Moose Space Summer Residency / Manifest

Afgelopen augustus konden zes internationale kunststudenten, mede dankzij een broedplaatsensubsidie van de Gemeente Den Haag, zichzelf nieuwe inzichten verwerven en hun rol als kunstenaar tegenover een publiek verder uitdiepen. Het thema van deze workshop was ‘Manifest’. Door middel van een door Charlotte van Winden geïnitieerd programma van twee weken met gastsprekers, workshops, evaluaties en buurtdiners werd aandacht besteed aan de rol van politiek in ons dagelijks leven. Ik bezocht het afsluitende buurtdiner met open podium om bij de studenten en buurtbewoners te peilen hoe hun ervaringen waren na deze residentieperiode.

Trijntje Noske – “Ik was elke dag verrast. Het waren pittige twee weken, mijn brein maakte in goede zin overuren door alles wat op mij afkwam. Ik heb voor mijzelf veel kunnen verhelderen; niet zozeer over de idealen waar ik voor sta, maar wel waarom ik het werk maak dat ik maak. 

Wat mij in deze twee weken ook aansprak, vanuit mijn eigen praktijk als kunstenaar en waarin het verschilde met mijn tijd op de academie was de focus op de diverse en soms vervreemdende aansluiting met de buitenwereld. Door bijvoorbeeld boks- en meditatielessen te combineren om over mijn werk na te denken en nu ook met weer dit buurtdiner, om met anderen over mijn werk te praten. Hierdoor besefte ik opnieuw dat de aansluiting met zogezegd; niet kunst ruimtes en mensen toch echt drijfveren zijn in mijn kunstenaarschap.

I am in my second year, studying ArtScience where I got excited by all the new mediums. The fact that I grew up in the north of Ireland, where I went to a Gaelic language school, makes me wonder to what degree I can cut loose from my cultural heritage. With this in my mind and foremost my special interest in augmented realities, is the reason why I like to read and make work about Marshall McLuhan and James Joyce‘s time spent in the Netherlands.

Chatroulette sessie via Skype

Muireann Nic An Bheatha – During this residency, I liked how different and interactive everyday was, which I also get at the academy but only when you actively ask for it. Especially the ‘Bildung‘ approach integrated outside the art bubble, working with local people at the church, boxing club and the meditation lessons were refreshing to me. It brought me new angles to think further about questions on how virtual spaces are ‘invisibly’ managed in relation to the physical surroundings within our daily lives.

(optreden van buurtbewoonster Alzira Assis)

Naeun Kang – “Moose summer residency was different from art academy in that we were given lectures on unlikely but important topics such as ‘Courage & Cowardice’. Workshops we had involved lots of seemingly random group acts like standing in a public square in a circle and throwing water balloons, or making an imaginary profile and looking for a person that suits the profile. From all the passionate mentors and participants, I learnt to have more audacity to act out on my frivolous thoughts.”


Anne van Ophem“Terugkijkend op deze residentieperiode vond ik de interactie met de docenten en medestudenten soms kritisch, maar wel opbouwend en met een hoop theorie. Vooral dat laatste is wat ik op de Willem de Kooning Academie niet gewend ben, daar ligt de focus vooral op het maken. Het is wel zo dat we op de academie leren om aansluiting te zoeken met de buitenwereld. Afgelopen jaar gingen wij bijvoorbeeld ook naar een boksschool. Verder vind ik het vooral leuk dat ik er vrienden aan overgehouden heb. Ik merk dat het in de kunstwereld bijvoorbeeld bij galerieopeningen wel anders is, daar lijkt soms een onderhuidse competitiedrang te zitten, dat was hier niet het geval en dat vond ik wel verfrissend.


Jacco Borggreve –” Ik zit in mijn laatste jaar fine arts aan de AKI artEZ. In mijn werk richt ik mij tot de de buitenwereld en wetenschap die in de meest letterlijke zin een relatie aan gaan met mijn lichaam. Zodoende poog ik mijn menselijkheid te ervaren door overgave aan digitale techniek en de controle over die techniek. Ik heb mij aangemeld voor deze residentie omdat er een platform geboden werd om daadwerkelijk een verbinding aan te gaan met de samenleving ofwel het aangaan van publieke interactie.

Een snelkookpan van twee weken en om na die twee weken ook daadwerkelijk wat te realiseren, in de vorm van een manifest. Over het algemeen heb ik de lezingen en meningen van coaches en gastdocenten ervaren als divers. Zo los bekeken leken zij elkaar soms zelfs tegen te spreken wat ik prettig vond, omdat ik hier de ruimte in zag om zo mijn eigen mening te vormen. Kunst en conceptuele verlangens zijn nu eenmaal pluriform. De lezing die mij in het bijzonder is bijgebleven is die van van Rudolf Valkhof waarin hij het ontstaan van waardestructuren uiteen zette. Hij gebruikte hiervoor metaforen uit de mythologie, van de oude Grieken naar het christendom, hindoestaanse en boeddhistische religies. Van Nietsche tot aan de autoritaire wetenschap van nu. 
Het verschil met mijn opleiding aan de academie is dat de groep kleiner is waardoor er meer ruimte ontstaat voor directe discussie. Op de academie ligt de focus voornamelijk op; hoe je te uiten in je werk en niet zozeer over hoe je te uiten over je werk. Ik ben er wel huiverig voor wanneer de academie mij direct zou aansturen om een socio-politiek bewustzijn te kweken. Voor mij ontstaat hier de vraag of je hierdoor eerder een goede kunstenaar; in plaats van een succesvolle kunstenaar wordt. 

Ik sprak ook met een aantal buurtbewoners waaronder een non-interraciale heteroseksuele man van middelbare leeftijd die sprak over het effect van kunstenaarsinitiatieven binnen een woonwijk. Zo stelde hij dat locaties als Moose Space bijdragen aan de culturele aansluiting met het centrum van de stad. En ook dat hij het van belang vindt dat kunstenaars hun open karakter behouden, omdat dit meer ruimte biedt voor ontmoeting tussen westerse en niet-westerse bewoners van een stad.
In een ander voorbeeld meent hij dat door aanmoediging van gemeenten om broedplaatsen in zogenoemde achterstandswijken in te richten er neveneffecten kunnen ontstaan waarin welgemeende initiatieven van kunstenaars die de leefbaarheid van woonwijken bevorderen onbedoeld bijdragen aan doorgeschoten gentrificatie. Of dat zij, om dit te voorkomen, het open karakter verliezen en zo een vacuüm vormen.