Transformatie; van wat naar wat?

Op 5 november startte er in Beelden aan Zee een tentoonstelling die als thema de Roemeense revolutie heeft. Het gaat hier niet om een huidige revolutie, of een herdenking. Maar om kunst, beeldhouwkunst, die zich richt op de revolutie die 25 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Door kunstenaars uit Roemenië.

Ik mocht namens Jegens & Tevens op de persvoorstelling aanwezig zijn. Hier vertelde de directeur van Beelden aan Zee dat zij het enige museum in Nederland zijn die hier aandacht aan besteden. Het voordeel, maar ook het nadeel van een persvoorlichting is dat er veel wordt uitgelegd. De kunstenaars zijn aanwezig, aanspreekbaar en bereid tot verklaring. Dit heeft voor een bezoek met open blik het probleem dat alles al van betekenis is voorzien. En juist dit is wat er bij een dergelijk onderwerp al snel aan de hand is.

De revolutie, zo is ons verteld, is door kunstenaars die dit bewust hebben meegemaakt, nooit verwerkt in hun kunst. Het is de volgende generatie die de revolutie verwerkt. Een verwerking die niet zo zeer gaat over de revolutie zelf als wel over wat er na de revolutie overblijft, of behaald is. Zo zijn er de werken, een twintigtal dat zich afwisselend op een lege, staande sokkel laat zien. De sokkel was voor de revolutie voorzien van een 15 meter hoog standbeeld van Lenin. Reagerend op deze afwezigheid zijn er, eveneens van grote afmeting, beelden gemaakt, zoals het werk Hydra van Corstin Ionita dat het lijf van Lenin, waaruit rozen als slangenkoppen uit de hals groeien, toont.

En zo maakte Ioana Ciocan een spiegel met erop de kaart van Roemenië in munten als symbool voor de uitverkoop van de rijkdommen van Roemenië.

De werken laten een wisselende relatie zien met de gevolgen van de revolutie. Soms nostalgisch zoals de eeuwige seconde van Radu Cica omdat het een verhaal memoreert van Roemenen die geen geld hadden voor een horloge en die rondliepen met een namaakhorloge waarop de tijd geschilderd was. Andere werken zijn meer documenterend, zoals de gouden flat van Alexandru Potecă die vooral de beperkte woonruimte wil laten zien van die tijd die voor de revolutie de gouden tijd werd genoemd.

Het aardige is dat deze documentarische reconstructie van een flat, die groter dan de werkelijkheid is omdat anders het voor de bezoekers te klein wordt, ongewild vol lijkt te staan met bijzondere interessante objecten. Zo vind je in de berging nog een stel skilatten, luxe artikel zo u wil. Maar ook staat er in de woonkamer een futuristische lamp die verzamelaars erg aan zal spreken.

De tentoonstelling is ingericht door de hoofdtentoonstellingszaal opnieuw in te delen; een muur te maken door de ruimte heen. Voor de muur is er nog veel ruimte, achter de muur wordt het smal en klein. Deze, symbolisch bedoelde muur is door een Roemeens architect bedacht en herbergt een aantal werken zoals het organische werk van Lárisa Sitar, een met mos begroeid beeld. En dat is wat mij aan de gehele tentoonstelling een beetje stoort. Er is niets zonder een uitgebreid verhaal. Alles is symboliek, betekenisvol. Maar niet altijd is er een overeenkomst tussen de betekenis en de vorm. Wat wij zien laat zich ofwel niet direct herleiden tot dit verhaal achter het werk of is dat juist overduidelijk.

De betekenis en het werk lijken, ook door de uitgebreide uitleg, niet meer te bieden dan deze één op één relatie met het achterliggende verhaal. Dit maakt dat de vorm moeilijk te waarderen is als er voortdurend de tekst doorheen moet klinken. Slechts bij één werk was nou juist die tekst wat de vorm van het werk is. Dat is bij de video van Andrea Dobrin, die een animatie is van de laatste redevoering van Ceauşescu. Een onbedoelde ontsnapping omdat het een commentaar is op die redevoering waarbij Ceauşescu niet doorhad dat het tij zich tegen hem keerde. Maar het is een video die dit overstijgt en die door zijn zeer simpele uitvoering eerder een commentaar geeft op tekst, de redevoering, dan op de gebeurtenis zelf. Dat wijkt af van wat de opzet was. Ten minste volgens de uitleg ter plaatse.

Ook het werk, dat op het dak van het museum is geplaatst, van Stefan Radu Cretu, onttrekt zich aan alleen maar met de revolutie bezig te zijn. Ook al kwam het tot stand dankzij de lege Lenin sokkel. Er is dus genoeg te zien op deze tentoonstelling, maar ik raad de bezoeker aan zijn oog zorgvuldig te gebruiken en zich niet te veel door de tekst en het thema revolutie te laten afleiden.

Transformatie – Roemeense beeldhouwkunst 25 jaar na de revolutie is nog te zien tot en met 8 februari 2015