Keep on Dreaming!

Beelden van Hans van Bentem in de stijlkamers van het Gemeentemuseum Den Haag

Langs vitrines vol Javaans zilver en Haags porselein loop ik naar de bijzondere historische stijlkamers, die het Gemeentemuseum als een van de weinige musea heeft weten te behouden.

Hier heeft Hans van Bentem de zes intieme en deels ondergrondse ruimten mogen gebruiken om een overzicht te tonen van beelden die hij afgelopen 25 jaar heeft gemaakt,  samengebracht onder de titel ‘Keep on Dreaming’. Het resultaat is overweldigend.

Voordat je de trap afdaalt sta je oog in oog met een borstbeeld gemaakt in de beste traditie van het statieportret. Van Bentem portretteert zichzelf hier stoutmoedig als de grote roerganger van zijn eigen universum. De toon is gezet.

Ik sla rechtsaf en word vervolgens ondergedompeld in een bizarre, hilarische en fantasierijke wereld vol robotachtige strijders, sexy wezens, fallussymbolen, vreemde mythische dieren, kitscherige torens en allerlei voorwerpen, zoals jerrycans, vogelhuisjes, wapens, bloemen, vervaardigd in glanzend keramiek, robuust hout, geblakerd brons of fonkelend glas. Wat een eclectisch samenraapsel van een excentrieke verzamelaar lijkt, ontvouwt zich als een weloverwogen en uiterst precies geconstrueerde installatie.

Iedere stijlkamer heeft midden onder de kroonluchters een eigen eiland van beelden gekregen, zorgvuldig afgestemd op de al aanwezige decoratie. Niet op sokkels of vrijstaand op het parket geplaatst, maar speels met elkaar verbonden door een grillig bed van porseleinen bloemen, geboetseerde doodshoofdjes of zwarte kolen. Een overtuigende manier om de afzonderlijke beelden (dikwijls uit gestapelde fragmenten opgebouwd) die door de jaren heen zijn gemaakt, in één installatie samen te brengen.

In Van Bentem’s werk komen postmoderne, cartooneske, surrealistische en alledaagse banale beeldelementen samen tot een eigenzinnige en rijke vormentaal, in een gelukkig huwelijk tussen kunst en kitsch. Hij geeft vorm aan het genot van het kijken, de fascinatie voor ‘foute’ dingen en de inspiratie die hij haalt uit ambachtelijk vakmanschap.

De veelheid aan vormen en structuren is adembenemend en lijkt een weerslag te zijn van de constante stroom aan visuele prikkels die wij vandaag de dag te verwerken krijgen. De uitgevoerde beeldende associaties zijn onnavolgbaar en ontwapenend en zorgen menigmaal voor een glimlach op mijn gezicht.

De Japanse kamer met zijn imitatielakwerk is het toneel van een installatie in puur wit Chinees porselein, als een referentie naar het oude Chine de Commande porselein. De ruimte krijgt door het grote licht-donker contrast een mooie theatrale sfeer. In de beslotenheid van de huiselijke ruimte licht de beeldengroep op als een surrealistische vertelling.

Vooral hier voel ik de spanning tussen het monumentale gebaar van Van Bentem’s beelden en het fragiele karakter van het materiaal. Het brengt het besef van tijdelijkheid en kwetsbaarheid aan de oppervlakte. Met haast ingehouden adem loop ik om de beeldengroep heen, bang de breekbare droomwereld te verstoren.

Om die reden vind ik de Lodewijk XV kamer waar de kunstenaar zijn robuuste en meer eenvoudige houten beelden heeft gegroepeerd, minder gelaagd in betekenis maar wel kleurrijk, humorvol en aards van uitstraling.

 

Na al het speelse visuele geweld loop ik nietsvermoedend een wit marmeren zaal in waar een duister en macaber landschap is gecreëerd. De spaarzaam geplaatste zwartgeblakerde beelden op een bodem van zwarte kolen tonen vooral de leegte, de stilte na de verwoestende storm van een oorlog. Ineens is daar die grote boze buitenwereld die de keerzijde toont van ons vrolijke vluchtgedrag.

De apotheose van mijn tocht door de zalen eindigt bij het beeld ‘Heaven’ in de donkere Gobelinzaal. Volgens de routing van het museum had ik hier moeten beginnen, maar bij toeval blijkt mijn tegengestelde weg beter aan te sluiten bij mijn persoonlijke ervaring van het totale concept.

Deze kamer herbergt namelijk het meest romantische (en qua vorm ook het meest ‘gewone’) beeld van de expositie, een hemelbed van kristal, compleet met glasgeblazen pilaren die er uitzien als lange reeksen zilveren kerstballen. Het hemelbed, waarvan de integrale verlichting steeds afneemt en aanzwelt, nodigt fonkelend uit om mezelf neer te vleien en de beeldenstorm in mijn hoofd tot rust te laten komen.

Om mij vervolgens, net als de kunstenaar zelf, opnieuw te laten verleiden ruimte te geven aan de troostvolle fantasie en de onuitputtelijke beeldtaal van de creativiteit. Daarmee gehoor gevend aan zijn inspirerende oproep te blijven dromen.

De tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag loopt tot 11 november 2012.