potlood wordt meer dan geslepen, het wordt ronduit vermorzeld. Het is een werk dat reacties oproept. Een oudere dame vertelde aan de kunstenaar dat ze vroeger naar haar leraar ging om haar potlood te slijpen. Een nogal erotisch moment, bekende ze. De Jonghe kon er wel om lachen. ‘Het is altijd prachtig als mensen er zelf iets in zien.’

In een ander filmpje loopt hij op een strand rondom geïmproviseerde mobielen. Gefilmd met een mobiele telefoon. Dat was omdat hij geen benul had dat het filmpje een kunstwerk zou worden. Ze waren eigenlijk bedoeld als inspiratie, of voor zijn archief van beelden. ‘Nooit heb ik gefilmd met de intentie om er iets mee te doen.’ De filmpjes lijken er zelf beduusd van te zijn dat ze zijn gepromoveerd tot de divisie van echte kunstwerken. Het geeft de werken een schetsmatig karakter maar ook een nauwelijks na te bootsen spontaniteit.

En onder de vloer draait er ook iets: misschien wel het pronkstuk van de expositie, verborgen in wat De Jonghe de ‘onderbuik’ noemt van de zaal, waar je met een trappetje kunt komen, en waar je zicht hebt op de ingenieuze vloerbouwkunsten van vader en zoon De Jonghe.

 

Readymade in de onderbuik

Duchamp in de onderbuik

Daar staat een kopie van de readymade van Marcel Duchamp (de bicycle wheel, een omgekeerde fietswiel op een krukje). Maar nu draait het permanent en met een tl-buis eromheen. Het is geen wonder dat de buiten de paden denkende kunstenaar beïnvloed wordt door iemand als Duchamp, die van een gebruiksartikel een kunstwerk maakte.

Duchamp hield ervan om eraan te draaien en ernaar te kijken als een haardvuur. Ook dit werk is nogal hypnotiserend. Ertegenover fungeert een klassiek Afrikaans beeldje als tegenpool. Misschien een verwijzing naar de roots van De Jonghe, die begonnen is als beeldhouwer.

Duchamp in de onderbuik
De mysterieuze TL-buis

En als je even wilt rusten tegen de pilaar, merk je dat het helemaal geen pilaar is, maar een draaiende PVC-buis, die ronddraait in het midden van de hal. Is het een vermomd kunstwerk, is het onderdeel van de zaal, is de zaal soms één organisch kunstwerk? En hoe zit het met die hangende tl-buis? Een technisch foutje van Philips of een zeer subtiel kunstwerk?

De expositie roept misschien verwarring op omdat de vloer werken zo uiteenlopend en sober zijn. Kleuren spelen geen rol en de werken zijn simplistisch van aard. Aan de andere kant is de soberheid ook wel verfrissend. Er zijn geen wolken van audiovisueel parfum waar je als kijker doorheen moet kijken om te zien wat het werk echt is. Deze kunst heeft geen schaamte.

Het is alsof de kunstenaar al draaiend zijn mogelijkheden ontdekt. Wie weet waar het hem brengt? Als hij de verhoogde vloer zou kunnen laten draaien, en het hele complex erbij, zou hij vermoedelijk zielsgelukkig worden. Ja, laat De Jonghe maar zijn kunstrondjes blijven draaien, zolang hij maar niet duizelig van succes wordt natuurlijk.

New Skin On My Elbows, expositie van Bram de Jonghe in Billytown tot en met 31 augustus 2013, geopend donderdag tot en met zondag van 12.00 tot 18.00.