Oogaanvallen in Schiedam

‘Eye-attack’ in het Schiedams Gemeentemuseum laat kunst zien van twee haast vergeten stromingen: OP-art en kinetic art. Voor het eerst in vijftig jaar te zien in Nederland.

Het effect

OP-art en kinetic art zijn leuke, slimme, wetenschappelijke stromingen, dat bewijst deze tentoonstelling al na een zaal.

Het kunstzinnige zit hem hier in ‘het effect’ in plaats van de stijl. Kunst die ‘beweegt’ en effect sorteert. De oplossingen van de kunstenaars grenst geregeld aan het wonderbaarlijke.

Oogaanvallen in Schiedam
Jesus Rafael Soto: Carre virtuel violet (1979)

Zie hoe Vasarely door middel van ovalen, vaagheid en verkleining een diepte schept die er niet is. Of hoe Jesus Rafael Soto dimensies slecht (zie hierboven). Of hoe laag-op-laag verrassende effecten geeft (Carlos Cruz Diez) en sommige werken van links, recht ervoor en rechts er totaal anders uitzien (Yaacov Agam). De variatie is immens.

Een medewerkster geeft een draai aan een van de werken. Staren naar de witte stip in het midden. Daarna naar je hand kijken. En daar is de cirkel ineens weer.

En het labyrint van Francois Morillet is ook een grandioze ervaring. Die laat je als het ware een OP-art-werk inlopen. Duizenden minivormpjes maar of blauw of rood. Het zit aan de muren, op de grond. Desoriënteren is niet moeilijk – ook al is het labyrint niet heel groot.

En over desoriënteren gesproken, wat hiervan te denken?

Oogaanvallen in Schiedam
Bridget Riley: Cataract 3 (detail)

Hypnose?

Hypnose via kunst, is dat mogelijk? Cataract 3 van Bridget Riley is wel een goede gegadigde. Een kolossaal werk met golvende strepen, die je in verwarring brengen: gaan we niet stiekem van 2D naar 3D? Als je met je ogen vlak langs het doek gaat, gebeurt er iets.

Er is een wetenschappelijke verklaring voor. Oogbewegingen maken we de hele dag. Zo’n 2 a 3 per seconde, zo’n 250.000 per dag. Die geven telkens nieuwe informatie aan de hersenen. De hersenen compenseren voor de nieuwe informatie.

Bij Cataract 3 werkt dat anders. ‘Het oog gaat aan de wandel zonder dat de hersenen daarvoor compenseren. Daardoor creëert het werk de illusie van beweging,’ zegt Jan Theeuwes. Hij is hoogleraar cognitieve psychologie van de Vrije Universiteit van Amsterdam en geeft in onderstaande video interessante wetenschappelijke toelichting.

Maar afgezien van het effect op de ogen, maakt het werk (uit 1967) ook kunstzinnig veel indruk. De British Council of Visual Arts heeft meer informatie over dit werk en de plaats ervan binnen het oeuvre van Riley.

Verwarring

‘Op-art is erop uit om ons te verwarren’, zegt Jan Theeuwes. Vasarely noemt hij als voorbeeld. Het scheppen van een diepte die er niet is en het spel met de ogen door warme kleuren en koude kleuren te combineren.

In kleuren krijg je alles te zien – en eerlijkheidshalve moet je bekennen dat dit het minste punt van de werken zijn. De kleuren zijn geregeld gedateerd, hangen nog een beetje vast in de periode van toen de werken werden gemaakt: jaren zestig en zeventig.

Maar hoe de kleuren worden gebruikt is indrukwekkend. Richard Joseph Anuskiewicz klaart het in Sunglow met groen, paars, blauw, rood en oranje. Een hypnotiserend rood vierkant in het midden. Een werk waar wiskunde, natuurkunde en cognitief denken in samenkomen.

(Foto: Richard Joseph Anuszkiewicz, Sunglow, 1968. Collectie Louisiana Museum of Modern Art, c/o Pictoright Amsterdam)

Buitenkansje

Het Stedelijk Museum van Schiedam biedt een buitenkansje om een fraai stukje kunstgeschiedenis te gaan kijken. Ingebed in de jaren zestig en zeventig – om precies te zijn begon het al in 1955, met een tentoonstelling van Vasarely in Parijs. Een voornamelijk Europese stroming die pas echt populair werd na een expositie in 1965 in MoMA in New York.

De Timeline OP-art en Kinetic Art schetst een mooi en gedetailleerd overzicht.

Bridget Riley en Victor Vasarely worden beschouwd als de twee belangrijkste kunstenaars van de stroming. Vooral de laatste is wereldberoemd. En soms van dingen die men goed kent. Vasarely maakte bijvoorbeeld ook de albumcover van David Bowies Space Oddity en het logo van Renault.

Francois Morelle,t Sphere 1962
Jean-Pierre Yvaral, Progression Polychrome A.70, 1970. Collectie: Louisiana Museum of Modern Art, c/o Pictoright Amsterdam

Maar als je verder terugkijkt, zou je Bicycle Wheel van Duchamp (1913) ook al kinetic art kunnen noemen. Ook Arch of Petals van Alexander Calder wordt vaak genoemd als vroege vorm van OP-art.

Er waren ook heel wat Italiaanse kunstenaars bij betrokken, die soms collectief opereerden, zoals Gruppo N en Gruppo T. De bovenste verdieping is gewijd aan een aantal van deze kunstenaars. En het wonderlijke is dat een van de voornaamste kwaliteiten van Italiaanse designers (esthetisch mooi vormgegeven producten) hier ook wel terugkeert. Na al die decennia en allerlei digitale ontwikkelingen, komen de werken toch niet gedateerd over, mede dankzij de esthetische kwaliteiten.

Oogaanvallen in Schiedam
Davide Boriani: Pantachrome no.5 (1967)

Taalkundig bieden de werken van de Italianen ook veel schoonheid. Ik hou van titels als Ambiente stroboscopico 2, Spazio Elastico, Ipercubo n.9, Topoestesia, Sferisterio of Cromosfera.

Al met al is dit natuurlijk ook maar een topje van de ijsberg. Iedere kunstenaar heeft zijn eigen evolutie en loont de moeite om je daarin te verdiepen. Maar het is fijn dat we in elk geval weten dat er een ijsberg is.

De expositie is ontstaan dankzij samenwerking met het Louisiana Museum of Modern Art in Kopenhagen en steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds.

Eye-Attack in het Stedelijk Museum Schiedam duurt nog tot 18 juni. De tentoonstelling heeft een toeslag van € 2,50 bovenop de MJK.