Het raarste van het IFFR 2018

Het IFFR duurde van 24 januari tot en met 4 februari en bood met meer dan 500 films weer veel aparte, gekke, leuke en rare films.

Goed, de ‘raarste films’, dat is een beetje clickbaity (maar het werkte, toch?). Maar het dekt wel de lading van een top 8 met de meest experimentele films, films over kunst en gewone kunstwerken.

8. The Eyeslicer (en 90’s hangout)

Het Nieuwe Instituut had speciaal voor de film (The Eyeslicer) een 90’s hangout gemaakt. Een kamertje van drie bij drie met spelletjes uit de jaren negentig (hoewel er ook een pim-pam-pet uit 1972 was binnengesmokkeld) en een scherm waar de film werd vertoond.

Het raarste van het IFFR 2018
The Eyeslicer hangout © Jegens & Tevens

55 jonge Amerikaanse regisseurs maakten producties zonder de pretentie die je misschien vooraf verwacht. Door de bank genomen best aardige minispeelfilms.

Wel een pittige test voor je ogen want de totale lengte is 360 minuten (of een serie van tien afleveringen, zoals het eigenlijk was opgedeeld).

7. Nazidanie

Dit is een van de mafste concepten voor een film die je kunt vinden op IFFR. Een ruim twee uur durende film over de kopstoot die Zinedine Zidane gaf aan Marco Materazzi tijdens de finale van het WK-voetbal in 2006.

We krijgen een reeks beelden en een voice-over die ons de context van het moment toont. En die context gaat héél ver. Fresco’s, Michelangelo’s, sjamanen en zelfs de inval in Irak wordt erbij gehaald.

De film leert ons dat er drie Materazzi’s zijn (de slager, de familieman, en de middenman). En dat er een soort portal van haat was tijdens dat WK (doet je toch even aan Twin Peaks denken). Verrassend genoeg noemen ze niet eens ‘the battle of Nuremberg’, de meest beruchte wedstrijd die Nederland ooit speelde, ook tijdens dit WK.

Dit komt in de buurt van een surrealistische film met voetbal. Of een voetbalversie van een toneelstuk van Shakespeare. Duurt twee uur maar verveelt niet. Opwarmertje voor het komende WK.

6. Dragonfly eyes

Een meisje (Qing Ting) ziet het niet meer zitten in een klooster en verruilt de geborgenheid aldaar voor de hardheid van de grote stad. Fe Kan, een vriend, zit achter haar aan.

Klinkt als een redelijk gewoon drama. Maar vergis je niet. Kunstenaar Xu Bing maakte de film met 10.000 uur filmmateriaal van security camera’s en dashcams. Er zijn dus talloze Qing Tings en Fe Kans, die de rollen zelfs zonder te weten speelden. Alleen de stemmen zijn erbij gemaakt.

Vooraf denk je: dit kan niets worden. Toch is Dragonfly eyes een boeiend experiment. Je ziet hier het echte China (kantoren, snelwegen, straten). Bovendien is het knap om met dit materiaal een coherent (en zelfs satirisch) verhaal over onze moderne beeldcultuur te verzinnen.

5. Have you seen the Listers?

Anthony Lister is een Australische street-artist, die naar New York reisde, en in plaats van blut weer terug te moeten keren, daadwerkelijk populair werd als kunstenaar.

Een portret van dat New Yorkse kunstwereldje had interessant kunnen zijn maar dit is een egodocument over Lister, zijn vrouw en zijn kinderen. Het zijn ook zijn eigen archiefbeelden.

Slaapverwekkend hoor, een kunstenaar met zoveel wind mee (ook al gaan ze later scheiden). Have you seen the Listers? is een voorbeeld van iets wat urgentie mist. Het is alsof je het foto-album van een onbekende zit te bekijken. Je denkt alleen maar ‘I don’t care.’

Wel een troost voor niet-succesvolle kunstenaars: de succesvolle blijken ook een saai en burgerlijk leven te hebben. En succesvol blijkt trouwens uiterst relatief. De meeste kunstenaars die langskomen op Jegens & Tevens vind ik interessanter dan wat Lister maakt, ook al verdient hij intussen bakken met geld en ligt overal de rode loper uit.

4. The End of Fear

Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue was simpelweg een beroemd kunstwerk tot het een kunstdrama zonder weerga werd. Het neersteken van een doek met een stanleymes (kan ook kunst zijn, denk aan Lucio Fontana) was het begin van een jarenlang slepende juridische affaire rondom de restauratie. Die eindigde ermee dat de gemeente Amsterdam zelf een schikking betaalde.

Barbara Visser zet in deze film alles op rij. Letterlijk ook. De vloer van een hal wordt ingedeeld in vakjes met jaartallen waar documenten neergelegd worden. We horen de dader ook nog aan het woord komen.

De film is niet opgezet als een typische journalistieke documentaire met pratende hoofden en dat is wel verfrissend. Daar staat tegenover dat de episode van het opnieuw schilderen van Who’s afraid… uitloopt op een wazige copyrightdiscussie. Interessanter zou het zijn geweest om inzicht te krijgen hoe moeilijk het was voor Newman om dit doek te maken.

3. The Silent Room

Het raarste van het IFFR 2018
Op een zeer druk stukje Rotterdam, het Kruisplein, kon je je tijdens het IFFR helemaal terugtrekken in ‘the silent room’. © Jegens & Tevens

2. Charlie en Hannah gaan uit

Charlie en Hannah zijn twee Vlaamse dames van in de twintig die uitgaan, samen met Fons. Ze slikken een soort magische bonbon en die heeft niet alleen effect op hen, maar ook op anderen en de wereld om hen heen.

Zo ontmoeten ze Catherine de Grote in de achtertuin van een bar. Of ze bezoeken een bordeel met een waarzegster die zegt dat ze ‘de ananas moeten blijven volgen’ (en dat doen ze dan ook).

Een dappere poging om eens totaal wat anders te maken dan de grauwe middelmaat van arthouse of commerciële films. Volop grappige dialogen en speelse scènes.

‘Ik moet echt gaan anders gaat mijn cavia raar doen.’

‘Hij is echt oké. Hij leest boeken.’

‘Ik vond voor u een mummie in ontkenningsfase.’(Komt een mummie aanlopen.) ‘Smoothie?’

Dit fantasierijke regiedebuut van Bert Scholiers is misschien wel héél erg gericht op twintigers. Maar goed, iedereen boven de dertig is dat ook geweest. Al met al sympathieke productie.

1. Laisser Bronzer les Cadavres

Een overval op een Frans eilandje eindigt in een shoot-out. De klok tikt door. Wie blijft overeind?

Vergeet het verhaal, vergeet de karakters. Laisser Bronzer les Cadavres is stijl, stijl, stijl! Zonlicht, schaduw, gouden verf, close-ups, lippen, mieren. En de muziek natuurlijk. Het hoort er allemaal bij. Hélène Cattet en Bruno Forzani (Amer en L’Etrange Couleur de ton Corps) zijn stilisten bij uitstek. Van een simpele shoot-out maakten ze een visueel meesterwerk.

Visueel dus bijzonder, zoals vrijwel alle films van het duo, maar je mist wel weer ‘body’. Style over substance, 100 %, zoals alle films van Cattet en Forzani. Humor komt meestal uit karakters en die zijn ballast in de films van dit Belgische duo.

Wat je nu overhoudt is de meest chique pulp die je ooit hebt gezien. Ik kan wel zeggen: de trailer verraadt in dit geval eigenlijk nog niets van wat je te wachten staat.