Volkspaleis 2013

Afgelopen Museumnacht opende het Volkspaleis haar deuren in de turbinehal van de E.On Centrale. Mijn verwachtingen waren hooggespannen, ten eerste door het feit dat West vorig jaar in de Grote Kerk een indrukwekkend Volkspaleis had georganiseerd en het mij niet makkelijk leek die te evenaren. Daarnaast heb ik van tevoren enige betrokkenheid gehad bij de huidige manifestatie als redacteur van de teksten voor het programmaboekje.
Ik wist dan ook dat dit jaar de film The Lost (die Verlorenen) van de Amerikaanse kunstenaar Reynold Reynolds te zien zou zijn. De hele zomer heb ik me een beeld proberen te vormen van hoe de enorme hal eruit zou gaan zien met de zeven verschillende levensgrote projecties erin. Tijdens de opening, waar speciaal voor deze gelegenheid een bewerking van het stuk Der Wind van Franz Schreker werd uitgevoerd door Nieuw Amsterdams Peil, werd meteen duidelijk dat mijn verwachtingen overtroffen waren.  Door het daadwerkelijk ervaren van de samenkomst van verschillende elementen raakte  ik direct diep onder de indruk.

De grote industriële hal is van zichzelf al een krachtige en bijzondere plek, die nu gevuld is met prachtige filmbeelden waarin je jezelf kunt verliezen en die je meenemen naar een wereld die deels bekend is, maar tegelijk bijna niet te volgen is door de bizarre opeenvolgingen van scènes en de fragmentatie die ontstaat doordat op alle schermen tegelijk iets te zien is; daarbij kwam de werking van de muziek die als een soort smeerolie ruimte en beeld nog meer aan elkaar verbindt.
Reynolds en zijn team hebben drie jaar aan dit project gewerkt en West heeft dan ook al een tijd kunnen bedenken op welke plek dit werk het beste gepresenteerd kan worden, zij hebben volgens mij de ideale locatie hiervoor gevonden.

De film speelt zich af in Berlijn tijdens de jaren ’30 en het verhaal gaat dat Reynolds zich heeft laten inspireren door filmmateriaal dat daadwerkelijk afkomstig is uit deze tijd en dat door de opkomst van het Nazi-regime nooit afgemaakt kon worden. Samen met zijn team heeft hij de film opnieuw gemaakt en aangevuld. Zij hebben in delen van de film gebruik gemaakt van een camera die de beelden korrelig maakt en ervoor zorgt dat een ander tempo ontstaat dan wij gewend zijn van films uit onze tijd. De beelden zijn bijna allemaal zwart wit, hoewel op één scherm af en toe ook scènes in kleur te zien zijn.
Hoofdpersoon van de film is een Engelse schrijver die naar Berlijn vertrekt en daar in allerlei situaties terechtkomt, waarbij hij contact heeft met muzikanten, kunstenaars, dansers en andere performers. Het is niet eenvoudig om een duidelijk narratief te ontdekken, doordat de film zich over verschillende schermen tegelijk ontvouwt en dus als het ware in stukjes is geknipt die dan wel weer bij elkaar komen doordat ze naast elkaar te zien zijn. Deze presentatiewijze maakt het bijna onmogelijk om niet naar verschillende schermen tegelijk te kijken, waardoor er een soort gelaagdheid ontstaat die een vermenging van sfeer en beeld creëert, maar die het vormen van een eenduidig verhaal misschien in de weg staat. Hierdoor verliest de kijker zich in een ander soort realiteit dan bij het kijken naar een chronologisch geordende film op een scherm; er is veel meer ruimte voor eigen interpretatie en de betekenis moet misschien meer gezocht worden in de totaalervaring dan in het proberen te begrijpen van de losse onderdelen.

Wanneer je langer kijkt valt op dat de beeldkwaliteit steeds wisselt tussen korrelige en juist meer heldere kwaliteit, het is duidelijk dat we te maken hebben met beelden die niet echt in de jaren dertig maar in onze eigen tijd gefilmd zijn. In de ruimte zijn blokken geplaatst waarop props uit de film en tekeningen en stills van verschillende scènes te zien zijn. Hiermee wordt de kijker tegelijk een deel van het maken van de film getoond, hoewel van bijvoorbeeld de tekeningen niet duidelijk is of ze in onze tijd gemaakt zijn of overgebleven materiaal zijn van de (originele) film.

De turbinehal straalt op zichzelf ook een energie uit die met het verleden in verband gebracht moet worden: we zien een ruimte van een fabriek die niet meer als zodanig in werking is. En op deze plek zien we filmbeelden die heel duidelijk refereren aan een periode uit het verleden. Los van de techniek die is gebruikt, zijn de kostuums en props deels daadwerkelijk uit de tijd of ze zijn perfect nagemaakt. Het verleden heeft een plaats in het heden gekregen en zorgt voor een nieuwe soort hybride werkelijkheid. De fabriek wordt niet meer gebruikt voor het opwekken van energie maar biedt nu een kader voor artistieke energie en heeft dan ook in hoge mate invloed op het werk dat hier te zien is. Mijn ervaring is dat het bijna niet mogelijk is om het werk van Reynolds maar één keer te zien, ik ben van plan om nog meerdere malen terug te gaan en ben ervan overtuigd dat ik steeds nieuwe aspecten zal gaan ontdekken. Misschien zou dit stuk er zelfs anders hebben uitgezien als ik het over een maand en na veelvuldig bezoek opnieuw zou schrijven, ik heb er zin in om me steeds opnieuw te verliezen in dit bijzondere werk. De titel van de film slaat misschien niet alleen op wat de personages in de film, overkomt, maar ook wat er met de beschouwer kan gebeuren.


In het Volkspaleis wordt wekelijks door West een aanvullend programma georganiseerd. De avonden bestaan uit optredens van dansers, muzikanten, kunstenaars en schrijvers. Net als in de film van Reynolds komen in het Volkspaleis artiesten bij elkaar en komen hiermee fictie en werkelijkheid, verleden en heden  als het ware samen.

Bekijk de website voor meer informatie over het programma. Het Volkspaleis is nog tot en met 8 oktober 2013  van woensdag – zondag van 14.00 tot 20.00 uur te bezoeken.