#Report: WEST / Autonomy Exchange Archive

In  West is verleden week de tentoonstelling AUTONOMY EXCHANGE ARCHIVE begonnen met werk van David Horvitz, Paul Branca en Fawn Krieger

Paul Branca / Grisailles: Fruit and Vegetable Stand

pic

Fawn Krieger / Company

De getoonde werken zijn vaak relatief eenvoudige beelden, of het nu gaat om de reeks voorwerpen die Fawn Krieger (Company) aantrof in een winkel vlak voordat die definitief sloot, of om de geschilderde afbeeldingen, in full colour of zwart-wit van groente in een groentekraam van Paul Branca (Grisailles F&V Stand). De schilderijtjes in de installatie Fruit & Vegetable Stand zijn het eindresultaat van een collaboratie van meerdere kunstenaars die eerst een schilderij in kleur hebben gemaakt en vervolgens in de gekraakte groente stal in New York werden verkocht.

David Horvitz, Untitled (Bosphorus). Foto’s, brieven en enveloppen gestuurd vanuit Turkije

Het werk van David Horvitz  bestaat onder meer uit het verzamelen van een reeks documenten uit Turkije, die als verzameling samengebracht tot een betekenis moeten komen. Zo ook de werken van Paul Branca. Die bestaan uit schilderijen die gemaakt zijn van linnen tasjes waardoor alle schilderijtjes nog voorzien zijn van een draagriem. Ook hier wordt mij uitgelegd, door de artistiek directeur, Marie José Sondeijker, dat het gaat om een spel met betekenislagen. Het kunstwerk dat tevens tas is, de groente die geen groente is.

pic

Paul Branca / Untitled, and Untitled / tote bags

West is mooi uitgelicht met grote ramen waardoor veel licht binnen komt en heeft naast de grote expositieruimte meerdere kleinere ruimtes. Door die kleinere ruimtes kan werk van de kleine naar de grote ruimte verwijzen. Het refereren aan meerdere objecten wordt nog eens verdubbeld door het verwijzen van werken die in verschillende ruimtes zijn ondergebracht. De werken die leunen op hun samenhang raken zo erg versnipperd.

Paul Branca / 20% chance of snow

Zo vinden we paraplu’s van Paul Branca terug in de grote ruimte maar ook in het zeer smalle kamertje naast de gang. En zo wordt de rondgang door de ruimte spoorzoeken, sporen die tot ver buiten de galerie lopen. De kunstwerken worden tekens, simulacra, van dat wat ze door hun samenhang willen vertellen. Waarbij de zwaarte van de aan de werken gehangen betekenis zo groot is geworden dat het nodig is je eerst in te ’lezen’. De sporen die buiten de galerie liggen overtreffen het aanwezige werk maar worden wel noodzakelijk geacht voor een waardering van het werk.

Overview Autonomy Exchange Archive / Galerie WEST. Installatie: Paul Branca / Groente stand met zwart wit schilderijen. Rechts: Fawn Krieger / Early Woman

Opvallend is dat ieder van de werken, of het nu de kleding ontwerpen van Fawn Krieger ( early woman) zijn, of de eerder genoemde winkelrestanten, allemaal bestaan uit een reductie van het werkelijke voorwerp. Bij de kleding zien we deze reductie letterlijk door de miniaturen van dezelfde kleding die aan de wand gehangen zijn. De werkelijkheid wordt gereduceerd om een andere verhalende werkelijkheid te tonen. Wat hier echter het gevolg is, is de vraag wat er mis is met de werkelijkheid als zodanig? Kan er alleen nog maar sprake zijn van een gelaagdheid van het waarnemen als dat vooraf wordt gegaan door een reductie van de expressie van de dingen?

pic

Fawn Krieger / Early Woman

De tentoonstellingsmakers roepen deze vraag niet op, maar dat is wat mij opviel bij het zien van de werken. De werken worden geëxposeerd als toegangspoorten tot de er in gelegen verhalen en betekenissen, maar ieder van deze toegangen zijn sterk gereduceerde afbeeldingen die wel verwijzen naar een werkelijkheid maar die er vooral ver vandaan blijven. De werken zijn slechts residu, zoals het persbericht aangeeft. Ik kan dit wel begrijpen als dit bedoeld is als eerste stap tot een soort vervreemding, die de kijker moet activeren, maar dan vraag ik me juist af waarom dit voor alle werken van toepassing is als er toch tegelijkertijd een continue verwijzing van de werken onderling plaatsvindt.

Wat voor mij hier uit voortkomt, is dat het vooral de hand van de kunstenaar is die zichtbaar wordt. De hand van de kunstenaar maakt de werkelijkheid tot betekenisloze, of te wantrouwen, tekens waar tegenover hij zijn tekens inbrengt als vervanging. Hij zegt te willen problematiseren maar zijn oplossingen laten vooral zijn positie ’buiten’ de dingen zien. De kunstenaar als meesterbespeler van betekenis, die niet langer meer zijn materiaal hoeft te beheersen maar die vooral zijn verhaal componeert, voorbij de werken als dingen op zichzelf. Een positie die impliciet veronderstelt dat we de werkelijkheid moeten wantrouwen en niet langer meer moeten aanvaarden. Vanuit dit wantrouwen kan de rol van het kunstwerk vervangen worden door het nieuwe verhaal dat de kunstenaar ons vertellen wil. Dit is voor mij niet langer meer een alternatief op de werkelijkheid, maar een inruilen van de werkelijkheid door een nieuwe; die van de kunstenaar, die als een hand van god een nieuwe wereld schept door de oude af te breken.

David Horvitz /Drugstore Beetle